Ik zag het al helemaal voor me. De kortste weg van A (in ons geval Utrecht) naar B (Genk) liep dwars door Neerpelt. Als we vroeg genoeg vertrokken, zouden we daar halt kunnen houden, misschien zelfs wat eten, en toch nog op tijd op onze bestemming zijn. Als we extra vroeg vertrokken, zouden we misschien zelfs nog even naar Mol of Gompel door kunnen steken.
Mol en Gompel: belangrijke plaatsen in het leven van mijn moeder. Ze woonde er toen ze heel jong was. Het Frans dat ze daar leerde, zat haar een leven lang als gegoten. Aan het einde van haar lange leven, haalde ze steeds vaker herinneringen op aan Mol en Gompel. Sterker nog: ze was er weer.
Ik zag het helemaal voor me. Onder het mom van Neerpelt – dat ik net in Terug naar Neerpelt van Lieve Joris begonnen was, was toeval, maar kwam wel goed uit – zou ik van de gelegenheid gebruik maken en mijn gezelschap het verleden van mijn moeder binnenloodsen.
Ik zag het voor me, maar had buiten de mevrouw in de telefoon van de chauffeur gerekend. Zij wilde niets van Neerpelt weten. Zij vond dat we onze bestemming zo snel mogelijk moesten bereiken. En dus reden we een kilometer of zeventig om om vlak voor Maastricht rechtsaf richting grens te gaan. Dat we daarna Zutendaal rakelings passeerden, was maar een schrale troost.
Wat ik zocht en die dag niet vond, vind ik ruimschoots bij Lieve Joris. Zij ging weliswaar terug naar Neerpelt, maar ook Mol speelt een rol in haar familiegeschiedenis. Het Mol waar mijn moeder woonde, zal er ongeveer zo uitgezien hebben als het Mol dat Lieve Joris beschrijft. Omdat ik nog even in die omgeving wil blijven verkeren, heb ik Terug naar Neerpelt nog steeds niet uit.
Leave a Reply