Zoals ik bij Utrecht aan Radna Fabias, bij Eindhoven aan A.F.Th. van der Heijden en zijn op handen zijnde museum, bij Weert aan Gerard Reve, bij Zutendaal aan Jeroen Brouwers, bij Genk aan Stefan Brijs (en Neel Doff), bij Tessenderlo aan Tessa de Loo en bij Antwerpen vooral aan Willem Elsschot moest denken, zo dacht ik bij Breda aan Carl Friedman.
Carl Friedman – die haar entree in de literatuur maakte met Tralievader, waarna Twee koffers vol, De grauwe minnaar en een heleboel columns voor Trouw en Vrij Nederland volgden – werd weliswaar geboren in Eindhoven, maar woonde en werkte voordat ze naar Amsterdam vertrok geruime tijd in Breda. Vanuit haar huis keek ze uit over de weilanden. Ik meen me ter herinneren zoiets gelezen te hebben in een interview.
Hoewel al weer enige tijd van het literaire toneel verdwenen, was zij dus de eerste aan wie ik moest denken toen Breda op de borden verscheen. Ik bewaar dierbare herinneringen aan Carl Friedman, en eens in de zoveel tijd voel ik de behoefte om naar haar op zoek te gaan. Dan doe ik bijvoorbeeld navraag bij haar uitgever in de hoop dat hij nog contact met haar heeft. Wat ik van hem vooral wil weten is of de kans bestaat dat de schrijfster Carl Friedman haar rentree maakt. Stilletjes (en nu dus iets luider) hoop ik namelijk dat iets of iemand haar weer aan het schrijven en publiceren krijgt.
Tot nu toe loopt elk spoor dood.
Yolanda /KnusseHuis/ says
Ik herinner me vele regels die indruk op me maakten, soms eindigde die, maar wat er gebeurde was erg waardevol.