80 jaar oorlog: laat de voorwerpen spreken
Makkelijk zal het niet geweest zijn voor de achttien ‘jonge schrijvers’ – deelnemers aan het talentenprogramma ‘schrijfresidentie Parijs’ van de Buren – die een keuze mochten maken uit de ‘oude werken’ die in het Rijksmuseum samen het verhaal van ’80 jaar oorlog’ vertellen. Veel van die artefacten en kunstwerken staan ook afgebeeld in het boek 80 jaar oorlog dat de tentoonstelling begeleidt. Hoewel het in het boek gaat om de essays waarin het verloop van de oorlog wordt beschreven en verhalen over degenen die hem ondergingen worden verteld, zijn de afbeeldingen zeker niet van ondergeschikt belang.
Zelfs zonder woorden vertellen zij een verhaal, maar wat spreekt vervolgens zo tot de verbeelding dat zij nieuwe woorden uitlokken die een andere kijk op onderdelen van de Tachtigjarige Oorlog, de Opstand van de Nederlanden tegen de Spaanse koning, geven?
Senior conservator geschiedenis Gijs van der Ham stelde de tentoonstelling in het Rijksmuseum samen, had een groot aandeel in het bijbehorende boek en was ook degene die Vlaams-Nederlands Huis deBuren, centrum voor cultuur en debat, benaderde met de vraag of ze een bijdrage wilden leveren aan de publieksactiviteiten rondom de tentoonstelling. Dat resulteerde in Oude werken, jonge schrijvers, waarin achttien jonge Vlaamse en Nederlandse schrijvers een stem geven aan een van de kunstwerken of artefacten. Anke Verschueren, Aya Sabi, Dewi de Nijs Bik, Gena Kagermanov, Imane Kostet, Joost Oomen, Kaya Erdinç, Linda van der Pol, Max Urai, Naomi Jacobs, Selma Franssen, Simone Atangana Bekono, Thijs Joores, Uschi Cop, Vicky Francken, Willem Pije, Yelena Schmitz en Younes van den Broeck namen de uitdaging aan.
Een aanzienlijk deel van deze achttien nam het een stem geven heel letterlijk en verbeeldde zich het voorwerp of iemand op het gekozen kunstwerk zijn – Dewi de Nijs Bik bijvoorbeeld die namens een scheepskanon in dienst van de V.O.C. spreekt, of Uschi Kop die het beulszwaard is waarmee mogelijk Johan van Oldenbarnevelt is onthoofd, en Linda van der Pol die Anna, een meisje van tien dat rechtsvoor op een schilderij van Maerten de Vos staat, aan hedendaagse toeschouwers tekst en uitleg laat geven – en reflecteren zo van heel dichtbij op wat er tussen 1568 en 1648 geschiedde. Een enkeling – waaronder Selma Fransen die de stem van Patientia vertolkt – heeft zelfs de euvele moed om over de grenzen van de tijd naar het nu te kijken, en kanttekeningen te plaatsen bij de hedendaagse vooringenomenheid.
Naast het proza, de poëzie en de ‘gesproken woorden’ – de geschiedenis van Johan de Wit klinkt dankzij Younes van den Broek aka Spitler heel eigentijds – die dit ‘in de huid kruipen van’ oplevert, kiest een aantal schrijvers voor een meer beschouwende vorm. Maar alle schrijvers blijven heel dicht bij het door hen gekozen artefact of kunstwerk. Dat uit alle teksten bijna als vanzelfsprekend geëngageerdheid spreekt, zegt iets over de aankomende generatie schrijvers, die bovendien zo veelstemmig is dat de kans dat het verleden verzwegen kan worden steeds kleiner wordt.
‘Zo lang jij het bent die in de tekst zit, jouw stem doorheen de regels klinkt en de lezer het gevoel heeft dat hij met een authentiek zelf te maken heeft, kan je vrijwel alles doen binnen de context van een roman’, gaf Maxim Februari, één van de drie schrijvers – de andere twee waren Rachida Lamrabet en Annelies Verbeke – met wie de achttien schrijvers die uitgeverkoren waren te resideren in de Parijse residentie van deBuren over het vak afgelopen zomer in gesprek gingen, zijn gehoor mee. Zijn aanmoediging was niet aan dovenmansoren gericht. Want hoewel er een zekere overlap is in keuze en aanpak, durven de deelnemers – die tijdens het programma ook nog de opdracht kregen om zich vanuit het heden tot een van de fenomenen die de jaren zestig karakteriseren te verhouden – zich uit te spreken en zichzelf weg te cijferen en dat levert zeker in een aantal gevallen, zoals het verhaal van Joost Oomen over de hoed van Ernst Casimir I en het gedicht van Vicky Francken over een borstbescherming bij een harnas uitermate geslaagde literatuur op.
Behalve een geschreven versie van de teksten – gebundeld in Oude werken, jonge schrijvers – zijn de bijdragen ook te beluisteren op de site van Nooit meer slapen of in de soundcloud van deBuren.
Oude werken, jonge schrijvers
Willem Bongers-Dek en Marianne Hommersom (red.)
Brussel – deBuren, 2018
Op 15 december treden Anke Verschueren, Aya Sabi, Dewi de Nijs Bik, Gena Kagermanov, Imane Kostet, Joost Oomen, Kaya Erdinç, Linda van der Pol, Max Urai, Naomi Jacobs, Selma Franssen, Simone Atangana Bekono, Thijs Joores, Uschi Cop, Vicky Francken, Willem Pije, Yelena Schmitz en Younes van den Broeck op in Amsterdam tijdens het programma Mais oui, Paris in Perdu.
Leave a Reply