‘Hermans’ mensbeeld is eenzijdig. Er is geen balans tussen hemel en hel, engelen en monsters, licht en donker, de mannelijke en de vrouwelijke wereld, de verstandelijke en de gevoelsmatige benadering van de dingen. Er is geen veelheid aan perspectieven, er is slechts dat ene dwingende perspectief van een schrijver die steeds hetzelfde wil bewijzen.
Het grootste manco is het volledig, maar dan ook volledig ontbreken van wijsheid of zelfs het streven ernaar’,
dat zei Oek de Jong in 1998 in de Kellendonklezing die de titel kreeg Zijn muze was een harpij: over het wereldbeeld van W.F. Hermans.
Dat Oek de Jong het in Zijn muze was een harpij doet voorkomen of Hermans en hij volkomen tegengesteld dachten over literatuur en wereld is volgens Wilbert Smulders, universitair hoofd-docent Moderne Nederlandse Letterkunde, niet terecht.
Smulders was de slotspreker op het aan het werk van Oek de Jong gewijde symposium Terug naar een naaktheid: levensbeschouwelijke aspecten van het werk van Oek de Jong.
In zijn lezing – Hermans en De Jong: harde en zachte mystiek – nam Wilbert Smulders het voor Hermans op. De schrijver Hermans was er niet op uit gelijk te krijgen op wetenschappelijke gronden – zoals Oek de Jong beweerde – hij was zich zeer bewust van wat fictie vermag, en de schrijver Hermans had wel degelijk een mystieke kant. Hij ging de wereld niet alleen met logisch-positivisme te lijf.
Met voorbeelden – hij zet W.F. Hermans’ Achter borden Verboden Toegang uit Het sadistisch universum af tegen Oek de Jongs verhaal Het examen uit De hemelvaart van Massimo/De onbeweeglijke – weet Smulders zelfs aannemelijk te maken dat Hermans zachter kan zijn in zijn mystiek dan De Jong.
Volgens Smulders was/is meer dan van botsende wereldbeelden sprake van verschil in smaak.
Smulders krijgt gelijk. Als na afloop van zijn betoog uit de zaal de vraag komt of Oek de Jong als hij nu opnieuw een lezing aan W.F. Hermans zou wijden dezelfde dingen zou zeggen, zegt de schrijver het ermee eens te zijn: het gaat eigenlijk om smaak (en vormgeving).
Dat Oek de Jong nu andere dingen over W.F. Hermans zou zeggen als hij over hem zou spreken, heeft echter met iets anders te maken. Vijftien jaar na dato heeft het werk van W.F. Hermans – en niet alleen dat van Hermans – voor hem een andere betekenis gekregen dat het toen had. Daar horen andere woorden bij.
Dit stuk verscheen in 2013 op De Contrabas.
Leave a Reply