Op de dag dat de verkoop startte, had ik verplichtingen elders in de stad. Dus dacht ik dat de kans verkeken was om een blik te werpen op de boeken uit de bibliotheek van Sybren Polet die door Perdu te koop werden aangeboden om de kas van de Sybren Polet Prijs te spekken. Toen ik twee weken geleden de poëzieboekwinkel aan de Kloveniersburgwal binnenliep om er een specifieke titel op te pikken – Het woedeboek van Roelof ten Napel – lagen de laatste restjes van Polets bibliotheek te lonken op een lange tafel.
Ooit bezorgde Sybren Polet mij met zijn Mannekino de nodige hoofdbrekens. De roman stond op mijn leeslijst, maar toen was zijn werk nog niet aan mij besteed. Later wel. Tijdens een onverwacht lange treinreis boog ik mij over De creatieve factor: kleine kritiek der creatieve (on)rede. Ik strandde op bladzijde 180, leid ik af uit het kaartje van de RER dat daar uit het boek steekt. Dat is verder dan ik dacht dat ik gekomen was, maar minder ver dan ik op grond van het aantal uren dat ik onderweg was, had kunnen komen. Dat komt deels doordat het een reis was met veel obstakels, maar ook doordat wat er in De creatieve factor staat tot nadenkend uit het raam staren stemt.
Het heeft natuurlijk iets voyeuristisch: kijken in de boekenkast van een ander. Want wie dat doet, veronderstelt dat die boekenkast iets zegt over degene aan wie zij toebehoort. Het is een vorm van ‘kijken in de ziel’. Ik kan dat kijken niet laten, al vraag ik wel altijd even of het mag.
Het bleef in het geval van Sybren Polet niet bij het werpen van een blik. Ik kon het toch niet laten om ook een aantal titels te kopen. Natuurlijk omdat ik boeken uit de bibliotheek van die ander in mijn eigen boekenkast een nieuw leven gunde en mezelf nieuwe inzichten en (lees)ervaringen, maar toen het op kiezen aankwam, koos ik toch vooral voor de bekende weg:
- Het gedicht is niet het laatste, maar het eerste van de mens: 8 essays over poëzie, leegte, vrijheid, poëzie uit de dichtbundel » Hoewel «, wilde ik graag hebben omdat ik de vertaalster Jana Beranová al vaker een lans heb horen breken voor Miroslav Holub;
- Les yeux d’Elsa par Aragon en Maïakovski: poète Russe par Elsa Triolet, omdat ik ooit in een sneltreinvaart door het huis van Aragon en Elsa Triolet geloodst werd;
- Leaves of Grass van Walt Whitman, omdat ik drie keer tevergeefs naar dat boek greep toen ik een verwijzing naar dit gedicht tegenkwam bij Sylvain Tesson, Johan van de Gronden en Jelle Reumer;
- Living Space: poems of the Dutch «Fifties», omdat ik wilde lezen hoe de Vijftigers in het Engels klinken;
- six nonlectures van e e cummings, omdat zijn werk jaren geleden mijn aandacht trok toen Mathilde Santing het zong.
Het is maar een klein stapeltje (samen meten de titels minder dan zes centimeter). Maar nog steeds een stapeltje. Omdat ik niet kan beslissen of ik deze zes titels bij elkaar zal houden of niet. Verspreid zullen ze nog minder opvallen en zullen het straks nauwelijks nog boeken uit de bibliotheek van een ander zijn. Sybren Polet merkte zijn boeken namelijk niet.
Leave a Reply