Uit mijn digitale archief: voor de Contrabas schreef ik in 2013 een aantal stukken over de novelle Treindromen van Denis Johnson. Vandaag het eerste van drie van die stukken.
De eerste indruk die je van Robert Grainier, de hoofdpersoon uit de novelle Treindromen van Denis Johnson, krijgt, is geen gunstige:
‘In de zomer van 1917 nam Robert Grainier deel aan een aanslag op het leven van een Chinese arbeider die betrapt was op diefstal, of daar in ieder geval van beschuldigd werd, uit het bedrijfsmagazijn van de Spokane International Railway in de noordelijkste punt van Idaho.’
(vertaling: Maarten Polman)
Dit is de eerste zin. Hoe hij betrokken raakte, staat ook nog op de eerste bladzijde:
‘Toen deze groep [drie collega’s die de man in bedwang houden, lw] hem passeerde, schoot Grainier, die zag dat ze in moeilijkheden verkeerden, te hulp, en voor hij er erg in had, had hij een van de blote voeten van de boosdoener vast.’
Handelt Robert Grainier in een reflex of is hij overtuigd van de schuld van de Chinees? De Chinees weet op miraculeuze wijze aan zijn belagers de ontsnappen. Robert Grainier maakt zich zorgen: hij weet zeker dat de Chinees een vloek over hen heeft uitgesproken.
‘Hoewel hij nu verbaasd was door de razernij van die middag, verbluft door het geweld,door hoe het hem had meegevoerd als een zaadje in de wind, wenste de jonge Grainier nog steeds dat ze hadden doorgezet en die Chinees hadden gedood voor hij hen had vervloekt.’
De Chinees – Chinaman in het origineel – blijft hem achtervolgen:
‘Terwijl hij in het invallende donker naar huis liep, kwam Grainier vrijwel overal de Chinees tegen. Chinees op de weg. Chinees in de bossen. Chinees die zachtjes voortliep terwijl zijn handen aan armen als touwen bungelden. Chinees die als een spin uit de kreek tevoorschijn danste.’
De tegenslagen die elkaar in snel tempo opvolgen – waarvan de dood van zijn vrouw en kind voor Grainier de meest ingrijpende is – voeden de suggestie dat sprake is van een vloek.
Robert Grainier is stoer en sterk en een harde werker. Maar hij ook een man die vatbaar is voor het bovennatuurlijke. Dankzij het bovenzintuiglijke ‘ziet’ hij tot twee keer toe wat zich in zijn eigen verleden heeft afgespeeld, maar waar hij tot dan geen weet van had.
Als hij tijdens een demonstratievlucht in een vliegtuigje bijna buiten zinnen raakt, duiken er beelden op uit een verleden dat hij zich niet herinnert, uit de tijd voordat hij alleen per trein naar Idaho reisde om in een nieuw gezin verder te leven.
Na een nachtmerrie verschijnt zijn overleden vrouw. Zo verneemt hij wat er op de dag van de brand gebeurd is:
‘Gladys sprak niet, maar ze straalde uit wat ze voelde: ze treurde om haar dochter, die ze niet kon vinden. Zonder haar baby kon ze niet gaan slapen in Jezus’ armen, of gaan rusten in de schoot van Abraham. Haar dochter was niet opgedoken tussen de geesten, maar vertoefde hier in de wereld der levenden, een kind alleen in het brandende bos.’
(…)
‘Gladys had dit allemaal gezien, en maakte het hem kenbaar. Ze was haar toekomst kwijtgeraakt aan de dood, en haar kind aan het leven. Kate was aan het vuur ontkomen.’
Grainier is tegelijk nuchter en ontvankelijk. En niet in de laatste plaats omdat hij in de rouw is. Want ook dat proces weeft Denis Johnson subtiel in Treindromen.
Terwijl om hem heen de vooruitgang zichtbaar oprukt, leeft Robert Grainier in zijn eigen wereld waarin ook geloof – het christelijke en dat van de natuurvolken – een rol speelt.
Vandaar de wolven, en het wolfsmeisje:
‘Haar gejammer hield op toen hij dichterbij kwam, behoedzaam naderend om noch het dier, noch zichzelf schrik aan te jagen. Het wolfsmeisje wachtte af, vol dierlijke angst en volkomen roerloos; ze bewoog alleen met haar ogen, waarmee ze al zijn bewegingen volgde maar zonder zijn blik te ontmoeten, terwijl haar adem dampte voor haar neusgaten.’
In het wolfsmeisje herkent hij zijn dochter. Of meent hij zijn dochter te herkennen. In ieder geval wil Robert Grainier graag geloven dat het zijn dochter is. Voor hem is het belangrijk dat oorzaken en gevolgen samenkomen. Dat losse eindjes afgehecht worden. Alleen dan kan hij verder met zijn leven. Een leven dat boven alles getekend wordt door rouw. Zouden wij nu zeggen. Wetende hoe rouw zich manifesteert na verlies dat er niet altijd als verlies uitziet.
Robert Grainier leeft een groot deel van zijn leven in een verhoogde staat van paraatheid. Hoewel hij leeft in afzondering, is hij niet wereldvreemd. Hij leeft zelfs in meerdere werelden tegelijk. Hij moet wel, want hij kent zijn wortels niet.
Leave a Reply