In Drie gedichten, een reconstructie vertelt Marieke Lucas Rijneveld hoe het gedicht Instabiele pengreep, een van de gedichten in haar nieuwe bundel Fantoommerrie, ontstond. In dat gedicht spelen fazanten een belangrijke rol, fazanten en rozijnen. Fazanten en rozijnen – ze staan in het gedicht voor fantasie en dromen – waren voor het meisje dat Marieke Lucas Rijneveld was de redding: ‘(…) zonder die fazanten was er / helemaal niets van haar terechtgekomen.’
Ik herkende die fazanten en rozijnen onmiddellijk. Nog voordat de naam Roald Dahl valt, weet ik zeker dat het de zijne zijn. Zijn gedrogeerde fazanten. Ook mij zijn ze altijd bijgebleven, maar Daantje, de Wereldkampioen heb ik nooit gelezen. Ik dank de fazanten aan de acteur Roger Trafford die tot twee keer toe in de aula van onze school verhalen kwam vertellen.
The Champion of the World –het verhaal verscheen in 1959 in The New Yorker – is het enige verhaal dat ik onthouden heb en dat heeft alles met die fazanten en de manier waarop Roger Trafford ze namens Roald Dahl uit de lucht liet tuimelen te maken.
(Bent van Looy weet daar ook alles van. Hij ging ter plekke poolshoogte nemen.)
Dankzij Instabiele pengreep krijgen de fazanten van Roald Dahl er weer een leven bij:
Als ze zou beweren dat de fazanten met rode lellen aan hun koppen en
groen getipte oren half verborgen in de griend achter de stallen, die zich
bij gevaar als manna uit Exodus plat uit de lucht lieten vallen en bleven
liggen, dat diezelfde fazanten van Roald Dahl met hun snavels de
gevulde rozijnen oppikten en die in hun maag laten te wellen, dat er
iemand op het idee kwam om rozijnen met slaapmiddel te injecteren,
dat er iemand was die toen bedacht om ze aan fazanten te geven
en dat er fazanten waren die van rozijnen hielden, dat er een schrijver
was die over fazanten en rozijnen wilde schrijven, dat ze dan zou beweren
dat ze daardoor een lezer was geworden die taalschriften vol tekende
met de bekende fazanten in de lucht van de kantlijn als uit de kluiten
gewassen voldoendes, dat diezelfde fazanten gezien werden door
juffen en meesters die zeiden dat ze nooit zou kunnen schrijven, dat
ze meer kanten heeft dan een Rubiks Kubus maar geen één de juiste kleur
heeft, dat ze op een ochtend die niets noemenswaardigs in zich had om dat
later wel te worden, haar potlood inruilde voor een vulpen, haar instabiele
pengreep voor vooruitgang, de fazanten voor fantasie, rozijnen voor
dromen, en dat men soms zelfs zei: zonder die fazanten was er
helemaal niets van haar terechtgekomen.
(uit: Fantoommerrie, 2019)
Leave a Reply