De dader heeft het natuurlijk gedaan
‘Er komt weliswaar geen detective in voor, maar het is wel een echte ouderwetse detective’, zegt Nicolien Mizee in VPRO Boeken over Moord op de moestuin. Wat een ‘echte ouderwetse detective’ is, laat Nicolien Mizee in het midden, maar ze vertelt wel dat ze van de detectives van Agatha Christie houdt. Eén keer in de zoveel tijd herleest Nicolien Mizee ze allemaal. Agatha Christie schreef er een stuk of zeventig.
Nicolien Mizee houdt van het terloopse dat de detectives van Agatha Christie kenmerkt, en van het opvoeren en ook weer af laten gaan van heel veel personages – ‘Je hebt ongeveer tien mensen nodig die dezelfde persoon om zeep willen helpen’ – zonder heel diep op hun wezen in te hoeven gaan. ‘Je weet: er komt een moord en die wordt opgelost’, daar komt het in feite op neer.
Die moord laat in Moord op de moestuin lang op zich wachten. Wel is al vroeg sprake van een verdwijning, maar die lijkt er aanvankelijk nauwelijks toe te doen. Te verjaard om nog voor cold case door te kunnen gaan. Voor de direct betrokkenen – echtgenote en twee dochters – is de afwezigheid van Friso Lanssen een voldongen feit, al wordt het verdwijnen van ‘oom Friso’ opgerakeld als twee jeugdvriendinnen en hun echtgenoten tijdelijk hun intrek nemen in een tot vakantiehuisje omgebouwd bijgebouw op het landgoed Groenlust.
Zij zijn niet de enige personages die Nicolien Mizee opvoert. Aan de rand van het landgoed bevinden zich tien volkstuintjes – dat aantal doet er toe – waar door uiteenlopende uitgesproken types op basis van verschillende filosofieën tweedrachtig getuinierd wordt. Genoeg potentiële daders dus. Tegen de tijd dat op één van die moestuinen een dode valt, is er voldoende reden om meer dan één personage als verdachte aan te merken.
Een detective à la Miss Marple of Hercule Poirot komt in Moord op de moestuin niet voor. Het hinderlijke speurwerk wordt door de politie gedaan, maar Judith – kersverse echtgenote van Thijs, die drie dagen na hun huwelijk een hartinfarct krijgt: het verblijf op het landgoed is als revaliderende vakantie bedoeld – is degene die zich het meest nadrukkelijk afvraagt wat er op het landgoed gaande is en wie ‘het’ gedaan kan hebben. Maar haar onderzoek lijkt niet op systematisch speuren naar de dader, zoals in klassieke detectives.
Moord bijzaak noemen in een boek dat door de schrijver zelf als detective wordt gekwalificeerd, kan eigenlijk niet. En toch is dat tot op zekere hoogte het geval. Al weeft Nicolien Mizee tal van kenmerken een detective eigen in haar verhaal en is aan het eind duidelijk wie de dader is, Moord op de moestuin hoeft mist richting de ontknoping het dwingende dat bij het genre hoort.
Veel meer dan een detective is Moord op de moestuin het zomerboek (al is het weer niet alleen maar mooi in Moord op de moestuin) dat de schrijfster met Kasteel Gripsholm van Kurt Tucholsky als voorbeeld voor ogen moet hebben gestaan. Een niet al te zware roman waarin ze de nodige (autobiografische) anekdotes kwijt kon; een verhaal vol terzijdes (ook over de kunst van het schrijven en het voldoen aan, dan wel het spelen met verwachtingen van lezers), rijk gestoffeerd met ter zake doende details betreffende het volkstuinieren en bevolkt door personages die het midden houden tussen flat en round en voldoende met elkaar meemaken om elkaar letterlijk of figuurlijk naar het leven te staan.
Nicolien Mizee sluit niet uit dat ze – afhankelijk van de ontvangst van Moord op de moestuin – nog meer detectives gaat schrijven. Van mij mag ze. Ik wil niet alleen weten of/welke personages ze eventueel meeneemt naar een volgend verhaal, maar ook of ze er in gaat slagen het genre meer naar haar hand te zetten.
Moord op de moestuin
Nicolien Mizee
Amsterdam : Nijgh & Van Ditmar, 2019
ISBN 978-90-388-0201-5
Leave a Reply