Dat het een vrouw zou worden, lag na alle commotie en de gemaakte afspraken voor de hand, maar dat de CPNB Annejet van der Zijl gevraagd heeft om het Boekenweekgeschenk te schrijven, kwam voor mij als een verrassing. Bij het Boekenweekgeschenk denk ik aan fictie, en fictie is (nog) niet de corebusiness van Annejet van der Zijl. Vooralsnog is zij de ongekroonde koningin van de literaire non-fictie, en daarom zag ik in haar een kandidaat om (ooit) het Boekweekessay te schrijven.
Zelf had ik heel andere namen in mijn hoofd: Mensje van Keulen, Manon Uphoff, verhalenschrijfsters van een wat oudere garde, die wat mij betreft bewezen hebben het genre in de vingers te hebben, en: Hanna Bervoets, Eva Meijer en Maartje Wortel, om maar paar ‘nieuwe’ namen te noemen.
Ik vrees dat ik elk jaar opnieuw dezelfde denkfout maak. Bij de keuze van de schrijver van het Boekenweekgeschenk kijkt de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek niet naar wat de CPNB voor die schrijver kan doen, maar wat een schrijver voor de CPNB kan doen.
Het gaat er niet primair om dat de carrière van die ene schrijver een boost krijgt door de aandacht die hem of haar in de Boekenweek ten deel valt, belangrijk is dat die schrijver potentiële boekenkopers naar een winkel weet te lokken. En dat kan alleen als een schrijver al veel lezers en/of een groot publiek heeft.
Zo bekeken is de keuze voor Annejet van der Zijl een logische.
Leave a Reply