Ik wist niet goed wat ik kocht toen ik in 2004 De laatste dichters van Christine Otten kocht. Christine Otten was met haar roman genomineerd voor de Libris Literatuurprijs – in het jaar dat Specht en zoon van Willem Jan Otten zou winnen – en ik had er een gewoonte van gemaakt om alle genomineerden te lezen.
Dat ik The Last Poets niet kende, hielp natuurlijk niet. Anders had ik tenminste de titel kunnen verklaren. Zonder voorkennis stortte ik mij in De laatste dichters dat zich weliswaar als een roman liet lezen, maar een hoog werkelijkheidsgehalte bleek te hebben. Christine Otten documenteert niet alleen het turbulente leven van Umar Bin Hassan, maar portretteert heel indringend de maatschappij waarin hij en wat zijn collega-Poets zullen zijn zich staande moeten zien te houden.
Ze springt in haar roman door de tijd en lardeert haar tekst met citaten van The Last Poets. Ik was behoorlijk onder de indruk, weet ik nog. Zonder dat het een aanklacht is, drukt De laatste dichters lezers met hun neus op feiten over een gesegregeerde samenleving die in de vijftien jaar na het verschijnen van de roman alleen nog maar duidelijker aan het licht gekomen zijn.
Sinds het lezen van De laatste dichters weet ik wie The Last Poets zijn en waar ze voor staan. Sinds een paar dagen weet ik hoe belangrijk zij en hun werk ook nu nog zijn voor het zelfrespect en de emancipatie van jonge zwarte mensen.
Ik zag ze – Abiodun Oyewole, Baba Donn Babatunde en Umar Bin Hassan – drie keer in twee dagen optreden. De eerste keer met het Metropole Orkest tijdens What happened to the Future, het openingsprogramma van de vijftigste editie van Poetry International. De tweede keer, nog geen uur later, op een klein podium in de foyer van de Doelen. Een dag later werden ze geïnterviewd door Christine Otten.
Vooral het tweede optreden maakte indruk, terwijl dat met het Metropole Orkest het optreden was waar ik per se bij wilde zijn. The Last Poets trekken zich weinig aan van het geroezemoes van uitgelaten festivalgangers die vieren dat Poetry begonnen is en ze dwingen hun publiek ook bij de les te blijven. Dat publiek laat zich maar al te graag opzwepen. Zelfs als de strijd van The Last Poets niet de hunne is, omdat ze wit en dus geprivilegieerd zijn.
Ik zit helemaal vooraan tussen mensen die echt weten waar The Last Poets het over hebben.
Na afloop van al hun optredens werden Abiodun Oyewole (71), Baba Donn Babatunde (62) en Umar Bin Hassan (71) omringd door jonge mensen die hun gedichten woord voor woord mee konden reciteren. Geduldig lieten The Last Poets zich met deze zelfbewuste mensen fotograferen en gingen zij met hen in gesprek.
Ik stond erbij, keer ernaar, registreerde het één en ander en realiseerde me – tot drie keer toe – dat ik iets bijzonders aan het meemaken was.
Voor Christine Otten was de ontmoeting met The Last Poets life-changing. Die ontmoeting dankte ze aan haar elfjarige zoon die van hiphop hield en haar de documentaire Something to Die For liet zien. Die zoon is inmiddels volwassen en maakte op zijn beurt een documentaire over Umar Bin Hassan: Scared of Revolution (werktitel: Bigger than Life: de wederopstanding van Umar Bin Hassan).
De documentaire Something to Die For:
Christine Otten over The Last Poets en De laatste dichters (hier de link naar het programma Eyeopener, voor het geval de ruimte hieronder leeg blijft):
Leave a Reply