Over de vertaling van Frankissstein: a Love Story (Frankustein: een liefdesverhaal) van Jeanette Winterson wil ik het (nog) niet hebben (al is me parallel lezend in het origineel en de vertaling van Arthur Wevers al wel het één en ander opgevallen), ik richt me nu even op sonnet 53 van William Shakespeare waarvan de eerste regels
‘What is your substance, whereof are you made,
That millions of strange shadows on you tend?’
al een paar keer geciteerd zijn. (Ik heb wat ik voor het gemak maar het eerste hoofdstuk noem uit en ben van de negentiende in de eenentwintigste eeuw beland. Mary Shelley, haar echtgenoot de dichter P.B. Shelley en Lord Byron hebben plaatsgemaakt voor Ry Shelley. Ik bevind me niet langer aan het meer van Genève maar ben net in Memphis gearriveerd.)
Arthur Wevers waagde zich niet zelf aan de woorden van William Shakespeare, hij koos voor de vertaling die Albert Verwey maakte:
‘Wat is uw grondstof, waar zijt ge uit gekneed,
Dat duizend vreemde schimmen u omstrijken?’
In zijn verantwoording las ik dat Arthur Wevers voor een andere regel uit hetzelfde sonnet voor de vertaling van L.A.J. Burgersdijk gekozen heeft. Aan die regel ben ik nog niet toe. Het waarom van die keuze voor twee verschillende vertalers verantwoordt Arthur Wevers niet (maar misschien zal later als ik weet welke regel het is en in welke context die gebruikt wordt, blijken dat de keuze een logische is.
Burgersdijk vertaalde de openingsregels van sonnet 53 overigens als volgt:
‘Uit welk een stof riep u natuur in ’t leven,
Dat duizenderlei schaduw u geleidt?’)
Ik snap wel waarom Wevers voor de vertaling van de openingsregels voor Verwey koos. Die klinkt ondanks het ‘zijt ge’ en ‘omstrijken’ eigentijdser dan die van Burgersdijk. Maar deze twee vertalingen vergelijkend vroeg ik me wel af wat eventuele andere vertalers met de hoeveelheid schaduwen dan wel schimmen deden.
In mijn boekenkast vond ik nog twee vertalingen van Shakespeare’s Sonnetten. Slechts één van de twee vertalers hield zich aan het origineel, namelijk H.J. de Roy van Zuydewijn:
‘Wat is jouw grondstof toch, dat een miljoen
wildvreemde schaduwen jou na wil leven?’
Arie van der Krogt kiest voor een andere oplossing, en niet alleen waar het om het aantal gaat:
‘Van welke stof heeft men jou geboetseerd
Dat jij je zo veelvoudig openbaart?
In Frankissstein / Frankusstein is Jeanette Winterson heel precies waar het om aantallen gaat. In de bijna onmiddellijke nabijheid van de regels uit sonnet 53 staat ‘a million miniature drummers’ (ze heeft het dan over regendruppels, er zit veel vocht in het eerste hoofdstuk, dat begint met ‘Reality is water-soluble’ / ‘De werkelijkheid is wateroplosbaar’).
Misschien had Arthur Wevers het zelf moeten doen. Het vertalen van die regels van het sonnet dat als volgt verder gaat:
What is your substance, whereof are you made,
That millions of strange shadows on you tend?
Since every one hath, every one, one shade,
And you but one, can every shadow lend.
Describe Adonis, and the counterfeit
Is poorly imitated after you;
On Helen’s cheek all art of beauty set,
And you in Grecian tires are painted new:
Speak of the spring, and foison of the year,
The one doth shadow of your beauty show,
The other as your bounty doth appear;
And you in every blessed shape we know.
In all external grace you have some part,
But you like none, none you, for constant heart.
Maar dan was de klus die hij moest klaren nog gecompliceerder geweest. Frankissstein / Frankusstein zit vol citaten en verwijzingen. Behalve Shakespeare maken ook Byron, Shelley, Coleridge, Hobbes en Ovidius hun opwachting.
Leave a Reply