Tanger: een papieren stedentrip
Abdelkader Benali pendelt tussen Amsterdam en Tanger, twee steden waar hij woont. Tanger duikt regelmatig op in zijn werk, ook in de stukken die hij in het jaar dat hij gastredacteur was in het tijdschrift Liter verschenen. Behalve een stad die het in de literatuur goed doet, is Tanger voor Abdelkader Benali ook de plek waar hij gedwongen wordt zijn relatie met het land waar hij werd geboren te onderzoeken.
De verhalende essays die hij het afgelopen jaar voor Liter schreef, geven een indruk van dat aftasten.
Het gastredacteurschap van Abdelkader Benali mondde uit in het tweetalige – Nederlands en Frans, en een enkel stuk in het Arabisch – themanummer Tanger. In dat themanummer worden namen van schrijvers die vanouds geassocieerd worden met Tanger – Mohamed Choukri, Abdeslam Boulaich, Larbi Layachi, Mohammed Mrabet en Ahmed Yacoubi, maar ook Paul Bowles, William S. Burroughs, Jean Genet, Jack Kerouac en Tennessee Williams – hier en daar genoemd worden, maar degenen die een bijdrage leveren behoren tot een nieuwe generatie auteurs.
Over schrijvers in Tanger schreef Abdelkader Benali in het verhalende essay Tanger, gepubliceerd in Liter: literair tijdschrift, nr. 93 – het nummer dat voorafgaat aan de Tanger-special:
‘Ze [de vele schrijvers die Benali in Tanger ontmoette, lw] vormen onderdeel van een anarchistische stam. Een schrijver in Marokko zal nooit veel boeken verkopen. Mensen lezen niet of nauwelijks. De jonge middenklasse oriënteert zich meer en meer op Arabische literatuur – het Frans als literaire taal heeft zijn glans verloren, omdat steeds minder jongeren goed onderwijs krijgen. Er wordt domweg te weinig in de taal van Voltaire geïnvesteerd. Stephanie, die boekhandel Les Insolites runt, verkoopt vooral Franse literatuur. Ze werkt als een waterbuffel om de mensen aan het lezen te krijgen.’
Ondanks het teloorgaan van het Frans als literaire taal gaat het in het Tanger-nummer op twee uitzonderingen na – Abdelkader Benali (Nederlands) en Youssef Chebaa Hadri (Arabisch) om schrijvers die in het Frans schrijven. Hoewel hun insteek totaal verschillend is, vertoont de grondtoon van de verschillende bijdragen een opmerkelijke overeenkomst: het reflecteren op de verleden en tegenwoordige tijd van Tanger. Met een zekere nostalgie beschrijven zelfs auteurs die het Tanger van toen alleen van horen zeggen kennen wat er van die mythische stad is overgebleven, terwijl dat niet per se het thema van hun bijdragen is.
Het essay Tanger: van geopolitiek tot geopoëtica van Mokhtar Chaoui, vertaald door Laura Arkana en Joeba Bootsma, kan gelezen worden als verklaring voor de opkomst en neergang van Tanger als stad van strategisch belang. Zijn korte edoch krachtige analyse laat geen ruimte voor twijfel: als Tanger op de huidige voet doorgaat, is er in de kunstgeschiedenis straks geen plaats meer voor de stad die zo lang de verbeelding van velen heeft aangejaagd.
Youssef Chebaa Hadri wordt al zijn hele leven gevoed met verhalen over de stad. Verhalen die in de familie rondgaan. Tanger leeft in mij, vertaald door Arjwan al Fayle, leest als een ode aan de stad en een oproep om te blijven zien wat anderen in de mythische periode inspireerde.
De hoofdpersoon in het verhaal Het hallali van Abdeslam Kadiri, door Nathalie Tabury vertaald, is iemand die het aanzien van de stad schaadt. El Hakim is een vastgoedmagnaat zonder manieren. Hij bouwt om munt te kunnen slaan uit het toerisme, en toch lijkt het of hij iets heeft als een geweten.
Niet alleen Tanger verandert onder invloed van de mensen die er wonen, ook mensen die naar Tanger trekken ondergaan een verandering. Merkt de kat uit het gelijknamige verhaal van Mokhtar Chaoui, ook deze bijdrage werd vertaald door Laura Arkana en Joeba Bootsma. De kat toont zich een scherp observator.
Dat Tanger niet alleen een stad is waar schrijvers neerstreken blijkt uit bijdragen van Stéphanie Gaou, de boekverkoperen Cédric Abouchahla. Ze staat stil, de eerste met een filosofische en de tweede met een geschiedkundige inslag, maar allebei heel persoonlijk, bij jazzmusici die hun steentje bijdragen aan de faam van de stad aan de Straat van Gibraltar.
Abdelkader Benali draagt Naar Tanger met Emmanuel bij, een verhaal over een ontmoeting tussen een partycrasher en een notoire whiskydrinker die besluiten samen naar Tanger reizen alwaar ze elkaar flink op de zenuwen werken. Een verhaal dat niet goed kan aflopen.
Wat begon als een wild idee, dat schrijven redacteuren Christely van Mourik en Joyce Rondaij in hun reisverslag, is een mooi, gevarieerd en evenwichtig nummer geworden, waarin in woord – verhalen, essays én gedichten – en beeld – foto’s en tekeningen – een portret van een stad, maar ook van haar bewoners en bijbehorende passanten geschetst wordt. Dat moet alleen al vanwege de vele voertalen en de culturele en ideologische animositeit geen eenvoudige klus geweest zijn.
Liter: literair tijdschrift, nr. 94
jaargang 22, juni 2019
Leave a Reply