In de aanloop naar De ziekte van Weimar van Kees ’t Hart herlas ik zijn Het beeld van Goethe. Het beeld van Goethe is een in opdracht van de Franeker Kunst Stichting geschreven verhaal waarin Der Stein des guten Glücks een centrale rol speelt. Op zoek naar een geschikt beeld om het belang van de Universiteit van Franeker voor Franeker e.o. te onderstrepen valt het oog op Der Stein des guten Glücks dat zich op een steenworp afstand van Goethes tuinhuis in Weimar bevindt.
Namens de Franeker Monumentencommissie reizen Henri van der Mussen en jonkheer Eduard de Geer naar Weimar om Goethe om toestemming te vragen voor het plaatsen van een replica van het beeld Der Stein des guten Glücks. In Het beeld van Goethe legt Van der Mussen verantwoording af voor hun handelen. Dat wil zeggen: hij probeert te redden wat er te redden valt, want de missie heeft niet het gewenste resultaat opgeleverd en jonkheer De Geer is spoorloos verdwenen. Dat er sprake is van fraude spreekt Van der Mussen in alle toonaarden tegen.
Het beeld van Goethe is een klein verhaal waarin eigenlijk hele grote thema’s aan de orde worden gesteld: originaliteit, idolatie (als in: De Goethe-industrie: een Duitse ziekte van Boudewijn Büch) en kunst- en wetenschapsbeschouwing. En dat helemaal op zijn ’t Harts. Dus op het hilarische af en met een hoofdpersoon die zich van geen kwaad bewust lijkt en gedreven wordt door louter goede bedoelingen.
Ook in De ziekte van Weimar, de nog maar net verschenen roman van Kees ’t Hart, heeft de Academie van Franeker geld om een monument op te richten en is ‘men’ zeer onder de indruk van het beeld in Goethes tuin in Weimar.
Waar Het beeld van Goethe 68 pagina’s telt, is De ziekte van Weimar 412 bladzijden dik. Ik ben benieuwd wat Kees ’t Hart er in De ziekte van Weimar allemaal bijhaalt (en of jonkheer De Geer, die in de nieuwe roman jonkheer Geerts heet en als hij zijn opwachting maakt gekleed gaat in Wertherkostuum – al ontbreken de hoge laarzen ‘(…) die krijg ik niet aan’ – ook spoorloos verdwijnt).
Leave a Reply