Voor het bankbiljet van vijftig pond was de Bank of England op zoek naar een waardevolle wetenschapper. Uit de genomineerden koos de bank uiteindelijk Alan Turing. Daarmee draagt zij bij aan het nog verder rehabiliteren van de man die (Enigma-) codes kraakte en de informatica grote diensten bewees, maar vanwege zijn homoseksualiteit niet helemaal voor vol aangezien werd.
Alan Turing – de man van de turingtest en indirect (via de omweg van een weldoener) naamgever van de Turing Gedichtenwedstrijd – komt voor in Frankissstein / Frankusstein van Jeanette Winterson. Dat wil zeggen, het gaat over hem, hij figureert niet zelf in de roman:
‘He wrote, I’m not saying that Alan Turing won the war, but without him we would definitely have lost it.’
‘Hij schreef: Ik zeg niet dat Alan Turing de oorlog heeft gewonnen, maar zonder hem zouden we hem zeker hebben verloren.’
(vertaling: Arthur Wevers)
De ‘he’/ ‘hij’ waar het hier over gaat, is Isadore Jacob Gudak. Isadore Jacob Gudak, een Poolse jood die zijn naam noodgedwongen veranderde in I.J./ Jack Good. Gudak/ Good was een collega van Alan Turing. Ze werkten tijdens de Tweede Wereldoorlog samen op Bletchley Park.
Jack Good was de leermeester van het personage Victor Stein. Victor Stein heeft verstand van kunstmatige intelligentie en stelt zich een toekomst voor waarin een ‘mens’ geen lichaam meer nodig heeft. De basis voor een leven zoals Victor Stein dat voor zich ziet zijn de data opgeslagen in de hersenen van ingevroren overledenen. Stein heeft zijn zinnen gezet op het brein van Jack Good om anderen van zijn gelijk te overtuigen.
Dat de naam van Alan Turing in Frankissstein / Frankusstein maar een paar keer genoemd wordt, doet niets af aan zijn status. Jeanette Winterson en Jack Good beoordelen hem op zijn merites en weten hem op waarde te schatten.
Leave a Reply