Meursault van Jacobus Bos – op het omslag staat alleen de foto van een plaatsnaambord, de naam van de schrijver ontbreekt – werd me in de schoot geworpen.
‘MEURSAULT is een plaatsje in Frankrijk.
MEURSAULT is eveneens de naam van de hoofdpersoon uit ‘De vreemdeling’ van Albert Camus, schrijver, philosoof en Nobelprijswinnaar.
Dat de ene Meursault zijn naam dankt aan het andere toont Jacobus Bos met dit boekwerkje in woord en beeld aan, daarmee op originele wijze de grenzen van fictie en werkelijkheid verleggend.’
Dat belooft veel. En dat voor een relatief klein boekje.
Wat ik zie en lees, oogt niet als een gedegen onderzoek. De eerste indruk die Meursault op mij maakt is die van een persoonlijke zoektocht van een liefhebber. Een liefhebber die ik niet ken, en dus ga ik op zoek.
Jacobus Bos – in 1974 winnaar van de Anna Blaman Prijs – heeft ‘iets’ met Albert Camus. In het jaar volgend op de publicatie van Meursault levert hij een bijdrage aan het tweede nummer van het tijdschrift Hard werken dat in mei 1979 verschijnt: Wat kan Camus er aan doen? Dat stuk laat zich lezen als een beknopte introductie op leven en werk van Albert Camus.
Zijn meest recente poëziebundel – De waan en zin van het bestaan – geeft Jacobus Bos een motto van Camus mee.
In Wat kan Camus er aan doen? refereert Jacobus Bos aan de zoektocht die vorm kreeg in Meursault. Een zoektocht die eindigt met de conclusie dat Albert Camus zijn personages in respectievelijk Le mort heureuse / De gelukkige dood en L’etranger / De vreemdeling niet toevallig Mersault en Meursault noemde. Door de fotoreportage waarin het dorpje Meursault veelvuldig vastgelegd wordt, lijkt het aanvankelijk alsof Jacobus Bos zonder hulp tot die conclusie is gekomen, maar hij noemt wel degelijk ook een aantal bronnen.
Zelf komt Jacobus Bos ook in bibliografische aantekeningen voor. Ik vond hem in Zoals Frankrijk was van Jan Brokken, die gebruik maakte van Meursault in het hoofdstuk Camus: tijdens, voor en na de val.
In dat hoofdstuk (eerder in twee delen verschenen in de Haagsche Post) schrijft Jan Brokken:
‘De hoofdpersoon uit Camus’ eerste roman, De gelukkige dood, heet Mersault, een samenvoeging van mer en soleil, zee en zon. De hoofdpersoon uit De vreemdeling kreeg de naam die Camus op het etiket van een wijnfles las: Meursault. De zon is dan gestorven (meurt). Camus schreef de laatste versie van De vreemdeling in Parijs, de eerste versie in Algiers. In de eerste versie heet de man nog Mersault.’
Dat heb ik net bij Jacobus Bos gelezen, waar hij dat feit koppelt aan Carl A. Viggiani,
terwijl ik uit zijn stuk in Hard werken begrepen had dat hij die feiten ontleende aan een boek dat F.O. van Gennep over Albert Camus schreef.
Jacobus Bos maakte een klein boekje. Het lijkt een beetje op Les lieux de Marguerite Duras, al is dat omvangrijker, uitvoeriger gedocumenteerd en gemaakt met medeweten en medewerking van de schrijfster. In Les lieux de Marguerite Duras linkt Michelle Porte plaatsen aan (het werk van) Marguerite Duras.
Jacobus Bos portretteert het vervallen dorp Meursault in het departement Côte d’Or en koppelt het aan het personage dat eerst nog Mersault heette (een naam die Albert Camus ook zelf gebruikte: hij publiceerde in 1939 een stuk in Le Soir Républicain onder het pseudoniem Jean Mersault).
Ik kan Meursault inmiddels iets beter plaatsen, maar weet niet precies hoe serieus ik het moet nemen. Dat Meursault en Meursault met elkaar te maken hebben, wil ik wel geloven, maar constateren dat Jacobus Bos ‘op originele wijze de grenzen van fictie en werkelijkheid’ heeft verlegd, gaat wat ver.
Over de ontvangst van Meursault vind ik niet veel. Alleen een stuk in de Leidsche Courant van 17 maart 1979, waarin het in de categorie ‘overbodige boekjes’ wordt geschaard. Zover zou ik zeker niet willen gaan.
Leave a Reply