Jan Brokken schreef al een respectabele hoeveelheid boeken voordat hij bij een groot publiek doorbrak met Baltische zielen: lotgevallen in Estland, Letland en Litouwen en De vergelding: een dorp in tijden van oorlog. Boeken waarin journalistieke werk gebundeld werd, reportages die in het verlengde liggen van dat journalistieke werk, maar ook fictie: verhalen – recent gebundeld in Zeedrift – en romans.
Eén van die boeken gaat over de schrijfster Jean Rhys: Goedenavond, mrs. Rhys (1992), in 1997 in een uitgebreide versie verschenen onder de titel En de vrouw een vreemde: het Dominica van Jean Rhys.* In between twee reizen maakte Jan Brokken toevallig kennis met (het werk van) Jean Rhys, hij nam haar meest bekende roman Wide Sargasso Sea mee op zijn volgende reis, was verkocht en ging op zoek. Hij raakt in de ban van de vrouw en haar eiland.
Zijn Jean Rhys ‘is het meisje uit de tropen dat op zeventienjarige leeftijd voor straf naar Engeland werd gezonden omdat ze een gekleurde jongen had gezoend’, schrijft hij in de inleiding op Alle verhalen van Jean Rhys. ‘Ze schreef om het kleine beetje dat ze onthouden had te bewaren. Anders had ze het gevoel voor niets te hebben geleefd.’ Jan Brokken erkent dat er lezers zijn die het werk van Jean Rhys anders lezen en interpreteren. Die focussen op de outcast als het centrale thema of de nadruk leggen op de naïeve vrouwen in haar werk.
Alle verhalen is nog niet aan de beurt, maar ik kan het bladeren niet laten. Ik lees alvast her en der een verhaal en ga op internet op zoek naar W.A. Dorsman-Vos, vertaalster van dat deel van de verhalen in de bundel dat eerder in het Nederlands verscheen, getriggerd door de oproep op de laatste bladzijde van Alle verhalen.
Op dbnl.org stuit ik op Wie weet wat er nog op zolder ligt?, een verhaal van Jean Rhys dat in 1982 in de vertaling van W.A. Dorsman-Vos in De Revisor verscheen (het staat ook in Alle verhalen).
In dat verhaal komt een Jan voor, maar die Jan kan onmogelijk Jan Brokken zijn. Het is een Jan die Jean Rhys persoonlijke kende (dat blijkt uit de brief die onder het verhaal is afgedrukt). Ik kom hem op het spoor via een nogal kritische bespreking door Martien Kappers van Jean Rhys: They Destroyed All the Flowers, een film die Jan Louter, samen met Jan Brokken – hij baseerde zich op het boek van Brokken en vroeg hem in de film de rol van verteller op zich te nemen – maakte over Jean Rhys. De documentaire – ook bekend onder de titel Jean Rhys: En de vrouw is een vreemde – is volgens Martien Kappers weliswaar waardevol omdat Jan Louter er op tijd bij is en nog een aantal ooggetuigen heeft gesproken en zijn documentaire een geslaagde poging is de getormenteerde carrière van Jean Rhys in beeld te brengen. Maar Jan Louter laat volgens Martien Kappers ook kansen liggen, waardoor ‘Rhys aficionados’
‘(…) will also be frustrated, because the film focuses so near-exclusively on Wide Sargasso Sea and on the Dominican English duality of Rhvs’s life and work. Frustrated as well because so much of its space is taken up by atmospheric shots meant to convey that very duality, whereas the continent of Europe, scene of highly dramatic events in Rhys’s life as well as of her most productive years, is rarely mentioned and is in fact not “shown” at all’,
Maar Jan Louter heeft volgens Martien Kappers verzuimd een belangrijke ‘ooggetuige’ te bevragen, namelijk Jan van Houts:
‘This is the more regrettable because Louter could apparently find no room for an interview with a far more interesting Dutchman (from the biographical point-of-view): the writer Jan van Houts who visited Rhys in Cheriton Fitzpaine in 1970. That five-day visit made such an impression on her that she wrote a story about it, “Who Knows What s Up in the Attic?” (published in 1976), followed (in 1982) by an Houts’s fictional counterpart, “Het Gaatje in het Gordijn”, (…).’
Ook het verhaal Het gaatje in het gordijn blijkt in De Revisor te staan. Voorafgegaan door een stuk van Martien Kappers-den Hollander over de band tussen Jean Rhys en Jan van Houts. Martien Kappers-den Hollander, als docente / onderzoekster bij de vakgroep Engels aan de Universiteit van Amsterdam roommate van Frans Kellendonk, weet veel over Rhys en was met name gespecialiseerd in haar Nederlandse connectie: de Nederlandse schrijver/journalist Jean Lenglet, publicerend onder het pseudoniem Édouard de Nève, was Rhys’ eerste echtgenoot.
Ondertussen betreur ik het dat ik Jean Rhys: They Destroyed All the Roses nooit gezien heb, en ben ik razend nieuwsgierig naar de 8-mm-opnamen die Jan van Houts van Jean Rhys maakte. Maar zoals gezegd: Jean Rhys en haar verhalen zijn nog niet aan de beurt.
* En in 2020 opnieuw onder de titel Het eiland van Jean Rhys: een reis naar de bron van haar schrijverschap.
Alle verhalen
Jean Rhys (vertaling: W.A. Dorsman-Vos en Lisette Graswinckel)
Amsterdam : Orlando, 2019
ISBN 978-94-93081-13-0
martien kappers says
Beste Liliane Waanders, mijn aandacht werd op bovenstaand artikel gevestigd nav de recente VPRO radio uitzending in” Nooit Meer Slapen ” over de heruitgave van de korte verhalen van Jean Rhys . Ik heb op videocassettes en audiocassettes allerlei visueel en auditief materiaal van en over JRl, o.a. de films die je noemt; en als je kans ziet om die op een ander medium over te zetten (of als je zelf een audio- of videocasssette afspeler hebt ) kun je ze van me lenen.