Het banale en baldadige benadrukken
‘De herontdekking, in 1936, van het gemeenschappelijke album van de Zutistes moet gerekend worden tot een van de mooiste gebeurtenissen in de moderne literaire geschiedenis. Zonder dat zou het lijken of Rimbaud praktisch niets had geschreven na aankomst in Parijs’,
(vertaling: Han van der Vegt, Kristine Steenbergh en Michael Eenhoorn)
schrijft Graham Robb in Rimbaud, de biografie. Met tweeëntwintig gedichten is de zeventienjarige Arthur Rimbaud, door Paul Verlaine geïntroduceerd bij de ‘Cercle zutique’ – een groep jonge rebelse dichters, een van de belangrijkste leveranciers aan het Album zutique.
Zutistes
Paul Claes vertaalde Rimbauds Vers zutique – hij maakte er Perverse verzen van, lichtte de relatie tussen Rimbaud en het ‘zutisme’ toe en voorzag elk gedicht van een uitvoerige annotatie. Voor een goed begrip van de gedichten zijn die annotaties onontbeerlijk. Niet alleen omdat veel woorden een dubbele/dubbelzinnige betekenis hebben,
‘Wie deze baldadige verzen wil doorgronden, moet het seksuele slang van de negentiende eeuw kennen’, (Paul Claes)
maar ook omdat de gedichten parodieën en pastiches zijn op werk van in Nederland minder bekende dichters, waaronder Albert Mérat, Armand Silvestre, Louis-Xavier de Ricard, Louis Belmontet en François Coppée. Vooral deze laatste moest het ontgelden.
‘Ze protesteerden tegen de classicistische poëzie van de Parnassiens met pornografische en politieke verzen.’ (Paul Claes)
Ze zijn de Zutistes, afgeleid van zut, dat zoiets als shit betekent:
‘De naam die ze een plaats heeft opgeleverd in de culturele geschiedenis – “Les Zutistes” – was een belediging aan het adres van het hele idee van culturele geschiedenis. Ze zaten zo diep in de avant-garde dat het voor sommigen van hen onwaarschijnlijk leek dat ze ooit publiceerbaar werk zouden produceren.’ (Graham Robb)
Schunnige poëzie van vieze venten
De Zutistes schreven schunnige verzen, die zowel door henzelf als door bloemlezers en critici doorgaans niet beschouwd werden als behorend tot het reguliere werk. In het geval van Arthur Rimbaud is het aan Pascal Pia te danken – Pia, ‘specialist inzake pornografie’, had het Album zutique laten fotograferen (het origineel is waarschijnlijk verloren gegaan tijdens de Tweede Wereldoorlog) – dat lezers in 1960 kennis konden maken met de Vers zutique omdat hij ze opnam in een uitgave van Rimbauds werk. Latere samenstellers van verzameld werk namen de gedichten niet op, en:
‘Critici lieten de verzen lang links liggen omdat ze niet strookten met het traditionele beeld van Rimbaud als mystieke godzoeker’,
schrijft Paul Claes – zijn inleiding, waaraan ook de gegevens in de alinea boven het citaat zijn ontleend is uitermate informatief – een constatering die hij onmiddellijk laat volgen door:
‘Pas in de laatste jaren is gebleken hoe pervers de verzen van deze virtuoze improvisator en inventieve pasticheur zijn.’
Graham Robb komt in zijn biografie tot een vergelijkbare conclusie over de kwaliteit van de verzen:
‘Rimbauds parodieën zijn op zichzelf schitterende kleine karakterschilderingen van het straatleven, met fantastische hoogdravende constructies die doen denken aan de vroege gedichten van Baudelaire.’
Dubbelzinnigheid troef
Dankzij de vertaling én de toelichting van Paul Claes kan de Nederlandse lezer binnendringen in de obscene gedichten van Rimbaud. Zonder die toelichting bestaat de kans dat de lezer zich verkijkt op de gedichten. Dat het in veel van die gedichten over scabreuze onderwerpen gaat, is duidelijk. Dat Rimbaud in een aantal gedichten refereert aan politieke kwesties laat zich raden.
Maar in vertaling mist de tekst de dubbelzinnigheid die Arthur Rimbaud er zo weloverwogen en uitermate inventief inlegde. Meer dan uit de woorden moet de lezer in de vertaling van Paul Claes uit de context opmaken wat de dichter bedoelde en beoogde. In het Nederlands oogt Rimbaud braver dan hij in werkelijkheid was, al doet Paul Claes er alles aan om het dubbelzinnige tot uitdrukking te brengen.
L’Humanité wordt Het menselijk Geslacht
Ter illustratie het monostichon L’Humanité… – waarin Arthur Rimbaud reageert op Louis-Xavier de Ricard – dat in de vertaling van Paul Claes Het menselijk Geslacht… wordt.
‘L’Humanité chaussait le vaste enfant Progrès’
‘Het menselijk Geslacht liet de Vooruitgang lopen.’
Dit uit een enkele regel bestaande gedicht bevat de nodige valkuilen. Paul Claes wijdt een hele bladzijde aan de achtergrond, de betekenis en de keuzes die hij al vertalend maakte:
‘Rimbaud steekt de draak met het naïeve vooruitgangsgeloof van Louis-Xavier de Ricard (1843 – 1911). De parnassiaanse dichter financierde met zijn familiefortuin het republikeinse tijdschrift Revue du progrès (Tijdschrift van de vooruitgang, 1863 – 1864). In zijn gedicht “L’Égoïste ou la Leçon de la mort” (Les Chants de l ‘Aube, 1862) zegt een egoïst vermanend:
Prends en pitié ce fou, qui, se pensant un sage,
Croit que l’humanité marche dans le progress.
Heb meelij met die gek die in zijn waanwijsheid
Denkt dat de mensheid opmarcheert met de vooruitgang.
Rimbauds vers betekent letterlijk: “De Mensheid schoeide het reuzenkind Vooruitgang” en figuurlijk “De mensheid bevorderde de veelbelovende vooruitgang”. Rimbaud speelt met de seksuele dubbelzinnigheid van humanité (mensheid of geslachtsorgaan), chausser (schoeien of neuken); vaste (weids of wijdopen). In mijn vertaling speel ik met de dubbelzinnigheid van “geslacht”, “liet lopen” en “vooruitgang”. (…)’
Daarmee waren de ‘uitdagingen’ die Paul Claes tijdens het vertalen van Vers zutique tegenkwam van een andere orde dan de standaardafwijkingen van het Frans ten opzichte van het Nederlands die hij in Gouden vertaalregels: tips voor beginnende [en andere] vertalers toelicht: ‘abstracte formulering, personificatie en aanhechting’.
Een oeuvre ontsluiten
Paul Claes is geen beginner als het om het vertalen van Rimbaud gaat. Hij vertaalde al veel en voorzag wat hij vertaalde van de nodige noten. Met de geannoteerde Perverse verzen ontsluit hij opnieuw een deel van het oeuvre van de dichter. Perverse verzen maakt niet alleen duidelijk hoe productief Rimbaud was – hij schreef zijn Vers zutiques in amper een maand tijd – maar ook hoe goed en goed op de hoogte van de literaire en politieke stand van zaken.
Het wachten is nu op een integrale vertaling van de adolescente gedichten uit de Cahiers de Douai. Claes vertaalde al een deel van de gedichten – ze zijn opgenomen in Gedichten | Een seizoen in de hel | Illuminations – maar winnen waarschijnlijk, net als de Perverse verzen, aan kracht door hun onderlinge samenhang. En samen met Perverse verzen laten ze wellicht zien hoe Rimbaud van een voyou (vagebond) en voyeur (gluurder) een voyant (ziener) werd.
Perverse verzen
Arthur Rimbaud (vertaald en toegelicht door Paul Claes)
Amsterdam : Athenaeum – Polak & Van Gennep, 2019
ISBN 978-90-253-1083-7
Leave a Reply