‘Niemand anders slaagde erin zo definitief te verdwijnen, zo in het niets op te lossen, alsof je nooit had bestaan. Wat is je laatste gedachte geweest? Een geruststelling dat dit dan de hele onderneming was? Of een golf van spijt hier ooit aan begonnen te zijn? Dis die laatste sien van die blikkantien. De nacht valt, jij slaapt bijna. Je dollars zijn nooit uitgegeven. Vanaf je sprong rust je misschien in vrede. Eet je aarde, ontvang de potloden, de steentjes, de bloemen, de gebeden’,
laat Tomas Lieske Damn Good Memory – een van de vier dichters die zich in Keto Stiefcommando door oude tijdschriften worstelen op zoek naar helden die een gedicht verdienen – over Dan B. Cooper zeggen.
Voor alle duidelijkheid, voor wie Dan B. Cooper niet kent:
‘Dan B. Cooper. Vermoedelijke naam van de onbekende die in 1971 een vliegtuig kaapte en met parachute en de buit uit het toestel sprong. Een jongen vond ruim acht jaar later een klein deel van het geld; verder is van de kaper noch van de buit ooit iets vernomen.’
Die Dan B. Cooper kwam ik nog niet zo lang geleden ook al tegen in Oregon van Jori Stam, waarin zelfs de suggestie gewekt wordt dat de parachute van Cooper door een van de hoofdpersonen gevonden wordt. Tegen de tijd dat sprake is van een parachute – of wat voor een parachute door zou kunnen gaan – heeft de roman echter al een zodanige surrealistische wending genomen, dat nauwelijks na te gaan is of het daadwerkelijk om sporen van D.B. Cooper gaat.
Met zijn kijk op Coopers kindertijd geeft Damn Good Memory blijk te beschikken over de nodige mensenkennis:
De kindertijd van Dan B. Cooper
De ultieme wens in het niets te verdwijnen
en nooit meer terug te keren. Het verlangen
in de lucht op te lossen diep in de nacht
boven de bergen en de bossen. Het verlangen
nooit meer gevonden te worden, maar wel
nog te bestaan. Elders. Voorbij een grens.
De wens anderen achter te laten met een mysterie,
iedereen te belasten met geheimen, complotten,
vermoedens, doodlopend onderzoek.
Je kunt het leven met een bom in je hand
dwingen te landen, je kun zesendertig passagiers
vrijlaten in ruil voor geld en vier parachutes.
Je leven is een Boeing, maar waar het om gaat
is de sprong in het niets, de sprong in de regen,
in de pikzwarte, stikdonkere nacht, in de gierende
wind die als een orkaan in je gezicht slaat,
de sprong in de vrieskou van ruim vijftig graden
onder het nulpunt. Waar het om gaat
is het neerstorten gekleed in laarsjes met hakken,
hangend onder een feestjurk die de val vertraagt,
je draagt een zonnebril in bergachtig terrein.
Waar het om gaat is het missen van je medeplichtige
die op een afgesproken punt op de uitkijk staat.
Dat iemand die zo spoorloos verdwijnt tot de verbeelding van schrijvers spreekt, is geen wonder. Jori Stam, Damn Good Memory en Tomas Lieske zijn niet de enigen. Dale Bartholomew Cooper heet in Twin Peaks niet voor niets Dale Bartholomew Cooper. Terwijl onduidelijk is hoe de man die op 24 november 1971 als D.B. Cooper aan boord ging van Vlucht #305 naar Seattle in werkelijkheid heette. De FBI tast nog steeds in het duister.
Leave a Reply