De eerste die op de avond van Awater Live de Eerste Bergensche Boekwinkel binnen komt wandelen, is een dichter: Neeltje Maria Min. In de loop van de avond zal blijken dat zij niet de enige dichter/schrijver is die naar Iduna Paalman en Hagar Peeters komt luisteren. Bijna de helft van de aanwezigen bestaat uit collega’s van de twee dichters die in het winternummer van Awater in de rubriek Debutant interviewt voorbeeld aan het woord komen.
De tweede presentatie van het winternummer – de eerste vond op 5 februari plaats in Perdu tijdens De Poëzieclub presenteert – bestond uit een interview. Net als in het papieren nummer interviewde Iduna Paalman haar voorbeeld Hagar Peeters, en een voordracht door beide dichters.
‘Ik volg Hagar Peeters al een tijdje. Ik heb al haar bundels. Als jong meisje al hield ik van het lyrisch vrolijke en van het zware dat langzaam binnen komt sijpelen in haar gedichten. De thematiek van haar nieuwe bundel De dichter is een alleenstaande moeder sprak mij meteen aan. Over alleenstaande moeders lees je weinig in de poëzie’, licht Iduna Paalman haar keuze voor Hagar Peeters toe.
Dat Hagar Peeters dit jaar twintig jaar dichter is, blijft niet onbenoemd in beide interviews. Desgevraagd blijkt Hagar Peeters iemand die zich bewust is van ontwikkelingen in het literaire landschap, maar voornamelijk vooruitkijkt. Uiteindelijk telt voor Hagar Peeters toch vooral het maken van het nieuwe boek: ‘Ik ben veel meer met de inhoud bezig, met wat ik wil zeggen. Mijn streven is om ieder boek weer iets totaal anders te doen, en dat is tot nu toe aardig gelukt’, constateert de dichter die zich niet tot poëzie beperkt. Haar in 2015 verschenen roman Malva werd bekroond met de Fintro Literatuurprijs.
In De dichter is een alleenstaande moeder – een eerste deel van een drieluik: het is de bedoeling dat er nog een roman en essays volgen – wil Hagar Peeters, die volgens eigen zeggen in de loop der jaren steeds feministischer is geworden, en ondanks een vliegende start van haar carrière toch tegen vooroordelen blijft aanlopen, het iconische waarmee schrijverschap geassocieerd wordt en het taboe dat rust op alleenstaand moederschap gelijkstellen. ‘Nog steeds is het beeld dominant dat de schrijver een man is. Nog steeds zijn er vrouwen die op hun werk niet durven vertellen dat ze alleenstaande moeder zijn, omdat ze bang zijn dat ze dan zielig gevonden worden. Ik ben het allebei, en dat kan. Mijn schrijverschap en het feit dat ik alleenstaande moeder ben beïnvloeden elkaar en ze hebben ook eigenschappen gemeen, en dat wilde ik in De dichter is een alleenstaande moeder onderzoeken.’
‘Was het schrijven van De dichter is een alleenstaande moeder ook een persoonlijke zoektocht? Heb je veel uit je eigen leven gebruikt?’, wil Iduna Paalman weten. De relatie tussen het leven en het werk van de dichter, blijkt ook nu complexer. ‘Ik onderzoek ook het autobiografische zelf in De dichter is een alleenstaande moeder. Het leven is een soort proeftuin, een laboratorium. Alles wat je meemaakt gebruik je. Maar ik stel in mijn bundel ook de vraag of dat goed is. Wisława Szymborska, een van mijn voorbeelden, was daar heel uitgesproken over: ze wilde niet dat er naar haar persoonlijkheid werd gezocht in haar gedichten. Ik probeer het allebei te doen.’
De oranje bank van haar moeder blijkt een belangrijke rol te spelen bij de totstandkoming van een reeks gedichten in De schrijver is een alleenstaande moeder. Hagar Peeters kreeg de bank vlak voor het voltooien van haar bundel van haar moeder cadeau. ‘Ik ging op de bank zitten, en ik had het idee dat de me werden ingefluisterd. Er kwam een hele cyclus, gewoon. Ik was zo ontroerd door wat er gebeurde, dat ik dacht: dit moet ik meteen opschrijven. Dat is de laatste reeks in de bundel geworden.’ De reeks die de titel De schrijver is een alleenstaande moeder kreeg. In een van die gedichten figureert de oranje bank:
‘Die heb ik ooit gekocht
nadat ik nachtdienst had,
samen met een blauwgroene fauteuil,
die heb ik later
wel op straat gezet,
leef jij nog maar
even in mijn meubels,
je moet niet vergeten
er hebben lieve
mensen op gezeten,
er zitten lieve mensen
op’, en met een zwaai
van haar hand
was ze weg,
even plotseling
als ze was verschenen
(een deel van het interview van Iduna Paalman met Hagar Peeters zoals dat in de Eerste Bergensche Boekhandel plaatsvond, is hier terug te luisteren:
Na het gesprek lazen beide dichters voor. Hagar Peeters koos voor een deel van het gedicht In de kelder over de alleenstaandste aller alleenstaande moeders: Elisabeth Fritz, die door haar vader seksueel werd misbruikt en de zeven kinderen die daaruit geboren werden alleen opvoedde.
Iduna Paalman koos vijf gedichten uit haar bundel De grom uit de hond halen, waaronder het gedicht Audit, waarmee de bundel open, en dat als titelgedicht beschouwd kan worden:
Zij besloot haar voordracht met het laatste gedicht uit de bundel: Altijd welkom:
Dit stuk werd geschreven voor de site van Awater.
Leave a Reply