Wat zou ik Bloot van Ted van Lieshout graag nomineren voor de Jan Hanlo Essayprijs. Niet dat ik daar over ga, maar toch. Bloot is precies wat een essay moet zijn: persoonlijk, prikkelend, verrassend van vorm en goed geschreven. In Bloot laat Ted van Lieshout zien wat er allemaal komt kijken bij het schrijven van een boek. In dit specifieke geval een boek voor kinderen over bloot in de beeldende kunst.
Het begint met een idee, in dit geval een beeld: het beeld van blote gehangenen op het galgenveld aan de overkant van het IJ. Waarom bloot?, vraagt de kinderboekenschrijver Ted van Lieshout zich af. Waarna een correspondentie op gang komt met Frank Oldekerk, werkzaam bij het stadsarchief in Amsterdam. Een correspondentie die zich naarmate Bloot vordert twee kanten op ontwikkelt.
Frank Oldekerk gaat fungeren als researcher die beeldmateriaal en informatie aandraagt en kritische vragen stelt, zodat Ted van Lieshout gedwongen wordt zich te verhouden tot het onderwerp in relatie tot de beoogde doelgroep en de kunstwerken (en hun achterliggende moraal) die in aanmerkingen komen voor het boek dat hij in gedachten heeft.
Daarnaast ontstaat er een gedachtewisseling over wat je blootgeven betekent. Wat de gevolgen kunnen zijn van het overhevelen van wat persoonlijk en privé is naar een publieke ruimte, hoe besloten die publieke ruimte ook is. Daarover zijn Frank Oldekerk en de kinderboekenschrijver Ted van Lieshout het zo oneens dat het uiteindelijk leidt tot het beëindigen van de mailwisseling.
Juist als Ted van Lieshout Frank Oldekerk, die heel goed door kan gaan voor zijn geweten, verzonnen heeft, is Bloot een prachtig essay over het maken van keuzes en zekerheden die het afleggen tegen twijfels en dilemma’s.
Maar stel dat Bloot (ook) een roman is, want dat etiket heeft het opgeplakt gekregen: NUR 301. Volgens de Nederlandse Uniforme Rubrieksindeling valt Bloot onder de categorie literaire roman / novelle.
In dat geval zou het een briefroman zijn. Een briefroman die aangepast is aan het tempo van deze tijd: een mailroman dus. Als Bloot een briefroman is, moet je er misschien met andere ogen naar kijken, omdat er dan andere literaire criteria gelden. Dan zou het zomaar kunnen dat bij het beoordelen van Bloot de weegschaal naar een andere kant doorslaat. Dat is er misschien wel van alles op Bloot aan te merken. Dat zou zonde zijn.
Een roman verkoopt nog altijd beter dan een essay, ondanks de groeiende populariteit van dat laatste genre. Wellicht kreeg Bloot daarom het predicaat ‘roman’, al was het volgens Ted van Lieshout zelf ‘moeilijk kiezen’.
Etiketten zeggen niet alles. Het zijn slechts hulpmiddelen. In het geval van de Nederlandse Uniforme Rubrieksindeling is het de bedoeling dat de lezer een houvast heeft en de boekverkoper na afloop weet welke rubrieken goed lopen.
Was ik nog bibliothecaris, dan zou ik het in het geval van Bloot het zekere voor het onzekere genomen hebben en meer dan één exemplaar aangeschaft hebben. Zodat ik het én bij de romans én bij de boeken over beeldende kunst én bij de psychologie in de kast had kunnen zetten.
De beschikbaarheid van bijzondere boeken moet je niet aan banden leggen.
Bloot
Ted van Lieshout
Amsterdam : Querido, 2020
ISBN 978-90-214-2102-5
Leave a Reply