I was carrying a copy of La Peste with me, having almost finished reading it. We sat down on the terrace of the Café de Paris.
You’re still reading that Peste? he asked me.
I’m almost at the end.
And my Balcon? Have you read that?
Not yet, I said.
Why not?
I’m waiting for the end of the month, so I can buy another copy, I told him.
But what for?
Because my copy’s inscribed. You signed it for me.
What’s that got to do with it?
I told him I did my reading in cafés, and I was afraid something might happen to the book if I took it out with me. I said I was keeping it as a souvenir.
He reached out and seized my copy of La Peste. Then he ripped out the first page.
Do that with my book, he said. Tear out the page that has the inscription on it. Read the play. Then paste the page back in. It’s certainly better to read a book than leave it on the shelf for fear of losing the signature.
De ‘I’ in de scène hierboven is Mohamed Choukri. De ‘he’ Jean Genet. Het gesprek vindt plaats op 17 oktober 1969 en werd door Choukri opgenomen in In Tangier: Jean Genet, Tennesse Williams, Paul Bowles, vertaald door Paul Bowles.
Dat Mohamed Choukri steeds als hij verwacht een/de schrijver tegen het lijf te lopen – de kans op toevallige ontmoetingen is groot: Choukri weet precies waar hij op welk tijdstip moet zijn – een boek bij zich heeft waar hij zich niet voor hoeft te schamen valt meer dan op. Of hij het nodig heeft om voor vol aangezien te worden, weet ik niet. Misschien is het omdat Choukri iets heeft in te halen – hij leerde lezen toen hij twintig was – maar het heeft ook iets pathetisch.
Van ergernis over zoveel opzichtig tentoongestelde eruditie was bij het lezen van het bovenstaande echter geen sprake. Ik kon het alleen maar eens zijn met Mohamed Choukri. Een boek gesigneerd door de auteur verdient het om voorzichtig behandeld te worden en aan zo min mogelijk gevaren blootgesteld te worden. Desnoods koop je een tweede exemplaar om het toch te kunnen lezen.
Het boek van Choukri is het vertrekpunt voor een aflevering van Thuisblijfreizen (Thuisblijfreizen: verdwalen in papieren streken). Ik lees het vanwege Paul Bowles. En natuurlijk loop ik om de haverklap naar de kast waar wat ik van en over Paul Bowles heb staat om me in de ene na de andere titel te verliezen.
Als Choukri beweert dat ‘Generally, terror, sadism, and violence dominate the works of Paul Bowles’ en daarbij de titels van een aantal korte verhalen noemt, grijp ik naar Collected Stories 1939-1976.
Wat me nu voor het eerst opvalt is dat het handschrift waarin op het etiket voorin de naam Paul Bowles geschreven staat, wel heel erg veel lijkt op het handschrift van Paul Bowles.
Ik vergelijk het met het handschrift onder brieven die afgebeeld staan in Yesterday’s Perfume: an intimate Memoir of Paul Bowles, gemaakt door Cherie Nutting met medewerking van Bowles zelf, en zoek op internet naar nog meer bevestiging.
Wat bezielde de vrager van deze handtekening? Hij/zij had geen boek bij zich – zoals Mohamed Choukri – maar wel een velletje zelfklevende etiketten. Wat maakte dat Paul Bowles toch tekende?
‘In dem Buch kleben’, hoorde ik Andreas Sinakowski ooit tegen iemand zeggen die zijn handtekening vroeg en vervolgens de laatste lege bladzijde uit haar agenda onder zijn pen schoof. Het kostte de gelukkige bezitter geen enkele moeite dat te beloven.
Zelf ben ik niet zo’n handtekeningenjager. Maar dat ik de handtekening van Paul Bowles blijk te hebben – weliswaar in een boek dat hij nooit zelf in handen heeft gehad – zorgt hier in huis voor enige opwinding.
Dit stuk schreef ik zeven jaar geleden voor De contrabas.
Leave a Reply