Een vreemd gevoel om te logeren in de titel van een gedicht, denkt Campert een beetje schuldbewust. Zonder Queneau had ik hier nooit gezeten. Is hij niet te ver gegaan tegenover de dichter die dood is en van niets meer weet. Muizenissen, besluit Campert. Morgen gaan ze, Rudy Kousbroek en hij, het gedicht dat een wandeling door het vijftiende arrondissement beschrijft nalopen als, zeg maar, een laatste eerbetoon. Niet vergeten makkelijke schoenen aan te trekken.
Dit zegt Remco Campert aan het begin van de film Hôtel Hilton – Hilton Hotel. Samen met Rudy Kousbroek wandelt hij vervolgens het vijftiende arrondissement in met het gedicht Hôtel Hilton als plattegrond: ‘Maar zoetjes aan wordt het tijd voor die zelfbedachte plicht: het wandelen van ’t gedicht’. Ook regisseur Hans Keller loopt mee. Hij filmt.
Terwijl Georges Perec in tentative d’épuisement d’un lieu parisien drie uur stilzit en alles noteert wat hem opvalt op de Place Saint-Sulpice in het zesde arrondissement, richt Raymond Queneau zijn blik tijdens lange wandelingen op wat de toerist niet opvalt.
Hôtel Hilton – door Campert vertaald als Hilton Hotel – komt uit de bundel Courir les rues (1967, hier het manuscript), waarin hij de waarnemingen en invallen bundelde. Hôtel Hilton / Hilton Hotel is het langste gedicht uit de bundel en telt 116 regels.
‘Net als bij de overige teksten hanteert Queneau een “vrije” vorm, maar vormloos is hij niet. De feitelijke opsomming van onaanzienlijke details, die hij in het 15de arrondissement waarneemt tijdens zijn wandeling van het Hilton Hotel aan de Avenue Suffren tot aan Place Balard, waar de tocht met het gedicht eindigt, schittert van de binnenrijmen en geheimzinnige ontknopingen’, schrijft Hans Keller in het boekje bij de dvd-box Campert en Keller in films, – dat behalve Hôtel Hilton – Hotel Hilton, ook De sprong, Naar Mozambique!, Hotel Atonaal en Het Alfabet van Remco Campert – en de ‘bonustracks’ Hoe Somberman’s Actie tot Stand Kwam en In memoriam Lucebert – bevat.
Ik trok al eerder met Raymond Queneau door Parijs, in Zazie in de metro (dankzij vertaalster Jenny Tuin), en ik neem aan dat ook zijn Stijloefeningen daar gesitueerd zijn, al heeft Rudy Kousbroek in zijn vertaling de gebeurtenis in de tram naar Amsterdam verplaatst.
Hôtel Hilton – Hilton Hotel: een uurtje struinen in het tempo van toon en daarvoor, al kan de op beeld gezette voordracht van het gedicht door Raymond Queneau concurreren met een hedendaagse clip.
En die clip zou ik graag laten zien, maar nu ik dit stukje af heb en op internet zoek naar het bijbehorende beeldmateriaal, moet ik u helaas teleurstellen.
Maar gelukkig zijn er ook anderen die met Hôtel Hilton in de hand of in hun hoofd de wandeling maakten. Zoals vertalers Martin de Haan en Rokus Hofstede.
Dit stuk schreef ik zeven jaar geleden voor De contrabas.
Leave a Reply