Ongenoegen in kant en klare blokken
Hij deed het al eerder. Ook in Driedelig paard (2011) – waarvoor hij de Woutertje Pieterseprijs kreeg; waarmee hij een Zilveren Griffel won – ontdeed hij teksten van de uiterlijke kenmerken die het genre waartoe ze behoren verraden. Blokgedichten noemde hij die teksten toen, terwijl het toch niet allemaal gedichten waren (hoewel: wat is een gedicht?).
In Nu in handige meeneemverpakking doet Ted van Lieshout het opnieuw, maar nu voor volwassenen. Hij laat teksten de volledige bladspiegel in beslag nemen en past de lettergrootte aan aan de lengte van de tekst. Zo ontstaan blokken tekst.
‘De lezer kan zich niet vasthouden aan de kenmerken van een boodschappenlijstje of een brief met Beste erboven, maar moet lezen om erachter te komen wat voor tekst het eigenlijk is. Daarmee wordt wat eerst louter vorm was onderdeel van het verhaal. Tegelijkertijd wijst de manier waarop alle teksten uniform tot dezelfde abstracte vorm van een blok (een uitgevulde bladspiegel) zijn gedwongen in de richting van het gedicht. En dat is goed zo’, zegt Ted van Lieshout in zijn voorwoord.
‘Lezen om erachter te komen wat voor tekst het eigenlijk is.’ Zo gezegd… zo gedaan…
Teksten met een twist zijn het, bijna zonder uitzondering. Verontrustend zijn ze – ik vind ze verontrustend, omdat ze zo nadrukkelijk verwijzen naar een samenleving als de onze, die prat gaat op functionaliteit en formaliteit, maar de menselijke maat uit het oog verliest; ik vind ze verontrustend omdat de schijn gewekt wordt van een hopeloos overdrijven en uitvergroten, terwijl er niet lang en ver gezocht hoeft te worden om voor elk falen een recent praktijkvoorbeeld te vinden.
‘Mevrouw Heyminck heeft te kennen gegeven dat ze haar contract op een flexibele wijze wil beëindigen. Ze heeft per brief meegedeeld dat zij aan het einde van haar leven is en niet wil dat er gas en elektriciteit wordt geleverd als zij eenmaal is overleden, omdat zij zo veel mogelijk geld wil kunnen nalaten aan haar kinderen. In haar brief heeft ze benadrukt dat ze niet zielig is; ze sterft gewoon omdat ze te oud is geworden om in leven te blijven, en ze hoopt dat ze al haar zaken netjes verzorgd kan achterlaten. Maar mevrouw heeft bij ons een doorlopend contract en in haar brief heeft ze niet aangegeven op welke dag ze haar contract wil beëindigen, dus wij kunnen in juridische zin het contract laten doorlopen totdat haar erfgenamen het contract opzeggen. Dat past ook binnen het kader van onze procedures, maar de voorschriften verbieden soepelheid niet. Ik heb haar gebeld en gevraagd wat haar bedoeling is.’
Waarna de mevrouw uitlegt dat zij op enig moment een einde aan haar leven zal maken en de dag daaraan voorgaand een brief zal posten waarin ze om het beëindigen van de levering zal verzoeken. Waarmee ze de leverancier met een ethisch dilemma opzadelt: want moet niet gemeld worden wat mevrouw voornemens is. Advies is dringend gewenst.
Raak, zijn ze ook. De teksten van Ted van Lieshout. Omdat ze zo’n pijnlijk portret schetsen van door eigenbelang gedreven individuen, die maar moeilijk kunnen verkroppen dat een ander meer succes heeft dan zij.
‘Maar het meest schandelijke van de bloemlezing, die met veel tamtam werd gepresenteerd tijdens een matig bezochte bijeenkomst in de zaal die vroeger bekendstond om haar luister maar tegenwoordig de uitstraling heeft van het louche boudoir van een lichtekooi, was dat twee andere dichters tot genieën werden uitgeroepen en dat hun werk naast dat van mij werd geplaatst, waardoor het niveau van mijn kunst mede naar beneden werd gehaald.’
Niet dat de dichter symbool staat voor dat type mens, maar toch. Het is overigens niet de enige keer dat Ted van Lieshout in Nu in handige meeneemverpakking over dichters rept.
Confronterend. Want wint de neiging om de weg van de minste weerstand te kiezen het niet veel te vaak van de noodzaak ideeën van een ander in overweging te nemen?
Pijnlijk. Omdat die ene tekst die niet van Ted van Lieshout is – ‘Oproep voor de trein, het tweedelige blok op pagina 88 en 89, is niet door mij beschreven. Het is een bestaande oproep van de Zentralstelle für jüdische Auswanderung Amsterdam, die mensen in de Tweede Wereldoorlog opdracht gaf zich te begeven naar Westerbork’ – zo naadloos in het concept van Nu in handige meeneemverpakking past. Ook tekst kan schuldig zijn.
Grappig – maar niet hilarisch – want tekst letterlijk nemen, werkt vervreemdend.
‘Het voorstel van de CVP-fractie is volstrekt imbeciel. Natúúrlijk willen we allemaal de leefsituatie in de Dichtersbuurt verbeteren en de problemen die daar zijn ontstaan oplossen, maar de voorstellen van de CVP raken kant nog wal. (…) Je kunt het Jacques Perkpad het Przewalskipaardpad noemen en de Gerrit Achterbergstraat de Antimakassarstraat, maar het is onzinnig om te denken dat de buurt zichzelf dan opschoont omdat de huidige bewoners dat soort woorden niet kunnen spellen en elders gaan wonen omdat het ze onmogelijk wordt gemaakt om aan derden hun adres op te geven. Strikt genomen is onze fractie helemaal niet tegen zoiets ludieks als een Dicteebuurt, maar val daar geen gewone mensen mee lastig.’
Stof tot nadenken ook.
‘Mevrouw beargumenteerde dat vroeger de oude mensen in Groenland, als die zich niet meer nuttig voelden, zich van een hoge berg in de diepte lieten vallen, en dat ze dat niet deden uit zelfmedelijden, maar uit trots. Tegenwoordig, zei ze, mag men niet meer trots sterven, maar enkel nog uit schaamte om de verloren vitaliteit. En zo sterft men dan, ontdaan van waardigheid.’
Maar het zijn er zoveel. Niet alleen teveel om Nu in handige meeneemverpakking in een ruk uit te lezen. Maar ook teveel om de onderste onderliggende gedachten – want Ted van Lieshout zorgt voor meer dan alleen maar het halverwege twisten van zijn teksten – door te laten dringen.
Om te voorkomen dat het gevoel van meer van hetzelfde te manifest wordt, is het nodig om deze verzameling voorbeelden van de onvolkomen manier van communiceren – want dat is wat Nu in handige meeneemverpakking in essentie is: een staalkaart van hoe we met elkaar omgaan en niet meer weten welke handelwijze onder welke omstandigheden gepast is – gedoseerd te consumeren. Welke taal past en gepast is.
Er staan ook plaatjes in Nu in handige meeneemverpakking. Plaatjes die dezelfde boodschap – want ze slaan op een tekst – anders brengen, maar het dwingende onderlinge verband van de beeldsonnetten uit Driedelig paard missen. In die sonnetten zorgen voorwerpen – fruit, schelpen, globes, wasknijpers, anjers, noga, cashewnoten – voor ritme en rijm.
De plaatjes in Nu in handige meeneemverpakking staan dichter bij de tekst: vertellen hetzelfde anders: VERBETERDE FORMULE! e = mc³; DRION buiten bereik van bejaarden bewaren; (bij een plaatje van een banaan) Nu ook in de smaken ananas/mango en appel/peer.
Speels, maar te vluchtig om voor altijd in een boek gevangen te zitten.
‘Lezen om erachter te komen wat voor tekst het eigenlijk is.’ Nu in handige meeneemverpakking bevat een grote verscheidenheid aan teksten, die een ding gemeen hebben: ze stellen overduidelijke en verscholen misstanden al dan niet veroorzaakt door mis- en non-communicatie aan de kaak. Er klinkt boosheid en bezorgdheid door in deze aanklachten.
Aanklachten met een hoog soortelijk gewicht naast aanklachten van het kaliber ‘much ado about nothing’. Ze verraden ondanks de ondertoon de speelse geest en het dubbele talent (taal- en beeldend kunstenaar) van Ted van Lieshout, die als schrijver voor volwassenen vooralsnog grimmiger klinkt dan de kinderboekenschrijver die hij al veel langer is. Na de roman Mijn meneer is Nu in handige meeneemverpakking zijn tweede boek voor volwassenen.
Nu in handige meeneemverpakking
Ted van Lieshout
Querido, 2013
ISBN 978-90-214-4768-1
Deze recensie schreef ik in 2013 voor De contrabas.
Leave a Reply