Hoewel Renate Dorrestein in haar werk de indruk wekt speels en spontaan te opereren, wist ze bijna altijd precies waar ze mee bezig was en ging ze weloverwogen te werk. Renate Dorrestein was een vrouw met een missie en een schrijfster met een visie op literatuur.
Renate Dorrestein stierf op de dag dat de doden herdacht worden. Twee dagen later was haar dood breaking news en de opening van het NOS Journaal. Vandaag – Hemelvaartsdag – wordt zij begraven.
Missionaris
Toen het nog harder nodig was dan nu roerde Renate Dorrestein consequent de feministische trom. Dat zij als missionaris wel eens wat drammerig was, gaf ze toen de strijd eenmaal voor een groot deel gestreden was ruiterlijk toe. Maar ondertussen deed ze wat nodig was. En dat deed ze doorgaans geestig en eloquent, én uitermate doeltreffend. Het venijn zat vooral in haar schrijven. Als ze sprak, kon ze heel bedeesd klinken. Maar ook dan gehoorzaamde ze aan haar eigen wetten. De wetten van Dorrestein:
- Een aantal kwinkslagen
- Een aantal stoten onder de gordel
- Minimaal een zin waarin ik iets verstandigs zeg
- Een einde waarin ik het voorgaande geheel op zijn kop zet.
Wetten die klappen hard doen aankomen. Renate Dorrestein kon heel goed de indruk wekken dat ze alleen iets in overweging gaf, maar wat ze wilde was de wereld radicaal veranderen. Dan heeft zoete broodjes bakken geen zin.
Schrijver
In haar literaire werk negeerde Renate Dorrestein de boze buitenwereld aanvankelijk. Ze schiep voor haar personages omstandigheden waarin ze konden gedijen. Waar ze naar eigen vermogen aan deel konden nemen en hun idealen konden verwezenlijken. Kwetsbaar en afhankelijk oogden zij. In de ogen van sommigen daardoor onschuldig.
Op dat vroege werk kun je je verkijken. Vrijblijvend is het nergens en onschuldig ook niet. Zelfs Voorleesboek voor planten – ver voor Buitenstaanders, de roman die voor haar debuut doorgaat, verschenen – is niet zo onschuldig als het lijkt. Het bevat behalve miskende personages – een asparagus vanwege het iele voorkomen; een moederplant vanwege het maar aanjongen; vrouwentongen vanwege de vrouwentongen en papyrus vanwege vermeende dronkenschap – een behoorlijke dosis maatschappijkritiek en veroordeelt vooroordelen.
Dat er over dat vroege werk ook in literaire zin iets te zeggen valt, drong pas door toen er serieuze studies aan gewijd werden. Voordien zag bijna iedereen over het hoofd dat haar werk perfect in de Angelsaksische traditie van de gothic novel past. Dom eigenlijk, want Renate Dorrestein maakte geen geheim van haar literaire oriëntatie. Nu staat zij te boek als eerste Nederlandse schrijver die met succes dat genre bedreef.
Na Buitenstaanders, Vreemde streken, Noorderzon, Een nacht om te vliegeren en Het perpetuum mobile van de liefde kwam de kentering. De romans werden werkelijker. De structuur ‘eenvoudiger’. Alsof het schrijven over haar zus en de ziekte die haar uitputte nieuwe inzichten opleverden over hoe zij de literatuur voor haar karretje kon spannen. Alsof ze meer dan daarvoor besefte dat ze de lezer als bondgenoot nodig heeft, wilde ze via de literatuur iets teweegbrengen.
Wat precies een echte Dorrestein is, laat zich nog niet zo heel eenvoudig omschrijven, maar het valt op dat sinds die kentering een enorme verscheidenheid aan niet-biologisch eigen kinderen in haar romans rondwandelt. Zij hebben langzaam maar zeker de plaats ingenomen van vrouwen die het tegen mannen opnemen. Het ‘zelfgekleide knutselgezin’ bleek een uitermate geschikt biotoop om de strubbelingen en de sores die het failliet van het fatsoen symboliseren te situeren.
Renate Dorrestein verzon verhalen om de werkelijkheid zo dicht mogelijk te naderen. Keer op keer kroop ze in het hoofd van haar gemankeerde personages en vroeg ze van haar lezers hetzelfde te doen. Dat streven is de kern van haar poëtica. Dat is haar credo:
‘Fictie laat ons zien wat het betekent om mens te zijn en hoe moeilijk het is een fatsoenlijk mens te blijven als de omstandigheden onfatsoenlijk worden. Literatuur brengt ons iets dat de psychologie niet vermag, de sociologie niet vermag, de journalistiek niet vermag: het vermogen om in het hoofd van de personages te kijken, deelgenoot te worden van hun dilemma’s en al doende in hun schoenen te gaan staan. Literatuur helpt ons, ons met anderen te identificeren en ook onszelf te begrijpen.’
Mensch
Renate Dorrestein was uitermate goed in staat om schrijvend op haar leven en werk te reflecteren. Dat liet ze al zien in Heden ik en De blokkade. Ze wilde geen slachtoffer zijn, bleef strijdbaar en werkte zo goed en zo kwaad als dat ging door.
Toen ze Heden ik en De blokkade schreef, had ze geen haast. Dat was anders toen ze aan Dagelijks werk: een schrijversleven begon. De dood zat haar op de hielen. Die zou ze niet voor blijven, dat wist ze. Wat wel kon, was degene die ooit woorden aan haar leven en werk zou willen wijden – een biograaf dus – de pas afsnijden.
Dat deed ze dus. Scherper dan wie dan ook dat zou kunnen, voorzag ze wat ze in de loop der jaren schreef – als journalist, als pleitbezorger van de vrouwenzaak en als romancier – aan de hand van verspreid verschenen stukken van context en commentaar. Ze is openhartig waar het om persoonlijke zaken gaat en neemt geen blad voor de mond waar het zakelijke aangelegenheden betreft.
Met deze staalkaart van haar werk voltooide Renate Dorrestein haar oeuvre. Dagelijks werk: een schrijversleven hoefde niet postuum te verschijnen: Renate Dorrestein haalde haar deadline en maakte de ontvangst mee.
Ze wist wat haar te wachten stond, en toch schreef ze – het zijn de laatste woorden die ze voor haar lezers in petto had:
‘Ook ik hoop natuurlijk gezónd oud te worden. Maar ik hoop vooral dat niemand me de levensfase door de neus boort waarop ik me nu al zo lang verheug: een oud vrouwtje te zijn, en ongestraft excentrieke kleren en rare mutsjes te kunnen dragen, nooit meer naar de sportschool te hoeven, alles te mogen eten wat ik maar wil, te drinken en te roken omdat dat toch niet meer uitmaakt, aan iedereen lak te hebben en de meest boude dingen te kunnen zeggen zonder dat iemand het nog waagt me tegen te spreken.’
Wie dat durft te schrijven op de laatste bladzijden van wat haar laatste boek werd, is niet alleen ‘a truly courageous writer’, maar vooral een dapper mens(ch).
Twee jaar geleden voor Literair Nederland geschreven.
Leave a Reply