Zij wel. Denk ik als ik in De uitreis van Virginia Woolf (vertaling: Barbara de Lange) lees dat Clarissa Dalloway in Lissabon het graf van Henry Fielding bezocht (en er een heldendaad verricht):
‘Ze had onder meer een foto van het graf van Fielding genomen en een vogeltje bevrijd dat door een of andere schurk was gevangen, “want er kan geen denken aan zijn dat er iets in een kooi zit waar Engelsen zijn begraven”, stond er in het dagboek.’
Zelf kwam ik niet verder dan het hek dat uitzicht bood op het bordje dat naar het graf van Fielding wijst.
Tegen de tijd dat ik het om de hoek gelegen Casa Pessoa verliet, was de Cemitério Inglês gesloten.
Ik wilde het aanvankelijk laten bij die foto van dat bordje, maar vroeg me ondertussen toch af of die zin in haar debuutroman ergens op gebaseerd is. Een kleine biografische exercitie in mijn boekenkast leverde het nodige op.
Het was Virginia Woolf zelf – al heette ze toen nog Virginia Stephen – die het vogeltje bevrijdde. Ze maakte er op 7 april 1905 melding van in haar dagboek:
‘In the afternoon we went to the English Cemetry, on a hill – by the gardens. This is a most lovely place, sweet with flowers, & so hot & shady & green that we stayed there a long time. We let loose a caged bird that was singing by Fieldings tomb – pious act!’
In een brief aan Violet Dickinson, gedateerd 10 april 1905, noemt Virginia Woolf het bezoek dat ze samen met haar broer Adrian bracht aan de tombe van Fielding ook. Van een bevrijd vogeltje is in die brief geen sprake:
‘We went up to the English Cemetry and saw [Henry] Fieldings tomb!’
Biograaf James King vindt in Virginia Woolf vooral het vogeltje het vermelden waard:
‘At Lisbon they let loose a caged bird that was singing by Fielding’s tomb.’
Dat Mrs. Dalloway ook in het door Louise DeSalvo gereconstrueerde Melymbrosia – een ‘oerversie’ van The Voyage Out – op de Engelse begraafplaats in Lissabon belandt:
‘She photographed Fielding’s grave, and let loose a small bird, which some ruffian had trapped, “because one hated to think of any thing in a cage, where English people lie buried.” ’
heeft in het kader van mijn biografische exercitie geen toegevoegde waarde.
Goed, die zin in De uitreis is dus letterlijk uit het leven van Virginia Woolf gegrepen. Dat is leuk om te weten en nog leuker om aan te tonen, maar van grote literaire waarde is deze constatering natuurlijk niet. In het grote geheel is het een minor detail. Zoals ook het feit dat Virginia in 1905 een (boot)reis met haar broer Adrian maakte van ondergeschikt belang is, hoewel dat haar ongetwijfeld geholpen heeft bij het schrijven.
Dat The Voyage Out tot op het bot autobiografisch is – maar op een andere, en voor Virginia Woolf minder beschadigende, manier dan Melymbrosia – blijkt niet uit dit sprokkelwerk. Om die conclusie te kunnen trekken, is diepgravend onderzoek nodig. Onderzoek dat jammer genoeg al door een ander gedaan is.
Twee jaar geleden voor Literair Nederland geschreven.
Leave a Reply