De nieuwe jongen in onze klas heette Jerry. We waren veel gewend, maar geen Jerry. Jerry was zwart, maar dat was niet het belangrijkste. Jerry kon zijn bovenste oogleden binnenstebuiten keren. Voor hem was dat een fluitje van een cent. Ons lukte het never nooit. Terwijl hij het vaak genoeg in slow motion voordeed. Jerry was ook degene die revolutionaire knikkertechnieken op het schoolplein introduceerde, waarvan ‘duimpje druk’ de meest ontwrichtende was. Er waren al heel wat duimen uit de kom geschoten voordat we Jerry op zijn discipline konden verslaan.
Toen ik afgelopen zomer op het voormalige schoolplein stond – van school en plein ontbrak elk spoor, alles was gras – dacht ik geen moment aan Jerry, maar hij schoot me onmiddellijk te binnen toen Osei Kokote zijn opwachting maakte in Nieuwe jongen van Tracy Chevalier. Osei – [O-see-ie] – is diplomatenkind en gewend om steeds opnieuw te moeten beginnen. Hij is inmiddels toe aan zijn vierde school, in dit geval een witte in Washington. Op zijn eerste schooldag daar gebeurt er veel: hij valt in de smaak, en is ook meteen het middelpunt van een hetze. In no time is de klas in kampen verdeeld en eist de een na de ander een rol op in een complot met min of meer dodelijke afloop. Het lijkt wel een Shakesperiaans drama, en dat is het ook. Nieuwe jongen is Othello in een nieuwe jas.
Tracy Chevalier is de vijfde schrijver die zich in het kader van The Hogarth Shakespeare aan een van Shakespeare’s toneelstukken waagt. Ook aan haar de schone taak om heel veel poppetjes een plek te geven. Want daar ontkom je niet aan als je Shakespeare her-vertelt. De bard was baas van het spul en moest een boel monden voeden. Hij verdeelde veel rollen, waardoor zijn stukken soms nodeloos ingewikkeld werden.
Omdat ze haar opdracht goed begrepen heeft en Shakespeare recht wil doen, kan Tracy Chevalier niet anders dan kiezen voor een omgeving die meer dan één hoofdrol, een heleboel bijrollen en het nodige gedoe garandeert. Een school in tijden van onrust veroorzaakt door racisme is dan het prima decor.
Terug naar Jerry die, realiseer ik me nu, geen Jerry maar eigenlijk Albert hoort te heten. Er zat wel een Jerry op school, maar die had Molukse wortels (en een broertje: Tommy). Ook voor Albert was er die eerste schooldag toen niemand op hem zat te wachten, maar wel iemand hem als eerste zag. Onze school was minder wit dan die van O-see-ie in Washington. Wij wisten allemaal wat het was om ergens anders opnieuw te moeten beginnen, al waren onze vaders soldaten en geen diplomaten. En toch keken we op van Albert, die godzijdank niet bang was. Hij moet geweten hebben dat hij met zijn binnenstebuiten oogleden en knikkervaardigheid troeven in handen had. Dat hoop ik tenminste. Met terugwerkende kracht.
Deze column verscheen bijna drie jaar geleden op Literair Nederland.
Leave a Reply