Gisteren bezorgde de postbode Houllebecq van Sabine van Wesemael, verschenen in de serie Elementaire deeltjes. Sabine van Wesemael viel mij vorig jaar op tijdens Fête Houellebecq! Een middag rondom Michel Houellebecq. In het Betty Asfalt Complex werd de verschijning van de Nederlandse vertaling van Serotonine gevierd. Behalve vertaler Martin de Haan spraken daar ook Pieter Waterdrinker, Ariejan Korteweg en Damiaan Denys, en Aafke Romeijn en Stella Bergsma lieten muzikaal van zich horen.
Sabine van Wesemael was daar dus ook (en ook Michel Houellebecq zelf maakte aan het eind van de middag zijn opwachting). Zij is docente Europese letterkunde aan de UvA en docente Frans aan het Murmellius Gymnasium in Alkmaar. Ze besteedde het kwartier dat haar toebedeeld was goed, en bleek net als Martin de Haan een kenner/liefhebber van het werk van Michel Houellebecq.
Zij begon wat een vlammend betoog zou blijken zo:
‘Mij is gevraagd iets te vertellen over de positie die Houellebecq inneemt in de Franse letterkunde. Een onderwerp dat hem zeer interesseert, waar hij veel over schrijft in essays en ook in zijn romans’,
om zich vervolgens ondanks dat kwartier niet te beperken tot de grote lijnen:
Ook in Houellebecq zet Sabine van Wesemael stevig in. Op de tweede bladzijde van haar voorwoord schrijft ze:
‘Houellebecq spiegelt zich graag aan auteurs als Balzac, Baudelaire, Proust, Mann, Pérec en Easton Ellis, om er maar een paar te noemen, en zij zijn ook aanwezig in zijn werk. Het zijn enkele van deze intertekstuele verbanden die ik wil blootleggen. Hiermee is niet gezegd dat de spanning tussen Houellebecqs masculien georiënteerde, provocatieve, anti-academische schrijversidentiteiten en mijn identiteit als vrouw en letterkundige die houdt van zijn werk niet uitgebreid aan de orde zal komen.’
Dat belooft wat.
Leave a Reply