In de jaren zeventig kon het nog ongestraft: kiezen voor de bijstand. Terwijl anderen gaan studeren opteren Lou Baljon en Eddie van de Beek voor deze mogelijkheid. Zij ambiëren een toekomst in de muziek en de journalistiek en gaan ‘gesubsidieerd’ aan de slag zodra ze hun diploma hebben. Lou als roadie bij een plaatselijke coverband, Eddie als verslaggever bij een regionale krant.
Hun succes blijft door die beperkte actieradius achter bij hun ambities. Eddie zal de sprong naar wat in zijn ogen een echte krant is nooit maken. Voor zijn baas is hij als ingezetene van de gemeente Zevenaar een perfecte chef voor het streekkatern. Lou switcht in de periode die De rode loper bestrijkt drie keer van bezigheid: hij begint als roadie, wordt dan geluidstechnicus met een eigen opnamestudio en daarna uitbater van een undergroundbioscoop, gespecialiseerd in horrorfilms. Een functie die hij combineert met het maken van bruidsreportages. Bij elke carrièremove is Eddie de aanjager – en brenger van het nieuws; een journalist zit altijd om kopij verlegen. Alleen het briljante idee waaraan de roman van Thomas Rosenboom zijn naam ontleent, is van Lou zelf.
Voor Eddie wordt niet alleen zijn baan, maar ook zijn huwelijk een gewoonte. Lou die nooit een vaste relatie heeft gehad en in het busje van de band elke gelegenheid te baat nam, verlangt naarmate het leven vordert steeds maar naar huiselijkheid en gezelschap. Maar hij is er in de loop der jaren niet sociaalvaardiger op geworden. En het meisje dat in aanmerking komt is dat ook niet.
In De rode loper heeft Thomas Rosenboom niet een, niet twee, maar wel drie tijdgeesten gevangen. Hij stapt met zevenmijlslaarzen door de laatste decennia van de vorige en het eerste van deze eeuw – een hoofdstuk beginnen met ‘Tien jaar later’ doet wonderen.
Terwijl de tijd niet stil staat, doen Lou en Eddie dat wel. Zij zetten geen stappen voorwaarts, hun hele leven is een lange sur place. Al krijgen de mannen op hun manier – codewoorden: ritselen en regelen, nu zou men dat wellicht anders noemen – wel het een en ander voor elkaar: doorslaand succes kennen ze niet.
Thomas Rosenboom laat ze niet klagen, zijn woorden doen het werk:
‘Tien jaar later bestond Studio Seven nog steeds.
(…)
De aanvankelijke drukte hield echter niet aan.
(…)
Zo waren de jaren verstreken, met nu eens een opname, dan weer een trouwreportage, één keer per week de Tol en al die lege dagen ertussenin. Wanneer hij boodschappen deed met zijn nettas, lange haar en kreupele gang werd hij nog altijd als een bekendheid gegroet, maar niemand die in hem nog een opnameleider zag, niemand die ooit nog van zijn studio hoorde – daar was het nu net zo verlaten als op het laatst in de ijsfabriek [repetitieruimte van de band, lw], de fade-out van de neergang had zich doorgezet tot bijna volledige stilte.’
Thomas Rosenboom situeert zijn verhalen en romans bij voorkeur buiten de periferie van de stad. Publieke werken speelt zich bijvoorbeeld deels af in de veengebieden in Drenthe, Een nieuwe man in de provincie Groningen, Zoete mond in een dorpje aan een rivier. Hij prefereert het klimaat buiten boven dat in de stad.
Het portret dat hij dit keer schetst van een stadje in een uithoek van het land waar minimaal twee inwoners streven naar het hoogst haalbare en zich man van de wereld wanen, maar uiteindelijk kleine ondernemer blijft, is overtuigend, maar bovenal diep triest en tragikomisch.
Wat de mensen in Zevenaar gemeen hebben met de mensen in de stad is dat ze gezien willen worden. Volgens Eddie – en misschien ook wel volgens Thomas Rosenboom – is narcisme ‘de ziekte van deze tijd, half Nederland leidt aan een mateloos verlangen naar aandacht en bewondering, maar hoe krijg je die als je niks bijzonders kunt?’ De vraag uit wiens mond het dat meest geloofwaardig klinkt.
‘ “Steeds meer mensen voelen zich te goed voor hun eigen middelmatigheid, dus dan bedenken ze iets geks, drie keer achter elkaar de Alpe d’Huez op fietsen of te paard naar Istanbul, en die heldendaad mogen familie en vrienden dan sponsoren. Toppunt van narcisme is het om de opbrengst aan het goede doel te schenken, want dan kom je zeker als de nieuwe Robin Hood in de krant. Ondertussen zetten ze fietsfoto’s van zichzelf op Facebook, en de liefdadige ruiter houdt onderweg naar Istanbul een blog bij. Terug in Nederland vinden ze het alleen maar vanzelfsprekend dat de rode lopers voor ze wordt uitgerold, daar was het ze allemaal om begonnen.” ’
Na die cri de cœur van Eddie begrijpt Lou dat een rode loper uitrollen serious business is. Maar als hij op het hoogtepunt van dat succes stopt, gaapt er een leegte. Meer nog dan Eddie is Lou een tragisch figuur, een oudere jongere die blijft verlangen naar bezoek, maar totdat zij komt genoegen neemt met een glas wijn op de armleuning van de stoel tegenover hem.
De rode loper
Thomas Rosenboom
Querido, 2012
ISBN 978-90-214-4327-0
Acht jaar geleden geschreven voor De contrabas.
Leave a Reply