Zo minutieus als hij in de zeven delen van Het bureau schreef over zijn wederwaardigheden als wetenschappelijk medewerker op een instituut waar het volkseigene onderzocht wordt, zo gedetailleerd tekende hij in Terloops, Buiten schot en Gaandeweg op wat hij – J.J. Voskuil – en zijn vrouw tijdens hun wandelvakanties meemaakten.
De voettochten van Voskuil
‘Meemaken’ is misschien een iets te groot woord, want daarvoor is wat hij in zijn dagboek noteert te alledaags. In de drie reisdagboeken ontbreken de afstand en het relativeringsvermogen die van Meneer Beerta, Vuile handen, Plankton, Het A.P. Beerta Instituut, En ook weemoedigheid, Afgang en De dood van Maarten Koning verslavende literatuur maakten. Hoewel veel van de vakanties in zijn Voettochten een vergelijkbaar en voorspelbaar verloop hebben, ontberen de verslagen herhaling als stijlmiddel.
En toch las ik ze met plezier: ze bevestigen de kijk op de wereld van J.J. Voskuil (en zijn vrouw Lousje).
Aan de titel van het eerste deel van Voskuils Voettochten lijkt zijn uitgever nu de titel te ontlenen voor een reeks van wandelverhalen. Er verschenen er tot nog toe vier: Bergje van Bregje Hofstede, Je keek te ver van Marjoleine de Vos, De grote ronde van Thomas Rosenboom en De 3 bestaat niet van Gerbrand Bakker. Op Marjoleine de Vos na schrijvers die bij andere uitgevers onder dak zijn.
Vluchtig?
Hoewel het kleine boekjes zijn en ze inderdaad over wandelen gaan, is het de vraag of ‘terloops’ toepasselijk is als overkoepelende titel. Zo ‘terloops’ als ‘terloops’ in Van Dale staat:
1 terloops (bn.) vluchtig, oppervlakkig: terloopse bezoeken, mededelingen; een terloopse opmerking
2 terloops (bw.) 1 in de gauwigheid, tussen andere bezigheden door, syn. Inderhaast: nauwelijks vond ik nog de gelegenheid om met haar terloops een woordje te wisselen 2 in ’t voorbijgaan, als bijzaak: hij had haar terloops gegroet; terloops iets nakijken, opmerken, ter sprake brengen; ernstige zaken mag men niet terloops afdoen,
is de inhoud van de ‘boekjes’ van Bregje Hofstede, Marjoleine de Vos, Thomas Rosenboom en Gerbrand Bakker niet. Dat Van Oorschot met deze jubileumuitgaven – de serie Terloops start in het jaar dat de uitgeverij 75 jaar bestaat – veel publiciteit weet te genereren is niet alleen vanwege de populariteit van boeken waarin gewandeld wordt.
Wandelen+
Terwijl J.J. Voskuil en zijn vrouw in Terloops, Buiten schot en Gaandeweg vooral letterlijk van a naar b wandelden, gaan de meeste wandelboeken tegenwoordig verder: niet (alleen) de afgelegde weg doet er toe. Wandelen staat voor iets fundamenteler, zoals de verbondenheid tussen mens en natuur – lees: Pelgrim langs Tinker Creek van Annie Dillard – of de perfecte combinatie die wandelen vormt met denken – lees: Wanderlust: een filosofische geschiedenis van wandelen van Rebecca Solnit.
Die gelaagdheid zit ook in de tot nu toe in de reeks Terloops verschenen titels. Bregje Hofstede keerde met en zonder ‘de jongen’ terug naar de berg die haar als kind betoverde – haar ‘bergje’ is de Sass Songher in de Dolomieten – en onderzocht of die sensatie houdbaar en overdraagbaar is.
Marjoleine de Vos wandelde in haar directe omgeving in Noord-Groningen. Ze leest het landschap, wijst op sporen van de mens, staat stil bij wat verloren gaat en vindt pendelend tussen wat ze ziet en wat ze denkt en voelt toepasselijke teksten (van anderen).
Voordat Thomas Rosenboom in staat is om binnen te blijven en stil te zitten, moet hij zijn vaste ronde door Amsterdam gelopen hebben. Behalve wonderlijke types en potentiële vogels komt hij tijdens zijn wandeling ook zichzelf – de schrijver die hij was en niet meer is – tegen.
En Gerbrand Bakker meta-wandelt: hij neemt de taak op zich om een wandeling in zijn omgeving opnieuw te markeren, en kan tijdens die exercitie veel (on)genoegen kwijt.
Nutteloos noodzakelijk
Tussen de zeventig en de tachtig bladzijden tellen de ‘terloopse boekjes’ van Bregje Hofstede, Marjoleine de Vos, Thomas Rosenboom en Gerbrand Bakker en hoewel die bladzijden ook nog eens klein zijn, blijkt het ruim voldoende om een compleet verhaal te vertellen. Dat van Bregje Hofstede is ambitieus, dat van Marjoleine de Vos indringend en melancholiek, dat van Thomas Rosenboom openhartig en reflectief. Van de vier sluit de toon van Gerbrand Bakker misschien wel het meest aan bij die van J.J. Voskuil, maar dan niet bij die van zijn Voettochten, maar bij die van Het bureau. Net als Voskuil wijdt hij zich vol overgave aan een taak waarvan de zin betwist kan worden. En dat weet Gerbrand Bakker.
Bergje
Bregje Hofstede
Amsterdam : Van Oorschot, 2020
ISBN 978-90-282-1033-2
Je keek te ver
Marjoleine de Vos
Amsterdam : Van Oorschot, 2020
ISBN 978-90-282-1032-5
De grote ronde
Thomas Rosenboom
Amsterdam : Van Oorschot, 2020
ISBN 978-90-282-2002-7
De 3 bestaat niet
Gerbrand Bakker
Amsterdam : Van Oorschot, 2020
ISBN 978-90-282-2005-8
Leave a Reply