De één wandelt al bijna 25 jaar dagelijkse hetzelfde rondje door de stad, de ander verkende sinds de lockdown van kracht werd zijn directe omgeving (en had daar na ruim twee maanden eigenlijk al genoeg van). De één wandelde aanvankelijk om een overschot aan uren weg te lopen, de ander ging doelbewust op stap om een verstilde wereld vast te leggen. Voor de één was gebrek aan afleiding een zegen: al fabulerend zonk hij weg in formuleren. Voor de ander waren de woorden aanvankelijk bijzaak, maar schrijven blijkt te helen en woorden te troosten.
Officieel is Thomas Rosenboom gestopt als schrijver, maar in De grote ronde: een wandeling laat hij zien dat hij nog steeds kan schrijven. Misschien omdat de druk van de ketel is en het grote verzinnen en construeren verleden tijd is.
Dat fotograaf Stephan Vanfleteren als het moet de juiste woorden weet te vinden, bleek recent nog toen hij voor Aan een karakter: brieven aan Jeroen Brouwers een brief aan de tachtig jaar geworden auteur schreef. De gemoedsgesteldheid van Vanfleteren speelt in Dagboek van een fotograaf: coronawandelingen zeker een rol, maar zijn dagboekaantekeningen geven vooral inzicht in de manier waarop hij kijkt en te werk gaat. Al moet de lezer de beelden erbij denken. Want er staan geen plaatjes in Dagboek van een fotograaf.
Het wandelen van Thomas Rosenboom in Amsterdam is dus in alle opzichten een ander wandelen dan dat van Stephan Vanfleteren in de Westhoek. Maar ondanks dat merken ze onderweg allebei een vogelverschrikker op. Dat wil zeggen: Thomas Rosenboom herinnert zich een vogelverschrikker:
‘Aan die hengel was, middels een touw of elastiek, een zwarte vlieger in de vorm van een roofvogel bevestigd, die heen en weer heen zwaaide op de wind. Ik begreep dat het een vogelverschrikker moest zijn en inderdaad waren er nergens in de buurt meer duiven te zien, alleen nog grote mantelmeeuwen en zilvermeeuwen, die kennelijk voor geen roofvogel vervaard zijn of anders het bedrog doorzagen. Ik had zo’n kunsthavik weleens eerder gezien, lang geleden, vanuit de trein in Zeeland, waar die een boomgaard beschermde. Meestal ontstaan nieuwigheden in de stad om van daaruit het buitengebied te bereiken, maar deze vliegende vogelverschrikker had tot mijn grote voldoening kennelijk de omgekeerde weg weten af te leggen. Inmiddels heeft een storm de roofvogel van Emmelot losgerukt, en enige tijd hing die met gebroken vlerken vleugellam in de takken van een naburige boom. Later verdween ook dat restant, maar nog altijd als ik weer langs Emmelot kom kijk ik omhoog of er misschien weer een nieuwe kunsthavik aan de hengel hangt’,
terwijl Stephan Vanfleteren er echt een ziet:
‘Een paar kilometer verder trekt een vogelverschrikker mijn aandacht. Het is geen namaakpersoon maar een namaakvlieger in de vorm van een vogel of, wie weet, een vleermuis. Batman aan de leiband. De vlieger hangt aan een draad die meeveert met de wind. Het is poepsimpel en efficiënt. Beter dan die imbeciele zelfgemaakte vogelverschrikkers of storende geluidskanonnen.
De zwarte vogel wiegt heen en weer maar zorgt door de draad voor dierlijke sociale distancing.’
Van de vogelverschrikker van Thomas Rosenboom ontbreekt inmiddels elk spoor, die van Stephan Vanfleteren hangt nog tot 13 september te kijk op de tentoonstelling Corona Walks in FOMU, het Fotomuseum in Antwerpen.
Aan die tentoonstelling besteedde ATV (Antwerpse TeleVisie) aandacht:
Stefan Vanfleteren was zondag 5 juli 2020 samen met Alicja Gescinska te gast in de eerste aflevering van Zomerhuis met boeken, gepresenteerd door Lieven van Gils.
Thomas Rosenboom was vanwege De grote ronde te gast in VPRO Nooit meer slapen:
Leave a Reply