Brommer op zee, dat was mijn eerste kennismaking met het werk van J.M.A. – Maarten – Biesheuvel. Net als die andere schrijvende Maarten – Maarten ’t Hart; ze debuteerden ongeveer tegelijkertijd en dat was toen nog maar een paar jaar geleden – leerde ik hem kennen tijdens de lessen Nederlands. Naar de beweegredenen van mijn leraar Nederlands om ook aan hem – van die andere Maarten snapte ik het wel – uitgebreid aandacht te besteden, kan ik zoveel jaar na dato alleen nog maar raden. Maar dat komt vast omdat ik Biesheuvel toen van de twee de meest ‘lichte’ schrijver vond, en ‘licht’ associeerde ik niet per se met literatuur.
Hoe dan ook: het komt er eigenlijk op neer dat ik het belang van J.M.A. Biesheuvel en zijn werk pas relatief laat inzag en ik daarom te weinig van hem heb gelezen om hem en zijn oeuvre recht te doen. Terwijl wat ik toen en later van hem las helemaal niet zo ‘licht’ bleek en zonder twijfel literatuur was.
Brommer op zee is me ondanks die bedenkingen toen altijd bijgebleven. Zo bij dat ik onmiddellijk aan dat verhaal uit In de bovenkooi moest denken toen ik heel veel jaren later Dooi van Rascha Peper las en Bente over het ijs uit de verte aan kwam schaatsen. Voor Ruben Saarloos moet dat net zo onwerkelijk zijn geweest als het lichtje dat Isaäc in Brommer op zee over het water zag naderen.
Een literair motief zou mijn leraar Nederlands van toen dat ongetwijfeld genoemd hebben. Niet te verwarren met het thema. Het thema gaat over het grote geheel, over het onderwerp dat de schrijver aansnijdt, terwijl het motief de beelden betreft die hij gebruikt. Zo heb ik het tenminste onthouden.
Maar belangrijker dan dat: mijn docent beloofde me toen dat naarmate ik meer zou lezen, ik meer motieven zou gaan herkennen. Vandaar dat ik tijdens het lezen van Dooi aan het verhaal van Maarten Biesheuvel moest denken.
Maarten Biesheuvel zelf liep ik een paar keer tegen het lijf. De eerste keer toen er in het toen nog Letterkundig Museum een P.C. Hooftprijs – niet aan hem, hij had hem toen al – werd uitgereikt. Hij was er samen met zijn vrouw Eva, om wie hij zich zorgzaam bekommerde (terwijl hij toch de naam had van hulpbehoevende).
Daarna zag ik hem nog twee keer, beide keren tijdens de uitreiking van de naar hem genoemde prijs die toen nog jaarlijks werd toegekend voor de beste Nederlandstalige verhalenbundel. Ook in het jaar na het overlijden van zijn vrouw gaf hij daar acte de présence en nam hij de moeite om de winnaar persoonlijk te feliciteren. Ook die winnaar stelde dat – net als die van het jaar daarvoor – zeer op prijs. Voor hen was en is J.M.A. Biesheuvel waarschijnlijk altijd al de schrijver van meesterlijke korte verhalen.
Na het overlijden van Maarten Biesheuvel heb ik Brommer op zee herlezen, en vond ik de gelijknamige korte film die Diede van Vree in 2011 op basis van dat verhaal maakte.
Brommer op Zee from Wanderlust on Vimeo.
Hans Mellendijk says
en natuurlijk de prijswinnende tekening van Louis Radstaak; https://smelsslems.blogspot.com/2019/05/maarten-biesheuvel-80.html