Toen ik in de fabriek ging werken
Of is de eerste zin?
Toen ik in de fabriek ging werken
Had ik natuurlijk wel een idee van
De stank
De kou
Het sjouwen en tillen
Het zwoegen
De arbeidsomstandigheden
De lopende band
De moderne slavernij
In zijn epische gedicht Aan de lopende band: aantekeningen uit de fabriek gebruikt Joseph Pontus geen leestekens. Behalve als hij woorden aanhaalt. Elke zin begint met een hoofdletter, blijkt als je vordert in het verhaal.
Dan is
Toen ik in de fabriek ging werken
dus toch de eerste zin.
Ik ben nog maar net in Aan de lopende band: aantekeningen uit de fabriek begonnen, ik weet dus nog niet hoe belezen de uitzendkracht is die voor het geld in de visverwerkende industrie is beland. Maar dat Victor Hugo al op de tweede pagina geciteerd wordt belooft wat.
Dat ik aan mijn leraar geschiedenis moet denken is geen toeval. Hij koos weliswaar niet voor het geld maar uit principe voor het werken aan de lopende band, maar toch. Toen – ik was elf – vond ik dat een onlogische keuze. Nu begrijp ik hem beter.
Praten over Aan de lopende band: aantekeningen uit de fabriek betekent ook praten over de maatschappij zoals wij die zijn gaan kennen.
Aan de lopende band: aantekeningen uit de fabriek
Joseph Ponthus (vertaling: Floor Borsboom)
Amsterdam : Arbeiderspers, 2020
ISBN 978-90295-4063-6
Leave a Reply