Na twintig kilometer passeert het peloton Montmorillon. Met 22 boekwinkels op zesduizend inwoners mag Montmorillon zich met recht ‘Cité de l’Écrit’ noemen. Nu moeten boekensteden het zelden van de eigen inwoners hebben. Echt lonend wordt het pas als een boekenstad er in slaagt om vanwege de hoge boek(winkel)dichtheid liefhebbers te verleiden een omweg te maken of liever nog een dag uit te trekken om er ongestoord te snuffelen.
De enige officiële Boekenstad die ik ooit – al moet onder ‘ooit’ meer dan eens verstaan worden – bezocht is Bredevoort. Ik woonde in de buurt toen Bredevoort van een onbekend Achterhoeks dorp ‘Boekenstad’ werd. Voor die tijd – voor 1990 – kende ik Bredevoort alleen als geboortedorp van Hendrickje Stoffels, die iets had met Rembrandt van Rijn.
Of er nog steeds (of weer) zoveel boekwinkeltjes in Boekenstad Bredevoort zijn als in de eerste jaren weet ik niet. Misschien moet ik er weer eens gaan kijken.
Ik heb er zoals het hoort heel wat boeken gekocht. Vraag me niet welke titels precies. Maar dat Hongerjaren: roman uit Marokko van Mohammed Shoekri – in de serie De Derde Spreker van de Novib – het eerste boek was, weet ik zeker. Ik viste het uit een van de vele dozen in een boekwinkel die gevestigd was in een klaslokaal. Het kostte een kwartje. Paul Bowles had me op het spoor van Hongerjaren en Mohammed Shoekri gezet.
Ik kocht Hongerjaren, het autobiografische verhaal van Mohammed Choukri daarna nog twee keer. In 2006 toen het op aandringen van Abdelkader Benali herdrukt werd (bij Athenaeum op het Spui), en tien jaar later toen het verscheen in de Berberbibliotheek (bij de uitgever).
Leave a Reply