Als de renners Montbrison passeren, zijn ze al over de helft. In Montbrison werd componist en dirigent Pierre Boulez geboren. Pierre Boulez zette als componist de nodige poëzie op papier, waaronder Tombeau (de Verlaine) van Stéphane Mallarmé, dat samen met Le Tombeau d’Edgar Poe en Le tombeau de Charles Baudelaire, Sonnet en het titelloze gedicht dat begint met ‘Slechts voor een reislust’ bij Mallermé een cyclus vormt.
Pierre Boulez bracht Tombeau (de Verlaine) onder in het vijfdelige Pli selon pli, waarin het samen met Don du poème, Improvisation I sur Mallarmé (gebaseerd op Le vierge, le vivace et le bel aujourd’hui), Improvisation II sur Mallarmé (gebaseerd op Une dentelle s’abolit) en Improvisation III sur Mallarmé (A la nue accablante tu), een muzikaal portret van Stéphane Mallermé vormt.
Tombeau
Anniversaire — Janvier 1897
Le noir roc courroucé que la bise le roule
Ne s’arrêtera ni sous de pieuses mains
Tâtant sa ressemblance avec les maux humains
Comme pour en bénir quelque funeste moule.
Ici presque toujours si le ramier roucoule
Cet immatériel deuil opprime de maints
Nubiles plis l’astre mûri des lendemains
Dont un scintillement argentera la foule.
Qui cherche, parcourant le solitaire bond
Tantôt extérieur de notre vagabond —
Verlaine ? Il est caché parmi l’herbe, Verlaine
À ne surprendre que naïvement d’accord
La lèvre sans y boire ou tarir son haleine
Un peu profond ruisseau calomnié la mort.
Paul Claes vertaalde het:
Grafsteen
Jaargetijde – januari 1897
Zwart rolt het rotsblok in de vrieswind zo vol toorn
Dat het zelfs onder vrome handen niet stil staat
Die zijn gelijkenis toetsen aan het werelds
Alsof dit jammerlijk model hen kon bekoren.
Haast altijd als de ringduif haar gekir laat horen
Drukt die onstoffelijke rouw een bruidsgewaad
Op het gerijpt gesternte van de dageraad
Dat zilverig de menigte zal overgloren.
Wie zoekt, de buiteling van onze vagebond
Doorlopend die nog zichtbaar was vóór deze stont –
Verlaine? Hij ligt in het gras verstopt, Verlaine
Om te verrassen slechts als argeloos deelgenoot
De lip zonder eraan te drinken of te kwijnen
Een niet heel diepe plas die wordt gehoond de dood.
(uit: De middag van een Faun, 1992)
En zo klinkt het in de uitvoering van het Orchestre du Conservatoire de Paris en het Ensemble Intercontemporain o.l.v. Matthias Pintscher. De sopraan is Marisol Montalvo:
Leave a Reply