Het zal ongeveer in dezelfde tijd geweest zijn dat ik ontdekte dat de maanden naadloos op elkaar aansloten, dat ik het principe van de horizontale programmering ontdekte.
Op een dag viel ik toen ik de televisie aanzette midden in een verhaal dat mij uitermate beviel. Ik bleef geboeid kijken tot het abrupt eindigde en raadpleegde daarna de Hörzu, een Duitstalige televisiegids die we tijdens ons zaterdagse boodschappenuitstapje over de grens gekocht hadden.
Ik bleek naar Die Kartause von Parma gekeken te hebben. Dat zei mij helemaal niets. Maar ik wilde wel weten hoe het verhaal verder zou gaan, en dus ging ik er een week later – op goed geluk, want er was geen tv-gids die ik kon raadplegen, uit de Hörzu kon ik alleen opmaken dat het geen zin had om de volgende dagen te kijken – opnieuw voor zitten. En zowaar, Die Kartause von Parma ging verder waar het verhaal een week eerder was opgehouden. En een week later weer, en de week daarna ook. En toen was het verhaal uit.
Gelezen heb ik De Chartreuse van Parma /De Kartuize van Parma van Stendhal ondanks al mijn goede voornemens nog steeds niet. Maar dat het meer is dan een verhaal met een romantische inslag heb ik lang geleden al begrepen.
In het nawoord van de mede door hem mogelijk gemaakte nieuwe vertaling van Theo Kars schrijft Arnon Grunberg:
‘De Kartuize van Parma, zoals het boek nu heet, is een van de meest romantische boeken die ik ken en een van de interessantste over verveling. Stendhal laat zien dat de romantische liefde een intelligent antwoord is op intense verveling. Hoe intelligent dat antwoord is blijkt wel uit het feit dat wij nog steeds met de romantische liefde zitten opgescheept, althans met een bescheiden en tamelijk gekuist overblijfsel ervan, maar we zijn vergeten in welke buik zij geboren is.’
Dat van die verveling moet ik nog aan den lijve gaan ondervinden.
Stendhal werd in 1783 als Marie-Henri Beyle geboren in Grenoble. De etappe van vandaag start in Grenoble.
Leave a Reply