HANTA

Literatuur en meer

  • Home
  • Over Hanta
  • Contact
  • Privacy statement
  • Columns
  • Recensies
  • Beschouwingen
  • Blog
  • Meer
    • Liliane leest
    • Kettinglezen & rijgschrijven
    • Mediamoment
    • Sportzomers en -winters!
    • Zomergasten
    • Thuisblijfreizen
    • Bouke’s blues
    • Proza
    • Poëzie
You are here: Home / Alles / (non-)fictie / columns / Een konijn, een kraai en een kalkoen

Een konijn, een kraai en een kalkoen

12/12/2020 by Liliane Waanders Leave a Comment

Wat Todd Rundgren van Ton Naaijkens en Daan Doesborgh kan leren

‘Vertalen is niet woord voor woord opzoeken en opschrijven, maar het je eigen maken in je eigen taal, dus zorgen dat het klopt. En heeft Todd Rundgren dat gedaan met Flappie? Nee, niet echt. Er is eigenlijk niets eigens aan. Het is allemaal uit het origineel ge-Youpt. Knip, vertaal, plak: in drie minuten en vijf seconden was hij klaar en het resultaat was dan ook a dragon of a jewelsty, oftewel: een draak van jewelste.’

Op maandag 7 december fileerde Frank van Pamelen, lid van het taalteam vanSpraakmakers, de vertaling die zanger Todd Rundgren maakte van Flappie, de kerstklassieker van Youp van ’t Hek.

Dat Todd Rundgren – die het niet nodig vond om tekstschrijver Youp van ’t Hek en componist Jan Kokken vooraf om toestemming te vragen, maar zijn versie vergezeld laat gaan van de waarschuwing: ‘Unauthorized reproduction is a violation of applicable laws’ – zich er makkelijk van afgemaakt heeft, is voor iedereen die het origineel kent duidelijk. Dat Todd Rundgren met het heel letterlijk vertalen van de tekst voorbijgaat aan de culturele context waarbinnen Youp van ’t Hek het lied schreef, is niet zomaar een kanttekening die naarmate er meer commentaar op zijn werkwijze komt geplaatst wordt.

Stel dat Ton Naaijkens en Daan Doesborgh zich ook zo weinig rekenschap hadden gegeven van de herkomst van de teksten toen zij aan het vertalen sloegen. Dan was er van de poëzie van Paul Celan en Ted Hughes weinig overgebleven.
Beide vertalers kennen het werk dat zij vertaalden en de context waarbinnen dat werk tot stand kwam door en door. Van de hand van Ton Naaijkens verscheen al een 2003 een eerste versie van zijn vertaling van het Verzameld werk; Daan Doesborgh was volgens eigen zeggen een jaar of zestien toen hij voor het eerst een gedicht uit Crow vertaalde.

Keuzes die Ton Naaijkens moest maken

In de recent verschenen herziene versie van Verzameld werk heeft Ton Naaijkens zowel zijn verantwoording uit 2003 als die uit 2020 opgenomen. Ton Naaijkens is er zich terdege van bewust dat Paul Celan vertalen en hem daarmee weghalen uit zijn bevuilde en besmette taal een precaire kwestie is: ‘Het gevaar van het wegvertalen – van geschiedenis, identiteit en ethos – lag steeds op de loer.’
Hoe zorgvuldig en weloverwogen de keuzes die Ton Naaijkens maakt ook zijn, zijn vertalingen doen iets met Paul Celan: ‘Door me met Celan te bemoeien verplaats ik hem, geografisch, temporeel en moreel. Hij wordt een ander, iemand die opnieuw en anders spreekt’, schreef hij al in 2003 in zijn inleiding, waarin hij ook de volgorde waarin hij de gedichten plaatst verantwoordt: ‘Ik heb de chronologie van de levensbeschrijving gebruikt als mal voor het rangschikken van de teksten. Die staan in deze uitgave in de volgorde van publicatie, die meestal de volgorde van ontstaan is. (…) Met deze ordening in de Nederlandse uitgave wil ik aangeven het werk van Celan als een organisch geheel te beschouwen en als een zorgvuldig opgebouwd oeuvre dat gekenmerkt wordt door innerlijke samenhang en compositie. Er zijn op talloze plaatsen verbanden te leggen tussen de verschillende teksten, die daardoor begrijpelijker worden en reliëf krijgen.’

Volgorde enigszins herzien

In de herziene versie van het Verzameld werk bracht Ton Naaijkens, op basis van een geactualiseerde versie van de door Barbara Wiedemann geannoteerde gedichten, op een aantal punten wijzigingen aan in de volgorde waarin hij de gedichten plaatste. ‘Zo compleet mogelijk stelde zij “het materiaal” ter beschikking dat voor elke bundel en elk afzonderlijke gedicht op het tijdstip van hun ontstaan en voor Celans latere omgang ermee relevant was.’
Haar studie dwong hem tot nieuwe keuzes: ‘Dat ik Wiedemanns uitgave als bron nam hield opvallend genoeg ook een aantal wijzigingen in het origineel in – zeldzame slordigheden in de nog door Celan geautoriseerde bundels; andere versies bij een paar gedichten uit de nalatenschap; veranderingen van volgorde en presentatie in de niet-geautoriseerde bundels van na 1970; een enkele nieuwe regel (zie bijvoorbeeld “En kracht en pijn”). Ik nam ook drie extra gedichten op die ik op grond van wat ik gelezen had noodzakelijke toevoegingen vond.’
Hij volgde Barbara Wiedemann niet in al haar opvattingen: ‘Anders dan Wiedemann rangschik ik de bundel Schneepart (Sneeuwpartij) niet onder het nagelaten werk – die bundel is te af en inhoudelijk een logisch slotstuk van het oeuvre.’ Het is niet de enige afwijkende keuze die hij maakt.

Eén- of tweetalig

Van een andere orde, maar daarom niet minder belangrijk, zijn de overwegingen die een rol speelden bij het maken van de keuze om van het Verzameld werk een één- of een tweetalige versie te maken. Aanvankelijk verschenen de vertalingen die Ton Naaijkens maakte van losse bundels van Paul Celan – de eerste in 1991 – als ééntalige uitgaven – ‘De eerste bundels waren eentalige uitgaven, omdat ik van de vertalingen vond dat ze ook op eigen benen moesten kunnen staan’ – en aanvankelijk was het ook de bedoeling om van de verzamelde gedichten alleen de vertaling te publiceren, maar op dat besluit kwam Ton Naaijkens terug. Uit zijn verantwoording bij de editie uit 2003: ‘laat de vertalingen maar de confrontatie aangaan met het origineel, ook al sneuvelen ze of vallen ze erbij in het niet. De Nederlandse lezer wint er alleen maar bij, want hij kan met de dubbele verwoordingen nieuwe leeservaringen ondergaan, een nieuw besef en nieuwe gedachten ontwikkelen, juist op de punten waarop ik afwijk en anders orden.’
Een formulering die hij achteraf wat ferm – ‘baldadig of strijdlustig’ – vond, blijkt uit de verantwoording in 2020: ‘Het gaat niet om wie of wat er wint, het gaat om samenspraak en wisselwerking, en in ieder geval om dynamiek, om een proces dat zich voltrekt. Mooi om dan meteen de originelen bij de hand te hebben.’

De eigen benen van een vertaling

‘Vertalingen zijn teksten die originelen door elkaar schudden en veranderen. Ze eisen een eigen recht van spreken op en moeten op eigen benen kunnen staan’, schreef Ton Naaijkens in 2003, die zijn eigen vertalingen in 2020 kritisch onder de loep nam, en waar nodig aanpaste. ‘Veel bleef hetzelfde. Op sommige punten bleken mijn vertaalopvattingen verschoven te zijn, soms heb ik de tekst letterlijker genomen dan ik destijds durfde of wilde doen. Kleine veranderingen, ritmische aanscherpingen, hier en daar iets belangrijks dat ik eerder niet goed las (…).’

Dichter Daan Doesborgh gebruikt zijn verantwoording voor een belangrijk deel om de mensen die hem tijdens verschillende fasen van het vertaalproces voor het maken van grote fouten behoedden te bedanken. Maar hij zegt ook iets over wat hem voor ogen stond: ‘Na die procedure ligt er hopelijk een vertaling die zo veel mogelijk recht doet aan het speelse, grimmige, soms virtuoos lelijke origineel. Ik heb in allerlei specialistische laatjes van de Nederlandse taal naar passende onderdelen moeten zoeken om de creaties van Hughes te laten werken, van bushcraftwebsites tot de Statenvertalijng, van de verzen van de Boeddha tot de hindoestaanse veda’s.’
Waarna hij toelicht waarom hij de gedichten Kraaikleur, Kraai improviseert en Twee eskimoliederen vertaald heeft zoals hij ze heeft vertaald. Ook Kraai: Uit het Leven en de Liederen van de Kraai is overigens een tweetalige uitgave, maar dat is voor Daan Doesborgh schijnbaar zo vanzelfsprekend dat hij daar geen woorden aan vuil maakt.

De verantwoordelijkheid van de lezer

Na het lezen van de beweegredenen achter hun keuzes wist ik wat Ton Naaijkens en ook Daan Doesborgh voor ogen stond. Toch dreigde ik tijdens het lezen van hun vertalingen met open ogen in een val te trappen. Want ook al nam ik mij voor om me tijdens het lezen niet te laten afleiden door de originelen op de linker bladzijden, ik betrapte mezelf er toch regelmatig op dat ik wilde weten wat daar stond. En natuurlijk dacht ik dan het af en toe beter te weten.
Ik moest mezelf dus regelmatig tot de orde roepen en vermanend toespreken. Want: ‘Vertalen is niet woord voor woord opzoeken en opschrijven’, en dat wist ik ook al voordat Frank van Pamelen die woorden tegen Todd Rungren gebruikte.

Een lezer moet zich vooral niet verbeelden dat hij het beter weet. Hij moet een vertaler niet op een foutje willen betrappen. Hij moet zich overgeven en de vertaalde tekst op zijn merites beoordelen. Het beste is als hij geen boodschap heeft aan het origineel. Hij moet doen alsof hij de taal niet machtig is of het origineel niet bij de hand heeft.

Eén taal tegelijk

En dus paste ik mijn leesstrategie aan. Ik las Kraai: uit het Leven en de Liederen van de Kraai, daalde af in de duistere wereld van Ted Hughes, en taalde niet naar Crow. From the Life and the Songs of the Crow. Dankzij Daan Doesborgh. Kraai komt binnen. De beelden. De zinnen die zelden meanderen, maar elkaar op de hielen zitten en dreigen buiten adem te raken. De woorden waarnaar gezocht is, maar die niet gezocht zijn.
Pas daarna las ik Crow. From the Life and the Songs of the Crow van begin tot eind. Om te constateren dat de vertaling het origineel ritmisch op de voet volgt. Daarna was het synchroon lezen van bron- en doeltekst eigenlijk bijzaak, al realiseerde ik me daardoor eens te meer dat Ted Hughes het zijn vertalers niet makkelijk heeft gemaakt.

Op dezelfde manier ben ik nu bezig in Verzameld werk van Paul Celan. Om recht te doen aan het organische geheel, blader ik niet en laat ik het boek ook niet op willekeurige plaatsen openvallen. Ik ben op de eerste bladzijde begonnen en hoop in een dusdanig tempo door te kunnen lezen dat ik die ga voelen, dat ik terugkerende thema’s, motieven en beelden ga herkennen, en het vocabulaire van Paul Celan mij ingeprent wordt. Maar zover ben ik nog lang niet. Voorlopig lees ik heel geconcentreerd wat er geschreven staat. En neem de tijd om dat te laten bezinken. Wat dat dwingen de gedichten van Paul Celan ook in de vertaling van Ton Naaijkens af.

Kalkoen?

Nog even terug naar Todd Rundgren. Mag je van een Amerikaanse singer/songwriter, die op verzoek van zijn platenmaatschappij een kerstsingle opneemt, verwachten dat hij uitgebreid onderzoek doet naar de herkomst van het nummer dat hij covert? Dat hij, kortom, net zo zorgvuldig te werk was gegaan als Ton Naaijkens en Daan Doesborgh en zich verdiept had in het leven en het werk van Youp van ’t Hek. Dat zou waarschijnlijk wat te veel gevraagd geweest zijn. Maar Todd Rundgren had zich ten minste moeten realiseren wie Youp van ’t Hek is en waar zijn Flappie voor staat. Misschien had dat hem op het idee gebracht om van het konijn een kalkoen te maken. Maar ja, hoe had die kalkoen dan moeten heten? Lobey misschien?

Net als Youp van ’t Hek zag ik aanvankelijk de lol van Todd Rundgrens Flappie wel in, maar al gauw vond ik het flauw en een typisch gevalletje ‘makkelijk scoren’. Dat was al voordat Frank van Pamelen het tijd vond worden om Todd Rundgren te roasten.  

Misschien ook interessant:

  1. Last Letter van Ted Hughes, voor Connie Palmen een opmaat tot Jij zegt het
  2. Toch nog even over: Verzameld werk – Carl Friedman
  3. Is ‘In het buitengebied’ van Adriaan van Dis wel een ‘roman in verhalen’?
  4. De missie van Pilar del Río, de vrouw van José Saramago

Filed Under: Beschouwingen, columns Tagged With: Crow, Crow: From the Life and the Songs of the Crow, Daan Doesborgh, Flappie, Frank van Pamelen, kraai, Kraai: Uit het Leven en de Liederen van de Kraai, Paul Celan, Spraakmakers, taalteam, Ted Hughes, Todd Rundgren, Ton Naaijkens, verzameld werk, Youp van ’t Hek

Leave a Reply Cancel reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Zoeken

  • Facebook
  • RSS
  • Twitter

Nieuwste berichten

  • Raoul de Jong boegbeeld Boekenweek, maar zijn werk wordt in hokjes gestopt
  • Rascha Peper: nu is ze er echt niet meer
  • Literatuur: het belang van representatie
  • Een kwestie: Roald Dahl aan de literaire schandpaal
  • Vragen naar de bekende weg: over het Kinderboekenweekgedicht van Pim Lammers

Spotlight

Auteurs

  • Liliane Waanders

Meest gelezen deze week

Tags

Adriaan van Dis Arnon Grunberg beeldende kunst boek boeken boekenweek Cees Nooteboom column De wereld draait door dood dwdd film fotografie gedicht Ilja Leonard Pfeijffer Jan Brokken journalistiek K.Schippers kunst lezen literatuur Louise O. Fresco Marguerite Duras muziek Oek de Jong Olympische Spelen Poetry International poëzie recensie roman Rotterdam schrijven sportzomer sportzomer 2012 sportzomer 2013 sportzomer 2014 stoïcijn tennissen Tour de France vertalen Virginia Woolf voetballen wielrennen William Shakespeare zomergasten

Zoeken

Volg Hanta

  • Facebook
  • RSS
  • Twitter

Hoofdmenu

  • Home
  • Over Hanta
  • Columns en beschouwingen
  • Recensies
  • Beschouwingen
  • Meer
  • Contact
  • Privacy statement

Rubrieken

  • Liliane leest
  • Kettinglezen & rijgschrijven
  • Mediamoment
  • Sportzomers en -winters!
  • Zomergasten
  • Thuisblijfreizen
  • Bouke’s blues
  • Proza
  • Poëzie

Net binnen

  • Raoul de Jong boegbeeld Boekenweek, maar zijn werk wordt in hokjes gestopt
  • Rascha Peper: nu is ze er echt niet meer
  • Literatuur: het belang van representatie

Archief

Auteurs

  • Liliane Waanders

Copyright © 2023 · News Pro Theme on Genesis Framework · WordPress · Log in

Hanta gebruikt cookies. Omdat een blog runnen zonder nou eenmaal niet kan. Wilt u geen cookies, zie dan de instructies hier: Meer over cookies Ok, ik snap het
Privacy & Cookies
Necessary Always Enabled