En nu moeten ook de boekwinkels hun deuren sluiten. Wat zij verkopen is volgens het kabinet niet essentieel genoeg om boekwinkels onder de ‘uitgezonderde detailhandel’ te laten vallen. Boeken worden in Nederland niet als eerste levensbehoefte gezien. In België wel: daar mogen niet alleen ‘de kranten- en boekenwinkels’ maar ook ‘de winkels voor schrijf- en papierwaren’ gewoon open blijven. Ook in Berlijn weten ze boekwinkels op waarde te schatten: ‘Sie würden als „geistige Tankstellen“ betrachtet und könnten daher wie bereits beim ersten Lockdown im Frühjahr geöffnet bleiben.’
Misschien valt er over wat in tijden van een harde lockdown van levensbelang is en wat niet te twisten, maar van een kabinet mag verwacht worden dat het de eigen uitgangspunten consequent naleeft.
Het sluiten van winkels is geen doel op zich: het doel is het drastisch terugdringen van het aantal verplaatsingen. Voorkomen moet worden dat mensen zich zoals tijdens Black Friday en in de aanloop naar Sinterklaas en masse op straat begeven. Blijf thuis en koop online was het devies toen het in de centra van veel steden te druk werd.
Dat thuisblijven en het online kopen van het niet-essentiële goed ‘boek’ is tot ten minste 19 januari 2021 de norm. Concreet betekent dat, dat boekwinkels in een winkelstraat vaak de enige zaken zijn die de deuren gesloten (moeten) houden.
Een ultieme poging van KBb, KVB en CPNB – belangenbehartigers voor de boekenbranche – om het tij voor de sector nog enigszins te keren en kabinet en Kamer voorafgaand aan het zoveelste coronadebat te bewegen boekwinkels alsnog aan te merken als essentiële winkels – vanwege het leveren van voedsel voor de geest, maar ook omdat boeken een vitale functie vervullen als het gaat om meningsvorming en debat – liep op niets uit.
Behalve dan dat de penibele situatie van ‘kwaliteitszaken’, waaronder de zelfstandige boekwinkels, door diverse partijen ter sprake werd gebracht, en premier Rutte beloofde – met de nodige tegenzin, want zelf vindt hij dat het niet nodig is om de kleine/lokale middenstand te pamperen: ‘Het feit dat wij daar met z’n allen met warmte over spreken, is ook gewoon heel belangrijk. Onderschat dat niet. Onderschat Nederland zelf ook niet. Nederland is slim, hè. (…) Ik zeg meer tegen ons allemaal, ook tegen mezelf, dat Nederlanders slim zijn. Ze hebben echt wel de kwaliteit, de warmte en het vakmanschap door die je bij speciaalzaken krijgt’ – dat hij staatssecretaris van Economische Zaken Mona Keijzer zou vragen om na te denken over oplossingen die binnen de uitgevaardigde regels de concurrentiepositie van de lokale middenstand ten opzichte van internetgiganten verbetert.
Voorlopig zit er voor een boekverkoper echter weinig anders op dan zijn verlies te nemen en zijn klanten zo goed mogelijk te bedienen. Dat betekent dat hij de komende weken weer heel wat af moet fietsen en rijden, want een afhaalloket is hém niet gegund. Daar was premier Rutte tijdens het debat heel stellig over: ‘Je wilt niet dat iedereen nu naar de winkel gaat om het daar te gaan ophalen, want dan heb je alsnog die hele drukte in de winkelstraat. Dat gaat helaas niet.’
Dat klinkt gezien het doel van de lockdown logisch, echter: als zich in een boekwinkel een servicepunt voor het ontvangen en verzenden van brieven en postpakketten bevindt, mag – of misschien wel moet – de winkel open blijven om mensen in de gelegenheid te stellen die pakketjes af te halen.
In het ongunstigste geval moet een boekverkoper dus voor een habbekrats op zijn post blijven om te zorgen dat bij concurrenten – lees: de internetgiganten – bestelde boeken door enthousiaste edoch naïeve boekkopers in ontvangst genomen kunnen worden.
Boekwinkels en ook andere speciaalzaken hebben tijdens deze harde lockdown onevenredig veel last van de concurrentie van zaken die wat voor de boekwinkel de hoofd- en een halszaak is, misschien niet een beetje, maar toch er bij doen, en daar nu extra van profiteren.
Het is natuurlijk ijdele hoop dat die concurrenten spontaan een gebaar maken en het langs politieke weg afdwingen van financiële solidariteit is ook mislukt. Tijdens het Kamerdebat suggereerden diverse partijen een solidariteitsheffing en de Partij voor de Dieren diende zelfs een motie in waarin de regering opgeroepen werd: ‘om zeer spoedig tot een voorstel te komen voor een solidariteitsbelasting voor grote internetwinkels die ten goede komt aan lokale of kleine winkeliers’, maar premier Rutte wimpelde die mogelijkheden af: ‘Want ons belastingstelsel, zou mijn standpunt zijn, werkt zo dat de belastingen mee-ademen met de economie, dat bedrijven die winst maken vennootschapsbelasting over de winst betalen en dat bedrijven die geen winst maken geen vennootschapsbelasting betalen. Dat is dus al een vorm van solidariteitsheffing.’
Also sprach de CEO van de BV Nederland, die denkt dat het hoe dan ook wel goed komt met het midden- en kleinbedrijf, omdat hij het volste vertrouwen heeft in de creativiteit van de ondernemer en de slimheid van de Nederlander. Zoals hij een half jaar geleden ook dacht dat een intelligente lockdown voldoende zou zijn om corona er samen onder te krijgen.
Deze column verscheen op 19 december in Bazarow Magazine.
Leave a Reply