Jagen en gejaagd worden
Al voordat Gaea Schoeters in haar roman Trofee de naam Hemingway laat vallen, moest ik aan The Snows of Kilimanjaro denken. Ik las dat verhaal lang geleden voor de lijst, en weet nog dat ik vanwege de hyena die zijn opwachting maakt aan het eind van het verhaal in verwarring achterbleef toen ik het eenmaal uithad. Betekende zijn gejammer dat Harry dood was of lag hij nog steeds op sterven?
Ik wilde het zeker weten – stel je voor dat ik tijdens het mondeling tekst en uitleg zou moeten geven – en wendde mij tot mijn docente Engels.
Ernest Hemingway
Dood, dus. Niet alleen de hyena, maar ook de gieren hadden een teken aan de wand moeten zijn. Want: aaseters. Dat hyena’s helemaal geen aaseters zijn – althans niet uitsluitend – ontdekte ik pas jaren later. En nu ik De sneeuw van de Kilimandzjaro (vertaling: Hans Edinga) uit heb – soms lokt het ene boek het andere uit: na Trofee moest De sneeuw van de Kilimandzjaro herlezen worden – realiseer ik me dat mij toen veel meer is ontgaan dan het moment waarop Harry zijn laatste adem uitblaast.
Al is het de vraag of ik toen kon weten dat dit verhaal alle belangrijke thema’s (en motieven) uit het werk van Ernest Hemingway herbergt. Want daarvoor moet je meer gelezen hebben (of secundaire literatuur raadplegen).
De compositie heb ik toen waarschijnlijk voor lief genomen, maar nu zie ik hoe effectief Hemingway flashbacks inzet. Het zijn geen op willekeurige plekken ingevoegde incidentele terugblikken. Ze schragen de constructie van het verhaal.
Wat mij zoveel jaar geleden nauwelijks boeide en daardoor ook niet opviel, is de gespannen sfeer tussen Harry en de vrouw die niet van zijn zijde wijkt in de uren dat hij op de dood ligt te wachten en in zijn koortsdromen zijn verleden voorbij trekt.
Trofeejacht
The Snows of Kilimanjaro is niet het boek van Hemingway dat hoofdpersoon Hunter White in Trofee leest. Dat is, maak ik op uit de verwijzing naar een aangeschoten hyena die rondjes om zijn eigen as draait in een poging zichzelf in de staart te bijten, Green Hills of Africa. En uit wat ik over dat boek kan vinden, is dat ook een boek dat Gaea Schoeters in de aanloop naar en tijdens het schrijven van Trofee geïnspireerd en gevoed moet hebben. Althans één van de boeken. Want ook de jachtliteratuur van J.A. Hunter heeft de schrijver (en haar personage) beïnvloed.
Trofee gaat over het jagen op groot wild en speelt in een fictief Afrikaans land. Hunter White – hij is niet de enige in de roman die een naam heeft die iets zegt over zijn drager – is een trofeejager: hij is bereid veel geld neer te tellen voor het jagen op beschermde dieren. De neushoorn is de enige van de big five die nog aan de verzameling van zijn vrouw ontbreekt.
De jager en zijn prooi
Hunter White heeft het jagen met de paplepel ingegoten gekregen en heeft mede daardoor duidelijke ideeën over de praktische kant van het jagen en de jacht, al realiseert hij zich dat die ideeën grotendeels ingegeven zijn door hoe het er in een ver koloniaal verleden aan toe ging. Hij is er bovendien van overtuigd dat wat hij doet ethisch verantwoord is: zijn hobby draagt bij aan het wildbeheer. De man die Hunter aan zijn jachtvergunning hielp, zal hem niet tegenspreken. Die handelt vol overtuiging en overgave in illusies, en verantwoordt wat hij doet door te benadrukken hoe afhankelijk de stammen die wonen in zijn territorium zijn van zijn financiële injecties en liefdadigheid.
Hoe ver deze Van Heeren bereid te gaan om zijn klanten van dienst te zijn, blijkt als ordinaire stropers Hunter White voor geweest zijn, en de kans om ‘zijn’ neushoorn te schieten verkeken is.
Van Heeren doet Hunter een aanbod dat hij aanvankelijk wel wil, maar uiteindelijk niet kan weigeren. Vanaf dat punt wordt niet alleen Hunter gedwongen zijn standpunten te heroverwegen, Gaea Schoeters dwingt ook haar lezers na te denken over de ontstane situatie. Het denken en doen van haar personages – de protagonisten en degenen voor wie in het koloniale verleden slechts een dienende rol zou zijn weggelegd, maar het zich nu kunnen veroorloven kritische kanttekeningen te plaatsen – bevat precies die argumenten die de weegschaal van het oordeel naar de ene of naar de andere kant kunnen doen omslaan.
En de mens, hij domineerde voort
De tijden zijn veranderd, ook in Afrika. Daar gaat Trofee (ook) over, al zouden criticasters kunnen beweren dat Gaea Schoeters overdrijft door de draai die zij aan haar verhaal geeft en de stelligheid waarmee de personages opvattingen verwoorden of kwesties ter sprake brengen. Maar het gaat in Trofee niet om loze of grote woorden: de essentie van wat de schrijfster via haar witte en zwarte personages te zeggen heeft, ligt besloten in het subtiele verschuiven van het perspectief dat spreekt uit de titels van de zes delen waarin Gaea Schoeters haar roman onderverdeelt: De jager, Het jagen, De jacht, Het doden, De dood en De doden. Delen die voorafgegaan worden door een naamloze proloog waarvan inhoud en betekenis gaandeweg, maar pas aan het eind van Trofee definitief duidelijk worden.
Met Trofee schreef Gaea Schoeters een heldere roman over een complex onderwerp. Waar Ernest Hemingway zijn verhaal The Snow of Kilimanjaro situeert in Afrika en het vervolgens heeft over het leven van die ene man, wiens leven en karakter getekend werden door zijn ‘bijdrage’ aan de geschiedschrijving en zijn keuze voor voor hem foute vrouwen), laat Gaea Schoeters zien hoe scheef de verhoudingen tussen noord en zuid zijn. Zij gebruikt grotendeels dezelfde verteltechnieken en verhaalmotieven als Hemingway om een veel groter verhaal te vertellen. Een verhaal over de mens die niet alleen de natuur domineert. Trofee is ook een verhaal over veranderende verhoudingen tussen culturen. Een verhaal over hoe culturen die zich niet langer laten overheersen en hun eigen plaats op het wereldtoneel opeisen hun eigen afwegingen (en fouten) maken.
Trofee
Gaea Schoeters
Amsterdam : Querido, 2020
ISBN 978-90-214-2388-3
Stef Hublou Solfrian says
Een persoonlijke, vrij interessante recensie!
Stef Hublou Solfrian, gewezen grofwildjager, docent bij het Instituut voor de Jachtopleiding en schrijver opiniestukken in De Standaard.