Nog twee dagen en dan is 2020 voorbij. Een jaar waarin veel gebeurde en ik tot nu toe 184 boeken las. Omdat het boek waar ik nu in bezig ben dik is – Rode komeet: het korte leven en de vlammende kunst van Sylvia Plath van Heather Clark, 1145 bladzijden, de noten en het register niet meegerekend – en het verdient om heel zorgvuldig gelezen te worden (en ik me tijdens het lezen uitstapjes naar het werk van Sylvia Plath veroorloof), weet ik zeker dat ik dat boek dit jaar niet meer uit krijg.
Om mezelf wat leeslucht te geven, mag ik op deze voorlaatste dag van het jaar een beetje smokkelen en een bonusboek uitzoeken om die dikke pil te omzeilen. Een boek waarvan ik verwacht dat ik het nog wel ten einde kan lezen in dit zo wonderlijk verlopen jaar. Een boek dat dit jaar een beetje tussen wal en schip beland is, omdat het verscheen toen mijn hoofd even niet naar lezen stond.
Hamnet van Maggie O’Farrell en De flard van Philippe Lançon vallen af. In die boeken maakte ik een vliegende start, maar het is onwaarschijnlijk dat ze zich in anderhalve dag ten einde laten lezen.
Ik weet het goed gemaakt: ik neem me voor deze twee titels in het kader van de CPNB-campagne ‘Hoeveel bladzijden nog tot 19 januari?’ met voorrang te lezen.
Op mijn stapeltje liggen ook nog titels die veelvuldig verschijnen op eindejaarslijstjes. Boeken waar ik zin in heb (en waarvan ik vind dat ik ze op enig moment gelezen moet hebben), maar nu nog niet. Cliënt E. Busken van Jeroen Brouwers, Mijn lieve gunsteling van Marieke Lucas Rijneveld en Summer van Ali Smith. Ik sluit niet uit dat ook ik ze tot de beste in 2020 verschenen boeken vind behoren (in dat kader las ik deze week nog wel De jaren van Annie Ernaux en De Saamhorigheidsgroep van Merijn de Boer, twee verhalen die elkaar ergens op de tijdlijn van de twintigste eeuw kruisen), maar ik gun het de auteurs en de boeken dat ze in de luwte gelezen worden.
Na ampele overweging is De tussenzus van Vincent Kortmann mijn bonusboek geworden. Dat het een debuut is, telt zwaar mee. Want ik las naar verhouding toch weer te weinig debutanten. En waarom dan dit debuut? En niet Tussenruimte van Vanessa Oostijen, Confrontaties van Simone Atangana Bekono of Het perenlied van Joost Oomen?
Dat lag aan de proloog, waarmee hopelijk de toon van De tussenzus gezet is.
Maar het noemen van namen verplicht. En dus staan de eerste boeken van 2021 vast. Maar eerst het leesjaar 2020 in stijl afsluiten.
Leave a Reply