In de laatste aflevering van Eus’ Boekenclub gingen Gerbrand Bakker en Rachel Franse met elkaar in discussie over de afwezigheid van literaire auteurs in talkshows. Het is schrijver Gerbrand Bakker een doorn in het oog dat mensen zoals hij alleen op mogen komen draven als hun werk aansluit bij een actuele kwestie die in een talkshow aangekaart wordt. Volgens Rachel Franse – op dit moment eindredacteur van OP1, en daarvoor redacteur van onder andere Pauw en Jinek – kan dat niet anders: het zou te veel televisietijd kosten om een boek tijdens een talkshow (niet te verwarren met een praatprogramma, waarin gesprekken gemiddeld genomen langer mogen duren) recht te doen. Eerst moet – omdat niet verwacht mag worden dat de kijker het betreffende boek al gelezen heeft – verteld worden waar een boek over gaat. Pas daarna kan het gesprek met een schrijver echt beginnen.
Geen doen dus, volgens de eindredacteur van OP1 die nog wel een tip had voor collega’s van andere talkshows: stel een speciale redacteur aan die zoekt naar ‘haakjes’ in recente romans, zodat er in de toekomst meer literaire schrijvers aan kunnen schuiven aan talkshowtafels om mee te praten over onderwerpen in het nieuws. Maar dat was toch precies waar Gerbrand Bakker terecht tegen tekeer ging.
Gek genoeg sloeg juist OP1 aan op gesprekken gevoerd tijdens de talkshow Nijmeegse verhalen, waarin drie schrijvers – Tessa de Loo, Jaap Robben en Thomas Verbogt – aan het woord kwamen die in opdracht van de gemeente Nijmegen bezig zijn aan een roman waarin de stad Nijmegen een prominente rol zal spelen. OP1 zocht contact met tenminste een van de schrijvers in de hoop deze schrijver te strikken voor een optreden in OP1. Terwijl er nog helemaal geen boek is om het over te hebben.
Waar zou dat gesprek over moeten gaan. Zou de redactie van OP1 oprecht geïnteresseerd zijn in romans in wording, waarvan nog maar afgewacht moet worden of wat nu de kern van een verhaal lijkt straks ook daadwerkelijk in het boek belandt? Of had één van de uitgesproken literaire kwesties die tijdens het gesprek kort aan de orde kwamen – het toe-eigenen van onderwerpen; de kwestie van de verbeelding; de onbetrouwbaarheid van herinneringen en het decor als personage – de aandacht getrokken?
Dat kon ik me na wat ik Rachel Franse in Eus’ Boekenclub had horen vertellen niet goed voorstellen.
Ik weet wel wat ik zelf een interessante invalshoek had gevonden, namelijk hoe het voor een schrijver is om in opdracht van de gemeente Nijmegen een roman te schrijven, en vervolgens regelmatig acte de présence te moeten geven op door de gemeente georganiseerde bijeenkomsten met een hoog citymarketinggehalte om te vertellen over een boek dat er nog niet is.
Is dat niet de goden verzoeken? Want dat zeggen schrijvers toch altijd als er tijdens een interview gevraagd wordt naar de roman waar aan gewerkt wordt.
Leave a Reply