Op een fatsoenlijke manier kwesties aanhangig maken
Vandaag precies tien jaar geleden verscheen mijn eerste stukje op Hanta. Het ging over Ga niet naar zee, een bundel ‘stukjes’ van Tommy Wieringa. Wieringa was toen nog vooral een schrijver van romans en reisverhalen, maar in Ga niet naar zee toont hij zich een scherp observator en ook iemand die heel goed in staat is in weinig woorden genoeg te zeggen om zijn ‘stukjes’ meer te laten zijn dan momentopnames.
Inmiddels is Tommy Wieringa al geruime tijd – sinds september 2018 – columnist van NRC (Handelsblad).
In die hoedanigheid doet hij wat Bas Heijne voor hem deed, maar wat hij eigenlijk ook in Ga niet naar zee al deed: de wereld waarin hij leeft observeren en van commentaar voorzien. Al is hij nu scherper – maar anders scherp dan Bas Heijne, die meer dan Tommy Wieringa de ambitie heeft om opiniemaker te zijn – en zich nog meer bewust van zijn verantwoordelijkheid als vader, schrijver en burger.
Vader, schrijver, burger
In deze columns, nu gebundeld in Gedachten over onze tijd, vertrekt Tommy Wieringa afwisselend als vader, schrijver of burger. Er bestaan geen harde grenzen tussen de diverse identiteiten van Tommy Wieringa: de rol bepaalt niet zijn blik – want die is consistent links, en verontwaardigd waar het moet – maar wel het onderwerp. De vader maakt zich zorgen over de omgeving – natuur en cultuur – waarin zijn dochters opgroeien; als schrijver is hij onderweg, aan het werk en/of leesbevorderend bezig en als burger richt hij zijn pijlen op kwesties met politieke connotaties.
Maar hoe particulier de vertrekpunten van zijn overdenkingen soms ook zijn – of het nu gaat over Sinterklaas die niet bestaat, een verkeerd geïnterpreteerde afbeelding op een bord, het parasitisme van de sluipwesp, de kosten van een airco, het hamsteren van broodmeel en makrelen of het raaigras van een boerende buur – het gaat Tommy Wieringa altijd om de grote gevolgen en de publieke kant van zaken.
Dat de columns verzameld in Gedachten over onze tijd – de eerste is geschreven in oktober 2018, de laatste in januari 2021 – niet gedateerd zijn, heeft daar mee te maken. Tommy Wieringa waakt ervoor dat hij niet blijft steken in de actuele aanleiding of het incident dat hem op een spoor gezet heeft.
Aangelegenheden van algemeen maatschappelijk belang
Dat Tommy Wieringa schrijft over hete hangijzers waar vroeg of laat iedereen mee te maken krijgt, speelt ook mee. Zou hij een voorkeur hebben voor meer onalledaagse onderwerpen, dan zou dat ongetwijfeld invloed hebben op de houdbaarheidsdatum van zijn columns.
Maar net als Bas Heijne dat deed, zoekt ook Tommy Wieringa naar aangelegenheden van algemeen maatschappelijk belang. En dat heeft vast alles te maken met hun plek op pagina 2 van de zaterdagkrant.
Tommy Wieringa is misschien mede daarom – maar dat hij een verhalenverteller is en blijft, speelt zeker ook een rol – geen columnist die van afserveren zijn corebusiness maakt (behalve als het om ‘het stabiele genie Thierry Baudet’, Geert Wilders, Donald Trump en Daan Roosegaarde gaat). Hij moet het hebben van zijn wellevendheid, zijn redelijkheid en van de zorgvuldige onderbouwing van zijn inzichten en standpunten. Bij dat onderbouwen laat Tommy Wieringa zich regelmatig inspireren door het werk van collega-schrijvers en filosofen. Waar nodig citeert hij hen om zijn conclusies kracht bij te zetten.
Als lezen en schrijven geen vanzelfsprekendheden meer zijn
Waar Tommy Wieringa zich van zijn voorganger, maar ook van veel andere columnisten onderscheidt, is zijn aanhoudende aandacht voor lezen en schrijven. Voor het lezen en schrijven an sich, maar meer nog voor wat het betekent als een lezer of schrijver ook maar één strobreed in de weg gelegd wordt. En dus gaat het over de teloorgang van het vrije woord en de vrijheid van meningsuiting in het algemeen, maar ook over (vermeende) hedendaagse inbreuken als culturele toe-eigening en cancel culture, over de discrepantie tussen de bedoeling van een maker en de interpretatie van een ontvanger, over de werkelijkheid die in ‘onze tijd’ de verbeelding op een aantal punten al heeft ingehaald én over de veranderende rol van de literatuur:
‘De literatuur had me altijd een geschikt medium geleken om de heersende moraal te onderzoeken en zo nodig te bestrijden. Dat was veranderd. Nu werd de literatuur juist geacht een zuivere uitdrukking van de moraal te zijn. De schrijver was zo een ideoloog geworden, die de wereld niet beschreef zoals ze was, maar zoals ze zou moeten zijn. Ze knepen ‘m een beetje, daar in dat klaslokaal – de ruimte die het schrijven ze zou moeten bieden was nog verder ingeperkt. Kwam Emma Bovary’s blik nog tot aan het tuinhek, de blik van deze studenten werd geacht niet voorbij hun eigen lichaam, hun eigen sekse en hun eigen kleur te reiken. Ze waren hongerig maar werden in hun artistieke vraatzucht gestuit door een nieuwe, vervaarlijke vorm van puritanisme.’
(uit: De verbeelding aan de macht, maart 2020)
Misschien dat hij als het over die onderwerpen gaat nog wel het meest uitgesproken is. Tommy Wieringa maakt er halszaken van.
Columns versus roman
‘Geprikkelde bemoeienis met de waan van de dag en vrolijkheid om het ijdele menselijke bedrijf’, zo omschrijft Tommy Wieringa de stukken zelf in het voorwoord van Gedachten over onze tijd. Tommy Wieringa heeft het schrijven van deze stukken met een wekelijkse deadline nodig als tegenwicht tegen de onzekerheid over het voltooien die hoort bij het schrijven van een roman.
In dat voorwoord schrijft hij nog dat het schrijven van columns heel goed samen kan gaan met het schrijven van een roman.
Daar is hij inmiddels op teruggekomen. In de KennisMakerijRevue #20 gaf hij dat ruiterlijk toe:
‘Het zit de roman wel in de weg vanwege de hoeveelheid ruimte die het inneemt in je hoofd. Je kunt er makkelijk een week mee zoet zijn als ik niets anders te doen had. Maar ik heb wel iets anders te doen: ik moet een roman schrijven.
Nu heb ik het zo geregeld, en nu komt er een metafoor: ik heb een mooi, lichte zolderkamer gereserveerd voor de column. Twee dagen per week lezen, denken, schrijven, en de rest is voor de roman. Dus een mooie lichte woonkamer voor de roman.’
Het klimaat: hét onderwerp
Desondanks blijft hij columns schrijven, omdat er zoveel onderwerpen zijn waarover geschreven moet worden. Er zijn zelfs onderwerpen die volgens Tommy Wieringa niet zonder hem kunnen, zoals het klimaat, Baudet, de omgang met elkaar en het coronavirus. ‘Allemaal schitterende onderwerpen: de tijd is vol van onderwerpen, maar het ene grote onderwerp waarover je eigenlijk altijd zou moeten schrijven dat is toch wel het klimaat/de klimaatcrisis.’ En dan bedoelt hij niet alleen als columnist/essayist, maar ook als kunstenaar. Tommy Wieringa werkt aan een toneelstuk over dat grote onderwerp. Omdat hij het de taak van een kunstenaar vindt om over hét onderwerp van deze tijd iets te maken dat er toe doet.
Gedachten over onze tijd
Tommy Wieringa
Amsterdam : De Bezige Bij, 2021
ISBN 978094-031-2391-2
Leave a Reply