HANTA

Literatuur en meer

  • Home
  • Over Hanta
  • Contact
  • Privacy statement
  • Columns
  • Recensies
  • Beschouwingen
  • Blog
  • Meer
    • Liliane leest
    • Kettinglezen & rijgschrijven
    • Mediamoment
    • Sportzomers en -winters!
    • Zomergasten
    • Thuisblijfreizen
    • Bouke’s blues
    • Proza
    • Poëzie
You are here: Home / blog / Lord Byron op de bres voor de Griekse zaak

Lord Byron op de bres voor de Griekse zaak

27/04/2021 by Liliane Waanders 1 Comment

Vorige week was het groot nieuws: in een Grieks archief dook een cheque op, ondertekend door Lord Byron, de dichter. Met zijn handtekening bekrachtigde hij zijn besluit om vierduizend pond ter beschikking te stellen aan een van de voor onafhankelijkheid van Griekenland strijdende partijen.
Nog even los van de vraag of het toeval is dat die cheque juist nu – de Griekse Onafhankelijkheidsoorlog begon op 25 maart 1821 met de onafhankelijkheidsverklaring van het Ottomaanse Rijk: het herdenken heeft een aanvang genomen – gevonden wordt (en wat het betekent dat die cheque in Griekenland is achtergebleven, terwijl het toch de bedoeling was dat die bij een bank in Londen belandde) is het onjuist om te doen alsof deze vondst nieuw licht werpt op Byrons betrokkenheid bij de Griekse Onafhankelijkheidsoorlog.

Dat Lord Byron de Grieken financieel ondersteunde in hun strijd tegen de Osmaanse/Turkse  overheersing, was al lang bekend. Byron maakte er zelf geen geheim van. De Griekse zaak lag hem na aan het hart.
De Grieken op hun beurt zagen in Lord Byron een pleitbezorger van hun strijd, iemand die een goed woordje voor hen kon doen, en zijn naam kon verbinden aan een geldinzamelingsactie onder gefortuneerde Engelsen (en die leningen kwamen er: een eerste in 1824 – nominale waarde: achthonderdduizend pond; een tweede in 1825 – nominale waarde: twee miljoen pond).

Byrons zelf ‘leende’ de Grieken dus vierduizend pond (een transactie die onderdeel was van dat grotere geheel). Over de totstandkoming van die transactie schrijft zijn biograaf Leslie A. Marchand in Byron: A Portrait:

‘The Deputies, Jean Orlando* and the same André Luriottis who had accompanied Blaquiere, were authorized to ask Byron for a loan of 300,000 piastres (£6,000) to activate the Greek fleet. He agreed to give £4,000.
Charles Hancock, an English merchant residing in Cephalonia who had a partnership with Samuel Barff, living at Zante, came forward to cash Byron’s bill of exchange. Thenceforward Barff and Hancock, with the latter of whom Byron had already become friendly, handled all his business in Greece. Hancock, like most of the English who met Byron on the island, was immediately captivated by “the affability of his manners, the brilliancy and variety of his conversation, the fascination of his wit.” Byron was happy to be doing something for the cause at last. He signed a contract for a loan, “as they apparently decline it as a gift,” he told Kinnaird.’

De cheque waarover afgelopen week zoveel te doen was, is gedateerd op 12 november 1823. Het was de bedoeling dat het geld dertig dagen nadien vrijgegeven werd.

Een clan/stam/horde/troep sponsoren

Voor Byron houdt het nadenken over mogelijkheden om de Grieken financieel te ondersteunen niet op na het tekenen van de cheque. In zijn dagboek rekende hij zichzelf op 17 december 1823 voor wat het kost om een soldaat te onderhouden:

‘Op het Vasteland kan men een soldaat onderhouden voor 25 piaster (iets meer dan twee dollar per maand) – waarbij zijn rantsoenen door het Land worden betaald – of voor vijf dollar – inclusief betaling van zijn rantsoen – derhalve zou ik voor twee- tot drieduizend dollar per maand -(en hier is de dollar 4 and 2 pence in plaats van 4 and 6 pence zoals in Engeland) voor zo lang als nodig tussen de vijfhonderd en duizend van deze strijders kunnen onderhouden – en ik bezit meer middelen – (gesteld dat dat blijft duren) dan daarvoor nodig zijn – want mijn persoonlijke eisen zijn zeer bescheiden (behalve wat paarden betreft, want ik ben te voet geen geweldenaar) en mijn inkomen in elk land buiten Engeland is aanzienlijk – (gelijk aan dat van de President van de Verenigde Staten – en de Engelse Ministers of de Franse Ambassadeur in Wenen en aan andere grote hoven – 150 000 francs – geloof ik) en er is hoop op dat ik bovendien een bezitting heb verkocht voor nog eens 3 000 000 francs – derhalve zou ik (met wat We nog moeten aftrekken volgens de gebruiken van de oorlog) een respectabele clan of stam of horde of troep – voor enige tijd op de been kunnen houden – en aangezien ik daarvoor geen andere drijfveer heb dan het welzijn van Griekenland hoop ik met succes. -’

(uit: Brieven en dagboeken, vertaling Joop van Helmond)

Geld ronselen

En ondertussen roept hij in zijn brieven zijn ‘zaakwaarnemers’ regelmatig op haast te maken met het sturen van geld. Op 26 december 1823 schrijft hij aan John Bowring het volgende:

‘Ook moet ik u heel persoonlijk verzoeken er bij mijn vriend en zaakwaarnemer Douglas Kinnaird (van wie ik de afgelopen vier maanden niets heb vernomen) op aan te dringen me al mijn eigen middelen te doen toekomen die we voor het komende jaar bij elkaar kunnen brengen aangezien het niet het moment is om op beurs – of misschien – persoon te beknibbelen – ik heb geld voorgeschoten – en schiet nog steeds alles voor wat ik bezit – maar ik zal al het geld nodig hebben dat bijeen te brengen is – en (indien Douglas de verkoop van Rochdale heeft voltooid – moet ik met dat en mijn jaarlijks inkomen voor het komende jaar een aardig bedrag ter beschikking hebben) aangezien het u niet kan zijn ontgaan dat de Grieken zelf weinig hebben – (tenzij ze de lening krijgen) is het des te noodzakelijker dat hun vrienden die wel wat bezitten het in de waagschaal stellen. –’

(uit: Brieven en dagboeken, vertaling Joop van Helmond)

Een dag later, op 27 december 1823, schrijft Byron zijn vriend John Cam Hobhouse:

‘Ik ga scheep naar Missolonghi. Douglas K[innaird] en Bowring kunnen je de rest vertellen – Ik verzoek je vooral dringend om Douglas K[innaird] te vragen me spoedig zo veel mogelijk kredietbrieven te sturen – zodat ik de Grieken te velde kan houden – niet voor me zelf – en de Zaak door kan gaan – als dat kan is alles goed. — Douglas moet mij mijn geld sturen (inclusief dat van Rochdale Manor – zodra de verkoop rond is en de aankoopsom betaald) het Comité moet zijn geld fourneren – en de mensen met geld het hunne – daarmee zullen we spoedig voldoende manschappen en zo hebben.–’

(uit: Brieven en dagboeken, vertaling Joop van Helmond)

Bankier manen

Diezelfde dag schrijft hij ook Douglas Kinnaird, zijn bankier:

Dear Douglas,

I am embarking for Missolonghi—Bowring can tell you the rest, for yr despatches will go together.—I am passing “the Rubicon”—recollect that for God’s sake—and the sake of Greece.—You must let me have all the means and credit of mine that we can muster or master—and that immediately—and I must do my best to the shirt—and to the skin if necessary.—Stretch my credit and anticipate my means to their fullest extent—if Rochdale sale has been completed I can keep an army here, aye, and perhaps command it. Send me forthwith all the credits you can, and tell the Committee that they should “enact a man and put money in their purse.” Why, man! if we had but 100,0001, sterling in hand, we should now be halfway to the city of Constantine. But the Gods give us joy! “En avant,” or as the Suliotes shout in their war—cry “Derrah! Derrah!” which being interpreted, means “On—On—On!”

Yours ever,

N.B.

(Bron: https://petercochran.wordpress.com/)

Byron moet lang op het antwoord van Douglas Kinnaird wachten. Zijn bankier schrijft hem op 20 februari 1824 terug:

My dear Byron,

I have receiv’d your letter written on the point of embarkation for Missalonghi – Durrah! Durrah! The loan is taken – we shall have a dinner; & by our oratory place it at a Premium – Success attend you – The Rochdale mony is not yet paid – But I expect it weekly – However the loan is made – & I shall take care to secure your £4000, as the first disbursements thereout – I shall not increase your credit for above £4000 with Messrs Webb & Barry unless I hear further from you – Marry! One bumping sum of £4000 & the mony a float is enough for one <of> labour of Hercules in one year – I am delighted to receive a letter from you written in such excellent spirits – Durrah! Durrah!

Your’s ever truly
Douglas Kinnaird

(Bron: https://petercochran.wordpress.com/)

Het is hem echt

Terwijl het dus behoorlijk duidelijk is dat het de bedoeling is dat de Grieken zijn geld krijgen, ging het in de berichtgeving naar aanleiding van de vondst van de cheque vooral om de vraag of de handtekening van Lord Byron – die de cheque ondertekende met Noel Byron – wel echt was.

‘Because of his fame, Byron was much forged, zegt Christine Kenyon Jones, thuis in het handschrift van de dichter, desgevraagd. Ook zij komt aan het woord in het stuk in de krant: Revealed: Lord Byron’s £4,000 cheque that helped create modern Greece. ‘But it looks as if this is an original signature attached to the script of a clerk, which he seems to have impatiently corrected. Byron’s handwriting, like his personality, was fast and free, so there’s a contrast between the clerk’s careful hand and his own confident signature with its bold, open ‘B’ and characteristic flourish on the ‘n’.’

Dat die cheque al die jaren onopgemerkt in het archief gelegen heeft vindt ook Christine Kenyon Jones opmerkelijk.

*  Jean Orlando =  Giovanni Orlando = Iannis Orlandos = Ιωάννης Ορλάνδος, een Griekse politicus/revolutionair. Hij is degene die in de cheque van Byron als begunstigde wordt genoemd.

 

Ook OVT besteedde aandacht aan het onderwerp:

Misschien ook interessant:

  1. Lord Byron was er echt wel
  2. Wat Johann Wolfgang von Goethe van Lord Byron vond (v.v.)
  3. Einde
  4. Net als haar man George neemt Amal Clooney het op voor de Elgin Marbles

Filed Under: blog Tagged With: George Gordon Byron, Griekenland, Griekse Onafhankelijkheidsoorlog, Lord Byron, Noel Byron

Comments

  1. Truus says

    28/04/2021 at 11:52

    Hoi Liliane,
    Je bent vlijtig op weg met je Byron project.

    Succes verder!

    Groet,
    Truus

    Reply

Leave a Reply Cancel reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Zoeken

  • Facebook
  • RSS
  • Twitter

Nieuwste berichten

  • Raoul de Jong boegbeeld Boekenweek, maar zijn werk wordt in hokjes gestopt
  • Rascha Peper: nu is ze er echt niet meer
  • Literatuur: het belang van representatie
  • Een kwestie: Roald Dahl aan de literaire schandpaal
  • Vragen naar de bekende weg: over het Kinderboekenweekgedicht van Pim Lammers

Spotlight

Auteurs

  • Liliane Waanders

Meest gelezen deze week

Tags

Adriaan van Dis Arnon Grunberg beeldende kunst boek boeken boekenweek Cees Nooteboom column De wereld draait door dood dwdd film fotografie gedicht Ilja Leonard Pfeijffer Jan Brokken journalistiek K.Schippers kunst lezen literatuur Louise O. Fresco Marguerite Duras muziek Oek de Jong Olympische Spelen Poetry International poëzie recensie roman Rotterdam schrijven sportzomer sportzomer 2012 sportzomer 2013 sportzomer 2014 stoïcijn tennissen Tour de France vertalen Virginia Woolf voetballen wielrennen William Shakespeare zomergasten

Zoeken

Volg Hanta

  • Facebook
  • RSS
  • Twitter

Hoofdmenu

  • Home
  • Over Hanta
  • Columns en beschouwingen
  • Recensies
  • Beschouwingen
  • Meer
  • Contact
  • Privacy statement

Rubrieken

  • Liliane leest
  • Kettinglezen & rijgschrijven
  • Mediamoment
  • Sportzomers en -winters!
  • Zomergasten
  • Thuisblijfreizen
  • Bouke’s blues
  • Proza
  • Poëzie

Net binnen

  • Raoul de Jong boegbeeld Boekenweek, maar zijn werk wordt in hokjes gestopt
  • Rascha Peper: nu is ze er echt niet meer
  • Literatuur: het belang van representatie

Archief

Auteurs

  • Liliane Waanders

Copyright © 2023 · News Pro Theme on Genesis Framework · WordPress · Log in

Hanta gebruikt cookies. Omdat een blog runnen zonder nou eenmaal niet kan. Wilt u geen cookies, zie dan de instructies hier: Meer over cookies Ok, ik snap het
Privacy & Cookies
Necessary Always Enabled