‘We behoren allemaal tot een generatie vernoemd naar de millenniumwissel die we, afhankelijk van onze leeftijd, in meer of mindere mate bewust hebben meegemaakt’, laat Anne van den Dool haar personage Hannah in Vluchthaven constateren. Een generatie die, volgens Hannah, door wie met een boos oog kijkt een jas van arrogantie en onverschilligheid aangemeten krijgt.
Vluchthaven is één van de twintig romans geschreven door een schrijver die hoort tot de millennialgeneratie die ik de afgelopen maanden las*. Een leesexercitie ingegeven door het opvallend hoge aantal schrijvers geboren tussen 1981 en 1999 dat de longlist van de Libris Literatuur Prijs haalde (tien van de achttien schrijvers) en vervolgens genomineerd werd (vier van de zes). Die prijs ging overigens naar de oudste van het genomineerde stel: Jeroen Brouwers kreeg hem voor Cliënt E. Busken, de roman die waarschijnlijk het sluitstuk van zijn oeuvre zal blijken te zijn.
Ik nam mij voor om alle titels van de longlist te lezen, juist vanwege die millennials. Het leek mij een uitgelezen mogelijkheid om te beoordelen of die schrijvers zo navelstaarderig zijn als wel over hen beweerd wordt. Zouden ze echt zo veel over zichzelf en zo weinig over de wereld te melden hebben.
En natuurlijk wilde ik, misschien wel juist en vooral, weten of het terecht is dat zoveel schrijvers op grond van hun geboortejaar op één hoop geveegd worden en daarmee veroordeeld zijn tot het vormen van een literaire eenheid.
Het lezen van de complete longlist is niet gelukt, maar daar staat tegenover dat ik het niet gelaten heb bij alleen maar genomineerde titels. Ik las ook andere recent verschenen romans en hoewel van een gedegen dan wel wetenschappelijk onderzoek geen sprake is, meen ik toch het een en ander te mogen concluderen.
Ik heb geen van de schrijvers op arrogantie en onverschilligheid kunnen betrappen, en hoewel zij in veel gevallen – maar voor welke schrijver geldt dat niet – putten hun eigen ervaringen en hun particuliere belevingswereld leidend is, levert dat heel diverse literatuur op.
Er zitten traditioneel vertelde romans en verhalen bij, maar ook teksten waarin met de vorm geëxperimenteerd wordt. Het gaat maar zelden letterlijk over het ongemak dat specifiek schijnt te zijn voor dé millennial, vaker gaat het over kwesties die identiteit in een breder verband aankaarten, terwijl er ook vaak genoeg maatschappelijke kwesties ter discussie gesteld worden om te veronderstellen dat het deze generatie niet alleen gaat om het redden van het eigen hachje.
Als personages en situaties een meer dan toevallige overeenkomst vertonen met de werkelijkheid moet dat de auteur in kwestie in de meeste gevallen vergeven worden: hij schrijft en kan niet anders.
Volgens mij is het veel te voorbarig om het over ‘millennialschrijvers’ en hun ‘millennialromans’ te hebben. Uiteindelijk zal de tijd en dus de literatuurgeschiedenis leren of er sprake is (geweest) van een duidelijk van andere literaire stromingen te onderscheiden beweging.
Voorlopig gaat het om een verzameling mensen tussen de 22 en de veertig die bezig zijn hun droom of ambitie om schrijver te zijn waar te maken.
De onderlinge verschillen in leeftijd zijn groot genoeg om te veronderstellen dat – nog even los van het feit dat ze de millenniumwissel niet allemaal even bewust hebben meegemaakt en ook nog los van het stadium waarin hun schrijverschap zich op dit moment bevindt (er zijn er die al een behoorlijk en niet zelden samenhangend oeuvre opgebouwd hebben: Hanna Bervoets, Merijn de Boer, Ernest van der Kwast en Robbert Welagen; er zitten ‘echte’ debutanten tussen: Sofie Lakmaker, Vincent Merjenberg en Jeroen Pen, en dan zijn er nog de genrefluïde schrijvers die al naam maakten als dichter: Simone Atangana Bekono, Gerda Blees en Roelof ten Napel) – hun kijk op het leven en de wereld meer dan gradueel verschilt. En dat zal uiteindelijk zijn weerslag hebben op de boeken die zij schrijven en de thema’s die zij daarin aansnijden.
De complete verzameling is bovendien groot – hoe groot precies en in hoeverre die groepsgrootte samenhangt met bijvoorbeeld het steeds vanzelfsprekender worden van het volgen van een schrijfopleiding is het inventariseren en uitzoeken waard – en dat maakt het bestuderen van bijvoorbeeld overeenkomsten, verschillen, eigenheid en representativiteit, moeilijk. Dat ze met velen zijn verklaart deels – want genomineerd worden is uiteindelijk geen kwestie van kwantiteit, maar van kwaliteit – wel waarom zij steeds vaker genoemd worden als er literaire prijzen te vergeven zijn.
Uit niets blijkt echter – ondanks hun collegialiteit en onderlinge verhoudingen – dat schrijvers geboren tussen 1981 en 1999 de behoefte voelen om zichzelf als één literaire generatie, stroming of beweging te afficheren. Een beginselverklaring of manifest waarin gemeenschappelijke uitgangspunten vastgelegd zijn ontbreekt.
Het is dus al met al te vroeg voor het op literaire gronden clusteren en etiketteren van schrijvers die op grond van hun geboortejaar millennials genoemd worden. Als groep zijn zij een naamloze verzameling, ook al maken steeds meer elementen individueel naam.
* De twintig romans: Simone Atangana Bekono Confrontaties Hanna Bervoets Een modern verlangen Hanna Bervoets Wat wij zagen Hanna Bervoets Welkom in het rijk der zieken Gerda Blees Wij zijn licht Merijn de Boer De saamhorigheidsgroep Femke Brockhus Laat het stil zijn Anna van den Dool Vluchthaven Raoul de Jong Jaguarman Ernest van der Kwast Ilyas Sofie Lakmaker De geschiedenis van mijn seksualiteit Alma Mathijsen Bewaar de zomer Vincent Merjenberg De grijzen Roelof ten Napel De zoon van Jeroen Pen De meest besproken man van Nederland Jente Posthuma Waar ik liever niet aan denk Shantie Singh De kier Sarah Sluimer De stilte Sien Volders Oogst Robbert Welagen Raam, sleutel
Deze column stond op 22 mei in Bazarow Magazine.
Martijn Nicolaas says
Dag Liliane, misschien interessant om de studie ‘Affectieve crisis, literair herstel’ ook te lezen, dit is een wetenschappelijke studie naar de romans van de millennialgeneratie. De auteurs zien verwantschap: een zogenaamde ‘affectieve dominantie’ in dit proza. De millennialschrijvers zijn meer bezig met de vraag hoe je de realiteit kunt voelen of ervaren dan hoe je de realiteit kunt kennen of weten dat hij echt bestaat.