Natuurlijk gaat het ten koste van het luisteren – want niemand kan én voor de volle honderd procent genieten van een voordracht én gelijktijdig de hele vertaling tot zich door laten dringen – maar toch kan ik het niet laten. Tijdens Poetry International lees ik altijd mee, ook als ik denk de dichter te verstaan.
Dat deed ik dus ook toen Anne Vegter voordroeg. Niet alleen spreekt zij een taal die ik kan verstaan, maar in dit geval waren ook haar gedichten geen onbekenden. Ik las Big data vorig jaar en dit jaar ook al een keer.
Misschien dat het me daarom meteen opviel. Terwijl Anne Vegter het gedicht Mijn data, het negende gedicht uit het tweede deel van de bundel, voordroeg, hoorde ik:
‘(…)
ik pik mijn kanarievleugels schoon
iemand doet mijn rugje
ik trippel zonder tuigje naar buiten
zien jullie dat er ook een boomklever in me schuilt
dit seizoen is de populatie toegenomen
koos dijksterhuis weet waarom maar ik lees trouw niet
(…)’,
maar las ik:
‘koos dijksterhuis knows why but I don’t read anything reliably’
(vertaling: Astrid Alben en Florian Duijsens)
In het kader van het thema van het 51e Poetry International Festival – What you will hear is true: ook de poëzie kan niet heen om een wereld waarin feiten al een tijd niet meer als zodanig (h)erkend worden – misschien een mooie vertaaloplossing, maar volgens mij is wat er staat uiteindelijk gewoon fout.
Anne Vegter verwijst, denk ik dus, naar Trouw, de krant waarin Koos Dijksterhuis een natuurdagboek bijhoudt, en om dan van trouw ‘anything reliably’ te maken, is best wel gek. Dat Anne Vegter geen hoofdletters gebruikt, kan geen excuus zijn: het maakt onderdeel uit van haar stijl en de typografie van de bundel.
Natuurlijk bleef mijn oor hangen bij dit detail, misschien wel juist omdat er altijd zo voorbeeldig vertaald wordt en er door Poetry International en de afzonderlijke vertalers zo zorgvuldig naar teksten gekeken wordt. Van een diskwalificatie van de betreffende vertalers is dus geen sprake, ik zie het vooral als een wonderlijke speling van het vertaallot.
Dat hij figureert in een gedicht van Anne Vegter weet Koos Dijksterhuis overigens. Op 8 oktober 2020 besluit hij zijn column Het Natuurdagboek in de poëzie – geweldig toch? – die voornamelijk gaat over Adriaan Krabbendam die in zijn bundel Liederen uit het oerbos ook verwijst naar Koos Dijksterhuis: ‘Hij heeft tevens regels opgenomen van Anne Vegter, die in haar laatste, treurige maar fijne dichtbundel Big data (uitgeverij Querido) mij warempel relateert aan de boomkleverstand! Het Natuurdagboek in de poëzie – geweldig toch?’
Erwin Van Dijke says
Anne Vegter had moeten schrijven De Trouw, dan was het duidelijk geweest.