Best een goede vraag, dacht ik – al had ik niet in de gaten dat het publiek vragen kon stellen – toen Vanessa Kisuule een binnengekomen vraag van het publiek voorgelegd kreeg: Wat is de taak van de dichter en hoe geef jij daar invulling aan?
Vanessa Kisuule geeft op een indirect wijze antwoord:
‘Goede poëzie geeft ons toegang tot dat deel van de hersenen dat voorbij de logica, vooroordelen en conditionering gaat. De dingen die we van kinds af aan meekrijgen en waarvan we denken dat het de enige manier is om tegen de wereld aan te kijken. Omdat poëzie spreekt via beelden en abstracties helpt poëzie ons tot het krijgen van toegang tot dat een deel van ons denken dat ervoor zorgt dat we niet voorgesorteerd kijken en oordelen. Poëzie verstoort het standaard-denken. In de poëzie is er geen begin, midden en einde. Poëzie zegt niet dat de zon de zon is. De zon kan ook een gezicht zijn, dat zich van je afkeert. Poëzie is speels, poëzie is raar. Poëzie spot met vanzelfsprekendheden. Dat is voor mij het interessante aan poëzie.
Sommige poëzie is politiek, andere niet. Ik denk niet dat poëzie die niet politiek per se in gebreke blijft. Dat hangt af van de intentie van de schrijver.
Het is heel moeilijk om te zeggen wat een dichter te doen staat, maar als ik voor mezelf spreek: ik wil dat poëzie zorgt dat ik denk op een manier die in overeenstemming is met hoe mijn hersenen werken, zodat ik niet in de ons door de maatschappij opgelegde clichés verval.’
En paar uur later krijgt Maren Kames aan het eind van haar gesprek met Feline Streekstra precies dezelfde vraag – dat kan betekenen dat dezelfde vragensteller zich opnieuw gemeld heeft, maar ik vrees dat hier een loopje genomen wordt met de publieksparticipatie. Net als Vanessa Kisuule begint Maren Kames met te zeggen dat dat een heel veelomvattende vraag is. Daarna komt een heel kort, maar behoorlijk krachtig antwoord:
‘Wees goed in wat je doet. Schep universums die nabij liggen, maar toch ver genoeg weg om te ontsnappen.’
Pim Wiersinga says
‘Niet voorgesorteerd kijken en oordelen — daartoe zet poëzie aan, in de woorden van Vanessa Kisuule. Wat een treffend beeld. Voorsorteren veronderstelt een wegennet, een tweedimensionale architectuur die door anderen is ontworpen — die al klaarligt, ongeacht je respons. Poëzie is meer iets als beren zien in wolken, of leeuwen in struiken.
Maren Kames’ antwoord op dezelfde vraag roept vooral nieuwe vragen op. Schep ik als romanschrijver een universum of drama’s in dit universum? Ik verlang geen vast antwoord op deze vraag, want dan is het spel eraf.
Leuke blog, Liliane, dank je wel.