De Tour start in Brest, op het aardbeien-schiereiland Plougastel-Daoulas, maar het verblijf in de Bretonse havenstad is van korte duur. Brest is maar een figurant in deze Tour, zoals de stad ook een figurant is in het volgende gedicht van Jan Engelman:
En Rade
<vocalise voor Cavalcanti>
Groen is de gong
groen is de watergong
waterwee, watergong
groen is de gong van de zee
Sulina, Braïla
Sulina, Brest
Sulina, Singapore
achter de vest
stem die mijn slaap doorzong
waterklok, watertong
koperen long van de ree
Sulina, Braïla
Sulina, Brest
Sulina, Senegal
wijd van het nest
hang die mijn ziel doordrong
waterdroom, watersprong
loeiende gong neem mij mee
Sulina, Braïla
Sulina, Brest
Sulina, Zanzibar
buiten is best
groen is de gong
groen is de watergong
waterwee, watergong
groen is de gong van de zee
De titel van het gedicht – hier gezongen door De vaganten – verwijst naar En Rade (1927) een film van Alberto Cavalcanti, ‘het refrein’ slaat op een scène uit die film. Catherine Hessling, zij speelt het barmeisje dat in de film een verhouding heeft met een zeeman, staat voor een stapel zakken waarop de diverse bestemmingen van die lading gekalkt is. Sulina, Braïla en Brest, daar moet de suiker naar toe.
Groter is de rol van Brest in een andere film waarin een matroos een prominente rol speelt: Querelle (1982) van Rainer Werner Fassbinder, gebaseerd op de roman Querelle uit Brest (1947) van Jean Genet, waarin het er veel minder romantisch aan toe gaat dan in En Rade. Querelle is de naam van het belangrijkste personage, wiens roepnaam Georges is: hij is behalve matroos ook dief, moordenaar en een minnaar die het met de waarheid niet zo nauw neemt.
In Querelle zingt Jeanne Moreau Oscar Wilde. De teksten van de ‘chansons’ die ze zingt komen uit het gedicht The Ballad of Reading Gaol.
Yet each man kills the thing he loves
By each let this be heard,
Some do it with a bitter look,
Some with a flattering word,
The coward does it with a kiss,
The brave man with a sword!
Some kill their love when they are young,
And some when they are old;
Some strangle with the hands of Lust,
Some with the hands of Gold:
The kindest use a knife, because
The dead so soon grow cold.
The Ballad of Reading Gaol werd vorig jaar opnieuw in het Nederlands vertaald door Maarten Asscher. In De ballade van Reading Goal vertaalt hij de door Jeanne Moreau gezongen strofen als:
Maar ieder dood wat hij bemint,
Dat is het weten waard,
De een dood met een wrange blik,
De ander fijnbesnaard,
De lafaard doet het met een kus,
De held steekt met een zwaard!
De ene liefde sterft nog jong,
De ander sterft al oud;
Gekeeld door handen van Genot,
Of handen van puur Goud:
De zachtste dood gaat met een mes,
Want lijken worden koud.
Maarten Asscher luidde De ballade van Reading Gaol – ‘het beroemdste gevangenisgedicht aller tijden’ – ook uit met een essay Hoe Oscar Wilde uit de gevangenis ontsnapte.
Hij begint zijn essay met de zin ‘Do all men kill the things they do not love?’, een vraag die in The Merchant of Venice van William Shakespeare door Bassanio aan Shylock wordt gesteld.
‘Het is niet een van Shakespeare’s meest memorabele citaten. (…) Als dit citaat al eens ter sprake wordt gebracht, dan gebeurt dat bij voorkeur in de versie van Oscar Wilde, die er zijn karakteristieke draai aan gaf. In een typisch wildeaanse omkering maakte hij het zelfs wereldberoemd, als een van de terugkerende sleutelverzen in zijn gedicht The Ballad of Reading Gaol uit 1898: ‘Yet each man kills the thing he loves’, oftewel: ‘Maar ieder dood wat hij bemint.’
Leave a Reply