Pas nadat ik onder de indruk raakte van haar surrealistische schilderijen begon ik Leonora Carrington (1917-2011) te lezen. Eerst in het Engels, toen in het Nederlands en daarna weer in het Engels. Veel van haar verhalen zijn net zo surrealistisch als haar schilderijen, lees bijvoorbeeld Alle verhalen. Ontnuchterend realistisch echter is het verslag van haar waanzin, opgetekend in Beneden.
Aan die waanzin ging iets vooraf. In 1938 vestigde Leonora Carrington zich met Max Ernst in Saint-Martin-d’Ardèche (ze schrijft daar dat jaar La maison de la peur, als Het huis van Angst opgenomen in Alle verhalen).

Het huis van Leonora Carrington en Max Ernst in Saint-Martin-d’Ardèche (Alainauzas, CC BY-SA 3.0 <https://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0>, via Wikimedia Commons)
‘Het Provençaalse stenen boerderijtje staat nog altijd op een heuvel boven de diepe vallei van de Ardèche, ten oosten van de grote riviergeulen en de door erosie gevormde bogen. De buitenmuur tegenover het aflopende onverharde pad naar het huis was door Ernst gedecoreerd met sculpturen van enorme fantastische wezens: een gracieuze jonge vrouw met een duif en een vis op haar hoofd en een soort opgekrulde kat als totem in haar linkerhand; naast haar heft een reusachtig priesterlijk en gesnaveld monster de armen ten hemel, terwijl ter hoogte van zijn voeten een kleine gevleugelde demon dansend tevoorschijn komt. Op de beschadigde muur achter het huis rust een half paard en vanaf de balustrade van het terras ontbloot het hoofd van een andere schimmel zijn tanden. In de gesnavelde reus herkennen we onmiddellijk Ernsts alter ego Loplop, de Vogelprins, en in zijn metgezellin de gemythologiseerde figuur van de surreële muze, zoals verwezenlijkt in Leonora. Het paard is in haar beeldtaal een terugkerend symbool voor verlossing en macht. De muren van de binnenplaats zijn in reliëf versierd en geschilderd, al waren de kleuren toe ik er was – en dan hebben we het over ruim twintig jaar geleden – reeds vervaald en was het cement en pleisterwerk door erosie aangetast.’
(uit de inleiding van Marina Warner in Beneden, vertaling: Lisette Graswinckel. Hier een aantal fragmenten uit En Bas/Beneden, vertaald door Nelleke van Maaren)
In het huis dat ze betrokken, waanden ze zich veilig:
‘The house was more than just a home. It was a haven, a safe house not only from all the difficulties they had encountered, but also from the cloud that had been gathering with an increasing sense of danger during their time in Paris. That cloud, which had begun to dominate ore and more the late-night discussions in Café Les Deux Magots concerned the threat of the encroaching force of Nazi Germany and Adolf Hitler. But as the spring gave way to summer, all these dangers seemed a very long way indeed from the remote farmhouse perched on the hillside above Saint-Martin, where the sounds were the bells of the goats in the fields, the buzzing of bees and flies, and the crickets at night chirruping into the darkness lit by a thousand stars the vineyards.
Zo zegt Joanna Moorhead – die overigens familie is van Leonora Carrington – het in The surreal life of Leonara Carrington. Maar Leonora Carrington en Max Ernst worden in Saint-Martin-d’Ardèche – de renners passeren het dorp als ze 21 kilometer op de teller hebben staan – al snel ingehaald door de geschiedenis. De Duitsers komen en arresteren Max Ernst. Zijn arrestatie luidt een periode van grote onzekerheid in en is een aanslag op de mentale gesteldheid van Leonora Carrington.
Ze ontvlucht haar huis – nadat ze bij een notaris het huis en haar bezittingen overgedragen heeft – en bereikt via de nodige omwegen Spanje. Daar wordt ze uiteindelijk opgenomen in een kliniek en intensief behandeld. Volgens Marina Warner maakte haar krankzinnigheid van haar de ultieme surrealistische heldin.
Naar Saint-Martin-d’Ardèche zal ze nooit meer terugkeren en Max Ernst zou ze nooit meer zien. Leonora Carrington vestigde zich uiteindelijk in Mexico.
Leave a Reply