De eerlijke vinder van het door Gert-Jan Segers in de trein achtergelaten formatiedocument had de papieren natuurlijk ook aan het loket ‘verloren en gevonden voorwerpen’ af kunnen geven. Dat deed hij/zij niet. Hij/zij verkoos de Volkskrant. Misschien omdat hij/zij weet de spoorwegen omspringen met gevonden voorwerpen. Of kon hij net als Tim Parks in Italië op het spoor: een hilarisch portret van een land in beweging dat loket niet vinden:
‘Het bagagedepot? Maar waarom zouden ze dat doen? Is er dan geen afdeling gevonden voorwerpen?
De Italiaanse uitdrukking is oggetti smarriti. Zoekgeraakte voorwerpen. Maar smarrito kan ook in de war betekenen.
(…)
‘Naturalmente,’ zei een van hen tegen me, alsof het een heel ander onderwerp was. Dat had ik meteen moeten vragen. ‘Aan het eind van perron drie, links. Boven de deur staat “Alleen voor spoorwegpersoneel”. Dan de trap op, tweede verdieping.’
(vertaling: Corina Kisling)
Hij gaat op weg en vindt de afdeling inderdaad op de plek waar die zich moet bevinden. Wat hij verloren heeft – feitelijk heeft hij zijn tas niet verloren, zijn tas is gestolen – is (nog) niet gevonden.
‘Op de terugweg bedacht ik dat ik had moeten vragen hoe deze oggetti smarriti in hemelsnaam werden binnengebracht, of laat staan terugbezorgd, aangezien er in het hele station geen enkele aanduiding was van het bestaan van zo’n afdeling. Ik overwoog om terug te gaan en om opheldering te vragen.’
(vertaling: Corine Kisling)
Het is duidelijk dat Tim Parks Bureau Gevonden Voorwerpen van Siegfried Lenz niet gelezen heeft. Anders had hij geweten dat wat onbeheerd in een trein is achtergebleven meestal door treinpersoneel naar het loket gebracht worden. En dat treinpersoneel weet natuurlijk wel waar zij het zoeken moet.
Bij het bureau Gevonden Voorwerpen dat door Siegfried Lenz in het leven is geroepen is elk item, hoe wonderlijk ook, welkom.
Henry Neff – een jongmens zonder doel en ambitie die het prima naar zijn zin heeft tussen al die vergeten bezittingen – maakt er een sport van om voorwerpen van een herkomst te voorzien.
‘Hij zal blij zijn met wat ik hem ga vertellen; beter dan hier op het bureau Gevonden Voorwerpen kan niemand zich voelen, het is amusant en bovendien wordt je fantasie geprikkeld.’
‘Je fantasie?’ vroeg Fensky glimlachend, en Henry, na even nagedacht te hebben: ‘Kijkt u maar eens naar dat wagentje daar, voor het rek, dat wandelwagentje, het is bijna nieuw. Als zo’n ding hier binnenkomt, registreren we het niet alleen, we vragen ons onwillekeurig ook af hoe het zoekgeraakt kan zijn, je stelt je daar van alles bij voor: zou het in grote haast achtergelaten zijn, of misschien tijdens een ruzie? Een wandelwagentje, geen boek of een paraplu.’
(vertaling: Gerrit Bussink)
Voordat een voorwerp wordt teruggegeven, moet wie het komt claimen eerst aantonen dat hij de eerlijke verliezer is. Daar ziet Henry Neff streng op toe. Het bewijs mag in vele vormen geleverd worden.
Leave a Reply