Het begin van een lange, succesvolle carrière
Wie kent ze nog: G. Werkman, Klaas Rol, Jules Kanmeijer, Gerda Siemer, J.I. Dorgelo en Theo Ramaker? Net als Hella Haasse schreven zij vlak na de oorlog in opdracht een boek in de serie Carrièreboeken van uitgever Allert de Lange. Het boek van Hella Haasse heet Kleren maken de vrouw, verscheen oorspronkelijk in 1947 en is nu voor het eerst herdrukt. Na Maanlicht is Kleren maken de vrouw het tweede boek dat – anders dan Klein reismozaiëk, ook recent herdrukt – niet gehuld is in de jas van het Verzameld werk. Niet, omdat de twee titels niet meer in samenspraak met Hella Haasse werden herzien, zoals dat bij het Verzameld werk wel het geval is.
Kleren maken de vrouw is het prozadebuut van Hella Haasse, het verscheen een jaar eerder dan Oeroeg. Hoewel de boodschap centraal staat – via de roman worden potentiële belangstellenden ingewijd in het modevak – weet Hella Haasse er motieven in te weven die kenmerkend blijken te worden voor heel haar oeuvre.
Een voorname plaats van handeling is Studio Alexander, waar meisjes opgeleid worden in diverse creatieve en ambachtelijke disciplines. Reina van Holten kan er studeren dankzij financiële steun van een rijke dame die in haar kunnen gelooft nadat ze een ontwerp van Reina’s hand heeft gezien. Een verhaallijn beschrijft de competitie tussen nieuwkomer Reina en tweedejaars Harriët Henders, die tot de komst van Reina de onbetwiste nummer 1 van de school was en er alles voor over heeft om die positie te behouden. Reina en Harriët weten zich beiden omringd door getrouwen, waardoor er tegenstellingen ontstaan die zorgen voor de vaart in het verhaal.
Meneer Alexander, de leider van de Studio, is het voertuig waarmee de feitelijke informatie die overgedragen moet worden, getransporteerd wordt, al dragen ook anderen bij aan het specificeren van wat geweten moet worden:
‘Nou, kijk eens, ‘Tine leunde tegen de tafel en liet speelt verftubes langs een tekenplank rollen, ‘confectietekenen is weer veel meer gespecialiseerd op het precies weergeven van alle details aan een mantel of japon. Je hoeft helemaal niet mooi of vlot figuren te kunnen tekenen, of in rake lijnen het algemene beeld van een jurk te schetsen, zoals dat bij modetekenen het geval is, maar je moet op één of twee stereotiepe figuurtjes de kleren maken: dus met alle naadjes, plooitjes, passen, enzovoort.’
Vanzelfsprekend levert dat niet de meest swingende passages van Kleren maken de vrouw op, maar dit was wel precies wat de reeks Carrièreboeken beoogde: een beeld schetsen van een vak en de context waarbinnen dat beroep uitgeoefend werd.
Dat is de ene laag van Kleren maken de vrouw. De andere gaat over persoonlijke groei en de mogelijkheid om ondanks afkomst succes te hebben dan wel te falen. Een zekere verwantschap met de in 1874 verschenen novelle Kleider machen Leute van Gottfried Keller is er zeker.
Reina, al jong wees geworden, is van eenvoudige komaf, maar weet zich omringd door mensen die om haar geven, terwijl Harriët, van goeden huize, empathie en affectie ontbeert. Ondanks het onrecht dat haar door Harriët is aangedaan, is het Reina die niet te hard wil oordelen en de eerste stap op weg naar verzoening zet:
‘Reina had oplettend naar haar geluisterd, en realiseerde zich voor de zoveelste maal dat ze Harriët ondanks alles toch eigenlijk niet onsympathiek kon vinden. Ze begreep half-en-half dat Harriët het thuis ook niet zo gemakkelijk moest hebben, en dat er waarschijnlijk een massa oorzaken was die ertoe bijgedragen had om Harriët zo te maken als ze was. Sterker dan ooit beving haar de behoefte om dieper te graven in dit op het eerste gezicht zo moeilijke karakter en om Harriët te helpen.’
Kleren maken de vrouw bevat veel elementen die als motief in later werk van Hella Haasse terugkeren: standsverschillen, (tuin)huizen, koffers met inhoud, brieven en dagboeken als vertelvorm, het doorgronden van de drijfveren van de mens en het opschorten van oordelen.
Ondanks dat is Kleren maken de vrouw clichématiger dan de rest van het oeuvre. Het is geen literatuur, maar een boek gemodelleerd naar de verwachtingen van de meisjes die er iets van op moesten steken. In die opzet is Hella Haasse geslaagd en dat is een bewijs van het vakvrouwschap van Hella Haasse, gepaard aan haar creatieve en analytische geest.
Kleren maken de vrouw (1947) markeert de start van een productieve periode. Binnen vijf jaar verschenen: Oeroeg (1948), Het woud der verwachting (1949), De verborgen bron (1950), Sterrenjacht (1950), De scharlaken stad (1952) en Klein reismozaïek (1952).
In die werken ligt het hele oeuvre al besloten. Terwijl de meeste schrijvers een geleidelijke ontwikkeling doormaken, lijkt bij Hella Haasse alles al van begin af aan aanwezig. Reflecteren op haar schrijverschap doet ze ook al in een vroege fase. In Zelfportret als legkaart (1954) doet ze dat voor het eerst, en met een grote trefzekerheid. Dan al is volstrekt duidelijk dat Hella Haasse meer wil dan een verhaal vertellen. Lezen en schrijven zijn geen doelen op zich:
‘Wanneer ik spreek over lezen en schrijven als bewustwording, dan is het niet mijn bedoeling een theorie voor lezers en schrijvers te ontwerpen, maar meer om kanttekeningen te maken bij een van de ontelbare mogelijke manieren waarop een mens lezen en schrijven kan, nl. in dit geval de mijne. Ik kan alleen spreken over het lezen en schrijven dat voor mij levende werkelijkheid is. (…) Wanneer u me vraagt wat ik bedoel met bewustwording, dan zou ik daarop moeten antwoorden: bewust-worden betekent voor mij het door ervaring en waarneming af infinitum uitbreiden van de werkelijkheid. Dit schijnt mij het essentiële proces in het menselijke leven. (…) Bewustwording dus: het uitbreiden van de werkelijkheid; dat impliceert een zich innerlijk durven blootstellen, openstellen, het in zichzelf neerhalen en afbreken van schotten en barrières die het uitzicht belemmeren en het inzicht beperken. (…) Dat wat men literatuur pleegt te noemen in tegenstelling tot lectuur, heeft altijd getracht een aantal segmenten van de menselijke realiteit en de menselijke illusie te bundelen tot een nieuwe figuur, die ons inzicht in het denken en doen van de mens vergroot, of waardoor een ander aspect daarvan onder onze aandacht gebracht wordt. Literatuur is bewuste keuze, is rangschikken. Literatuur is werkelijkheid (zowel de tastbare als die van de illusie en de schijn die in het menselijk leven een niet minder reële rol speelt) plus nog iets méér, samen resulterend in waarachtigheid, dat wil zeggen in het wat als wáár, als voor de mens geldend wordt ervaren.’
Kleren maken de vrouw
Hella S. Haasse
Amsterdam : Querido, 2013
ISBN 978-90-214-4653-0
Leave a Reply