‘Je hebt er een project van gemaakt’, zegt Marcel Möring verbaasd als ik hem na afloop van zijn gesprekken met Louise O. Fresco – over haar roman De plantenjager van Leningrad – en Aleid Truijens – over Leven in de verbeelding: Hella S. Haasse 1918-2011 – aanspreek over Familiewandeling.
Dat is niet waar, ik heb er geen project van gemaakt, maar na Familiewandeling had ik wel de behoefte om In Ithaca en De hele wereld te herlezen. Omdat ik flarden van de herinneringen die Marcel Möring in Familiewandeling ophaalt, meende te herkennen. Omdat het in Familiewandeling uiteindelijk – want de novelle begint als was het een inkijkje in zijn privéleven nadat de schrijver Rotterdam verlaten heeft en zich heeft teruggetrokken op het landgoed Dikninge op de grens van Drenthe en Overijssel alwaar hij al wandelend en strijkend tot inzichten komt – ook weer over schrijven en de manier waarop het leven van Marcel Möring sporen in zijn werk achterlaat gaat.
Uit het eigen leven gegrepen
De eerste passage in Familiewandeling waar ik in de kantlijn met potlood een uitroepteken zette:
‘Veel later, toen ik mijn eerste romans had geschreven, viel mij de overeenkomst op tussen de familiegeschiedenis en mijn werk. Het autobiografische heeft mij nooit geboeid, maar desondanks was de rommelige versie van de feiten die wij familiegeschiedenis noemden mijn fictie geworden.’
Net zoals in In Ithaca lijkt Marcel Möring via omtrekkende schrijfbewegingen tot de kern van zijn eigen thematiek door te dringen. In In Ithaca drong het belang van het zoeken en vinden van een huis en thuis als Leitmotiv zich op. In Familiewandeling kan Marcel Möring niet anders dan toegeven dat zelfs van zijn werk niet ontkend kan worden dat het een weerslag van zijn leven is. Al zei hij dat eigenlijk met bijna net zoveel woorden al in In Ithaka. Want (t)huis is dan wel geen letterlijk synoniem voor familie, dat de personages in de romans van Marcel Möring nomaden zijn die over de wereld zwerven en hunkeren naar een vaste verblijfplaats, maar ondanks dat nauwelijks in staat zijn zich te hechten aan een plek heeft alles te maken met de door de geschiedenis getroffen en getekende familie van Marcel Möring.
De buitenstaander
Als schrijver moet Marcel Möring zich steeds opnieuw tot (de leden van) die familie zien te verhouden. Al lijkt hem dat weinig moeite te kosten. Daarover zegt hij iets in een passage in Familiewandeling die ik ook markeerde:
‘Meer dan familie zijn zij materiaal. Ze zijn losse draadjes waaraan mijn schrijvershoofd kan trekken om een nieuw weefsel te maken dat ik “roman” noem.’
Zijn beroep vereist een zekere distantie, zelfs als het om de mensen in zijn directe omgeving gaat. In De hele wereld dat als deel IV verscheen in de serie Over de roman heeft Marcel Möring het uitgebreid over de positie van de schrijver en het perspectief van waaruit hij de werkelijkheid beziet. Als het om zijn eigen schrijverschap gaat:
‘Zelden is de schrijver een deelnemer, en als hij dat wel is spreken we eerder over een avonturenroman van de onderhoudende soort dan van een literaire tekst die vorm en begrip wil zijn. In de literatuur bevinden we ons vrijwel altijd in Plato’s grot: een toeschouwer omringd door fragmenten verhaal, flarden beeld en bovenal ruimte tussen dat alles, de onsamenhangendheid en betekenisloosheid die in de schrijver héél wordt (ook al besluit de schrijver, zoals ik, dat de flard, het vele, het niet complete, het on-affe de essentie is van het verhaal).’
Ik herinner me
Behalve over positie en perspectief gaat het in De hele wereld ook over herinneren en de herinnering als reconstructie van de werkelijkheid. Daar kan bijna iedereen zich iets bij voorstellen, maar zeker een schrijver maakt zich schuldig aan het inkaderen van een werkelijkheid, waardoor hij de blik van zijn lezer beperkt en daarmee het beeld bepaalt.
Maar ook de schrijver zelf ontkomt niet aan het mechanisme:
‘Sterke herinneringen. Zo krachtig, zo helder dat zij zijn gaan behoren tot het repertoire dat je jouw “identiteit” noemt.’
En als je dan Familiewandeling, In Ithaca en De hele wereld kort na elkaar leest, valt er iets op. Hoewel Marcel Möring het in Familiewandeling rechtstreekser en uitgebreider over zichzelf en zijn persoonlijke ontwikkeling heeft dan in In Ithaca en in De hele wereld – daar gebruikt hij voorbeelden uit de (wereld)literatuur om zijn ideeën over schrijven te onderbouwen en inzichten over zijn werk te illustreren – valt hij steeds opnieuw terug op dezelfde herinneringen aan gebeurtenissen in zijn jeugd. Maar steeds herinnert hij zich, zoals dat gaat als men herinneringen ophaalt, de feiten net even anders.
Het zijn herinneringen die niet bepalend zijn voor de strekking van de teksten die Marcel Möring schreef, maar wat hergebruik van deze herinneringen duidelijk maakt is dat ze tot het repertoire van deze schrijver zijn gaan behoren. Samen vormen ze het ingedikte verhaal van zijn leven.
Gebruik je fantasie
En tegelijk vormen geven die herinneringen hem de vleugels die nodig zijn om te verzinnen en te verbeelden. Ook al is Marcel Möring de eerste om de beperkingen van herinneringen toe te geven:
‘Maar de herinnering is een behaagzieke minnares die zich graag plooit naar de wens van wie wil herinneren. Voor mij is het waar, maar of het werkelijk is gebeurd of niet.’
Gelukkig is Marcel Möring gezegend met een goed geheugen, blijkt uit Familiewandeling (waaruit ook het vorige citaat afkomstig is):
‘Overigens ben ik er destijds achter gekomen dat mijn geheugen zeer goed is. Niet als het om afspraken en data gaat, maar dat heeft te maken met mijn afkeer om het huis uit te gaan. Het verleden daarentegen kan ik meestal makkelijk betreden. Zozeer dat ik erin rond kan lopen en details ontdek die mij eerder zijn ontgaan.’
Dat lijkt mij een zegen voor een schrijver. Maar ondertussen geniet deze lezer vooral van het, al is het maar een fractie, kantelen van de beelden die Marcel Möring uit zijn geheugen opduikt, waardoor de details er steeds net iets anders uitzien, terwijl het toch dezelfde walnotenboom, zwarte staarten en IJsbaanweg en Doos zijn die hij beschrijft.
Nee, ik heb er echt geen project van gemaakt. Dan zou ik dieper moeten graven en had ik ook de romans moeten herlezen. Dat is nu niet aan de orde. Maar het herlezen van In Ithaca en De hele wereld was een kleine moeite, en De familiewandeling kreeg er een extra dimensie bij.
Leave a Reply